Twaalf jaar van tijdelijke contracten duurde het voordat columnist Bob van Vliet een vaste aanstelling kreeg aan de TU Delft. Voor zijn lotgenoten hoopt hij op beterschap.
Nou, mensen. Ik ben binnen! Het heeft even geduurd, maar het is zover. Ik heb een vast contract. Precies twaalf jaar nadat ik mijn eerste vak gaf op de TU.
Al die tijd gaf ik onderwijs dat structureel elk jaar moet gebeuren. En altijd waren studenten en collega’s tevreden over mijn werk. Toch kon ik er al die tijd niet op rekenen dat ik het mocht blijven doen.
Vijf en een half jaar lang gaf ik, naast een praktijk als zelfstandig ontwerper, les bij Industrieel Ontwerpen. Ik was onderdeel van een vaste club freelancers die nauw betrokken was bij de faculteit. Ik was docent bij een hele reeks vakken, in alle jaren van de bachelor. Ik maakte zelfs korte tijd een soort faculteitskrantje waarvoor ik mensen interviewde over het onderwijs in de faculteit.
Maar toen schreef ik een kritisch stukje in Delta over de nieuwe visie van de faculteit. De decaan was not amused en ik mocht vertrekken.
‘Bouwkunde betaalde slechter dan IO’
Gelukkig gaan decanen enkel over hun eigen faculteit. Later datzelfde collegejaar werd ik vaste gastdocent bij het vak over de didactiek van ontwerponderwijs bij de lerarenopleiding van Science Education & Communication (binnen de faculteit Technische Natuurwetenschappen). Ik had er inmiddels immers best een beetje verstand van.
Het collegejaar erna begon ik ook als docent bij Bouwkunde. Voor het blaadje dat ik schreef bij IO had ik eens iemand van Bouwkunde geïnterviewd over haar onderzoek naar het onderwijs in een ontwerpstudio. We hielden contact. En toevalligerwijs waren ze daar op zoek naar een goede docent met ervaring buiten de bouwkunst.
Ook dat was freelance. En Bouwkunde betaalde slechter dan IO. Maar, ja. Tussendoor had ik een reeks grote ontwerpprojecten gedaan en merkte ik dat ik het contact met studenten erg miste. Ik ben gewoon docent, besloot ik. Dus laat ik daar maar eens op inzetten. Komt vast goed.
Maar toen bleek dat de faculteit stiekem af wilde van freelance contracten met ontwerpdocenten. We moesten maar overstappen naar een 0-urencontract. Dan heb je dus én geen vaste baan, én je valt plotseling buiten allerlei regels en regelingen voor zelfstandigen. Met een club verontwaardigde collega’s organiseerden we een reeks discussie- en protestbijeenkomsten. Maar er was weinig bereidheid vanuit de faculteit om erover in gesprek te gaan.
Toevallig was er precies op dat moment een vacature als docent bij Werktuigbouw. Ik ging eens op de koffie en voor ik het wist kreeg ik de baan aangeboden. Wel weer tijdelijk. Het contract was voor vier jaar. Maar informeel – nudge, nudge, wink, wink – begreep ik dat er tegen die tijd misschien wel iets te regelen zou zijn. Misschien. Maar ja, het was sowieso meer zekerheid dan ik tot dan toe had gehad.
Maar toen die vier jaar bijna om waren, kwam ik erachter dat de faculteit het beleid had om docenten zonder PhD nooit een vaste aanstelling te geven. Dit keer kwam het echter goed. Mijn afdelingsvoorzitter wist de decaan ervan te overtuigen om een uitzondering te maken.
Gelukkig schreef ik nooit iets kritisch over de plannen van déze decaan.
Nederlandse universiteiten draaien voor een bizar groot deel op tijdelijke werknemers. Dat is oneerlijk, onnodig, en schadelijk. Ik ben blij met mijn uitzondering. Maar verder gebeurt er, zoals recent weer eens werd vastgesteld, te weinig aan.
Bob van Vliet is docent bij de faculteit 3mE en gespecialiseerd in ontwerponderwijs. Reacties zijn welkom via B.vanVliet@tudelft.nl
Bob van Vliet / Columnist
Comments are closed.