Ik heb een gewetensconflict. Als docent aan de TU hoor ik de maatschappelijke relevantie van mijn vakgebied, de technische aardwetenschappen, uit te dragen.
Dat is goed voor de plaatsing van onze afgestudeerden op de arbeidsmarkt. Maar of iets maatschappelijk relevant is bepaal ik niet zelf. Dat doen de politiek, het bedrijfsleven, de publieke opinie, de media. Zo is het aannemelijk dat veel van onze afgestudeerden werk zullen vinden bij de opslag van CO2 onder de grond, want de maatschappij vraagt daar om, en wij hebben relevante expertise op dat gebied. Maar zelf vind ik ondergrondse opslag van CO2 onzin.
Mijn scepsis berust op drie redenen. In de eerste plaats hebben wij de twijfelachtige pretentie dat wij langetermijn processen op aarde kunnen sturen. Wie de geologische geschiedenis kent, weet dat het CO2 gehalte altijd gefluctueerd heeft, van minder dan de helft van het huidige gehalte in de laatste ijstijd, tot mischien wel tien maal het huidige niveau in het Krijt. Daar is de mens niet aan te pas gekomen. Hoe zeker zijn wij ervan dat wij de atmosfeer onze wil kunnen opleggen? En zouden we ook zo graag CO2 in de grond willen opslaan als de huidige stijging een natuurlijk verschijnsel zou zijn, niet door de mens veroorzaakt?
De tweede reden voor mijn scepsis is gelegen in het feit dat ons oordeel over de natuur sneller verandert dan de processen die we willen sturen. De Loosdrechtse Plassen waren jammerlijk ondergelopen turfmijnen, maar zijn nu waardevolle watersportgebieden. De stuifzandgebieden waren kwetsbare landbouwgronden die teloor zijn gegaan door ergerlijke bodemerosie, maar zijn nu onmisbare recreatiegebieden. Diersoorten die vroeger werden afgeschoten omdat ze schadelijk werden geacht worden nu opnieuw geïntroduceerd. Het groene hart van Holland was een prachtig moeras dat vernield werd door de inpoldering, maar die polders worden nu weer onaantastbare natuur genoemd. Rivieren die vroeger gekanaliseerd werden moeten nu weer vrij gaan kronkelen. Toekomstige generaties zullen ons dankbaar zijn voor de huidige CO2 uitstoot, omdat we daarmee de komst van de volgende ijstijd hebben weten uit te stellen.
De derde reden is dat als je al iets aan de CO2 huishouding wilt doen, je het CO2 niet onder de grond moet stoppen. CO2 is grondstof, geen afval! Fossiele brandstoffen als olie, gas en steenkool zijn uit CO2 ontstaan door de fotosynthese, dat fantastische vermogen van planten om met zonne-energie CO2 uit de lucht om te zetten in koolhydraten. Vandaar dat men bossen plant om het CO2 dat bij de verbranding van fossiele brandstoffen vrijkomt weer in de kringloop te krijgen. Maar waarom zouden we dat alleen maar aan de planten overlaten?
Zouden we dat zelf niet veel sneller en efficiënter kunnen doen? Industriële fotosynthese! Zonnepanelen die niet alleen zelf energie leveren, maar ook CO2 uit de lucht kunnen absorberen en omzetten in nuttige organische verbindingen! Dan sluiten wij de koolstofkringloop pas goed. Ik weet helemaal niet of dat theoretisch en technisch kan. ‘There is an alarming increase in things I know nothing about’, zei deBritse geofysicus Don Tarling mij eens. Maar het is een mooie uitdaging voor onze chemisch technologen. Alleen, onze aardwetenschappers hebben dan het nakijken. Lees dit stuk niet!
Mijn scepsis berust op drie redenen. In de eerste plaats hebben wij de twijfelachtige pretentie dat wij langetermijn processen op aarde kunnen sturen. Wie de geologische geschiedenis kent, weet dat het CO2 gehalte altijd gefluctueerd heeft, van minder dan de helft van het huidige gehalte in de laatste ijstijd, tot mischien wel tien maal het huidige niveau in het Krijt. Daar is de mens niet aan te pas gekomen. Hoe zeker zijn wij ervan dat wij de atmosfeer onze wil kunnen opleggen? En zouden we ook zo graag CO2 in de grond willen opslaan als de huidige stijging een natuurlijk verschijnsel zou zijn, niet door de mens veroorzaakt?
De tweede reden voor mijn scepsis is gelegen in het feit dat ons oordeel over de natuur sneller verandert dan de processen die we willen sturen. De Loosdrechtse Plassen waren jammerlijk ondergelopen turfmijnen, maar zijn nu waardevolle watersportgebieden. De stuifzandgebieden waren kwetsbare landbouwgronden die teloor zijn gegaan door ergerlijke bodemerosie, maar zijn nu onmisbare recreatiegebieden. Diersoorten die vroeger werden afgeschoten omdat ze schadelijk werden geacht worden nu opnieuw geïntroduceerd. Het groene hart van Holland was een prachtig moeras dat vernield werd door de inpoldering, maar die polders worden nu weer onaantastbare natuur genoemd. Rivieren die vroeger gekanaliseerd werden moeten nu weer vrij gaan kronkelen. Toekomstige generaties zullen ons dankbaar zijn voor de huidige CO2 uitstoot, omdat we daarmee de komst van de volgende ijstijd hebben weten uit te stellen.
De derde reden is dat als je al iets aan de CO2 huishouding wilt doen, je het CO2 niet onder de grond moet stoppen. CO2 is grondstof, geen afval! Fossiele brandstoffen als olie, gas en steenkool zijn uit CO2 ontstaan door de fotosynthese, dat fantastische vermogen van planten om met zonne-energie CO2 uit de lucht om te zetten in koolhydraten. Vandaar dat men bossen plant om het CO2 dat bij de verbranding van fossiele brandstoffen vrijkomt weer in de kringloop te krijgen. Maar waarom zouden we dat alleen maar aan de planten overlaten?
Zouden we dat zelf niet veel sneller en efficiënter kunnen doen? Industriële fotosynthese! Zonnepanelen die niet alleen zelf energie leveren, maar ook CO2 uit de lucht kunnen absorberen en omzetten in nuttige organische verbindingen! Dan sluiten wij de koolstofkringloop pas goed. Ik weet helemaal niet of dat theoretisch en technisch kan. ‘There is an alarming increase in things I know nothing about’, zei deBritse geofysicus Don Tarling mij eens. Maar het is een mooie uitdaging voor onze chemisch technologen. Alleen, onze aardwetenschappers hebben dan het nakijken. Lees dit stuk niet!
Comments are closed.