Nu het thuiswerken langer duurt, trekt de TU Delft geld uit om medewerkers ergonomische thuiswerkplekken te geven. De regeling start naar verwachting eind november.
De tijd van ad-hocmaatregelen is voorbij, redeneert de TU, en structurele maatregelen zijn nodig om thuiswerken zo te regelen dat is voldaan aan de Arbowet. En dus trekt de universiteit tussen de 940 duizend euro en 1,48 miljoen euro uit voor verstelbare bureaus en bureaustoelen en de verzending daarvan. Medewerkers kunnen deze in bruikleen krijgen zolang dat door de coronacrisis nodig is.
Zij kunnen aan de hand van een checklist bepalen of zij in aanmerking komen voor een ergonomische thuiswerkplek. Sowieso moeten zij meer dan twee uur per dag beeldschermwerk doen. Verder moeten zij nog geen in hoogte verstelbaar bureau hebben van minstens 120 bij 80 centimeter groot en geen stoel die past bij hun lichaamsverhoudingen. In overleg met hun leidinggevende en eventueel na advies van een werkplekdeskundige kunnen medewerkers vervolgens een aanvraag indienen, naar verwachting vanaf eind november.
ICT gaat zevenhonderd verouderde laptops vervangen
De universiteit gaat er in eerste instantie vanuit dat er tweeduizend ergonomische werkplekken nodig zullen zijn. Dat is een eerste inschatting en geen maximum, verzekert directeur Human Resources Ingrid Halewijn, die het project leidt. De tijd zal volgens haar leren hoeveel interesse er is. “We gaan er overigens ook vanuit dat veel medewerkers die in het verleden regelmatig thuis werkten al een werkplek hebben.”
De regeling gaat niet alleen over bureaus en stoelen. Ook een los toetsenbord, een muis en een laptophouder of extern beeldscherm zijn verplicht. Verder gaat de afdeling ICT zevenhonderd verouderde laptops vervangen, die niet geschikt zijn voor het besturingsprogramma Windows 10 en die daardoor minder veilig zijn. Dat kost nog eens tussen de 560 duizend euro en 850 duizend euro, afhankelijk van de gekozen modellen.
De ondernemingsraad (or) heeft al ingestemd met de plannen, en heeft de universiteit geadviseerd ook te kijken naar additionele kosten die thuiswerkers maken, zoals voor hun internetverbinding. Volgens Halewijn wordt daar al over gesproken met onder meer vakbonden en Belastingdienst. Zij wijst erop dat medewerkers al twee maandelijkse vergoedingen krijgen: 20 euro tegemoetkoming woon-werkverkeer en 27 euro uit de werkkostenregeling.
De or onderstreept in zijn advies ook op het belang van maatregelen die thuiswerkers sociaal en emotioneel ondersteunen. Volgens Halewijn wil de TU zoveel mogelijk tegemoet komen aan haar zorgplicht. Zij wijst op de website die daarvoor in het leven is geroepen. Ook de rol van leidinggevenden is wat haar betreft belangrijk. “Zij hebben een essentiële rol om een vinger aan de pols te houden bij alle teamleden.”
Comments are closed.