In Delta nr. 25 schrijft Tom Köhler dat de Delftse studentenverenigingen het weekend na de Owee ,,traditioneel besteden aan het hersenspoelen van geronselde nullen”.

Sommige dingen kunnen snel gaan in Delft. In de vakantieperiode is achter de Aula een uniek eco-systeem ontstaan. In aangepast tempo is nu een vereniging ‘De Delftse Biotoop’ opgericht, en ik ben daar onmiddellijk lid van geworden.

Soms waagt men zich wel eens in een echte stad, ver van de veilige, beschutte Delftse dorpsomgeving. Niet dat ik hierop af wil geven, want mijn eigen kneuterigheid past uitstekend bij die van het Delftse, maar de wens om even geen studenten van sorps- of fout virgieltype (merk op dat hier nog enig onderscheid gemaakt wordt) tegen het lijf te lopen, noodzaakt tot een tijdelijk vertrek uit Delft.

Na alle mededelingen in Delta over de hitte bij Elektrotechniek betreur ik het bijna dat ik daar niet werk. En wel, omdat ik lees dat bij ET de binnentemperatuur enige graden lager is geweest dan de buitentemperatuur.

De afwezigheid in de zomer van de vele leden van onze universiteit die hen normaliter lastigvallen met operationele probleempjes, biedt de bestuurders de mogelijkheid om echt te besturen.

Je laat je blik over de terrassen gaan tot je haar ziet.’Lekker ding’, denk je bij jezelf en je loopt richting het tafeltje dat het dichtst bij haar staat.

Zo tegen de vakantie heb je even de neiging terug te blikken op het voorbije academisch jaar. Het woord dat ik deze ronde het meeste ben tegen gekomen is OVERHEAD.