brieven

Hoewel je dit woordje allerwegen hoort (ook aan een intellectueel centrum als een universiteit), het in onze samenleving een ingeburgerd stopwoordje is geworden en het daarom literair misschien wel op z’n plaats in de strip is, denk ik dat een dergelijk taalgebruik niet ‘normaal’ moet worden.

Er zijn toch ook wel andere stopwoorden te bedenken die even krachtig zijn, maar die mensen niet storen? Een naam als die van Jezus heeft voor veel mensen aan de TU Delft een persoonlijke waarde. Een naam die ze liefhebben en die deel uitmaakt van hun identiteit. Het is alleen daarom al ongepast om op deze manier met die naam om te gaan. Ik vraag u dan ook om hier in de toekomst strenger op te letten, zeker omdat het volgens mij op een dergelijke plaats onnodig is om dit taalgebruik te bezigen.

Hans Teerds, student bouwkunde

PORTFOLIO

In Delta 8 stond een aantal artikelen over de plannen ten aanzien van de onderzoeksportfolio van de TU Delft. Deze houden onder meer in dat een deel van de onderzoeksgroepen zal worden afgebouwd en een ander deel geherformuleerd. Dat het hier gaat om plannen over het onderzoek dient als argument om nauwelijks in te gaan op de gevolgen voor het onderwijs. Voor zover dat wel gebeurt, worden de gevolgen niet groot geacht of sterk gerelativeerd.

Toch zal het onderwijs wel degelijk gevolgen ondervinden van de keuzen die nu worden gemaakt. Ten eerste is het de bedoeling dat waar onderzoeksgroepen worden opgeheven, het bijbehorende onderwijs wordt gehandhaafd, omdat dit bijvoorbeeld belangrijk wordt gevonden door het bedrijfsleven. Maar het onderwijs op dit gebied zal geen onderzoek als basis voor de inhoud hebben, ook al wordt dat aan de TU Delft zelfs in de strategienota als absolute voorwaarde genoemd.

Het kan ook betekenen dat onderwijs ingekocht moet worden bij andere instellingen, wat gevolgen kan hebben voor de kwaliteit van het onderwijs en de invloed die door de TU Delft daarop uitgeoefend kan worden. Een gevaar is ook dat de continuïteit van het onderwijs en de binding met de rest van het onderwijs in het geding komen.

Ten tweede wordt er binnen de TU Delft al een voorschot genomen op de definitieve besluitvorming rond de onderzoeksportfolio. Daardoor dreigen plannen in een te snel tempo te worden uitgevoerd. Bovendien bestaat het gevaar dat wetenschappelijk personeel al vroegtijdig moet vertrekken of zijn heil ergens anders zoekt. Zodoende komt op korte termijn de garantie voor goed onderwijs in het gedrang. Immers, hoe kan de universiteit studenten garanderen dat ze nog in hun gewenste richting kunnen afstuderen wanneer de docenten vertrokken zijn?

Het vaststellen van een nieuwe onderzoeksportfolio is noodzakelijk, maar het is wel van belang om de gevolgen voor het onderwijs nauwlettend in de gaten te houden en om de plannen niet in overhaast tempo uit te voeren. Per slot van rekening bestaat de universiteit bij de gratie van studenten en goed onderwijs.

Lex van Bruggen, AAG-fractie Studentenraad

STOPWOORD

Het stoort me ontzettend dat in de strip ‘Morgen is weer een dag’ op de achterpagina van Delta 8 begonnen wordt met de naam Jesus. Hoewel je dit woordje allerwegen hoort (ook aan een intellectueel centrum als een universiteit), het in onze samenleving een ingeburgerd stopwoordje is geworden en het daarom literair misschien wel op z’n plaats in de strip is, denk ik dat een dergelijk taalgebruik niet ‘normaal’ moet worden.

Er zijn toch ook wel andere stopwoorden te bedenken die even krachtig zijn, maar die mensen niet storen? Een naam als die van Jezus heeft voor veel mensen aan de TU Delft een persoonlijke waarde. Een naam die ze liefhebben en die deel uitmaakt van hun identiteit. Het is alleen daarom al ongepast om op deze manier met die naam om te gaan. Ik vraag u dan ook om hier in de toekomst strenger op te letten, zeker omdat het volgens mij op een dergelijke plaats onnodig is om dit taalgebruik te bezigen.

Hans Teerds, student bouwkunde

PORTFOLIO

In Delta 8 stond een aantal artikelen over de plannen ten aanzien van de onderzoeksportfolio van de TU Delft. Deze houden onder meer in dat een deel van de onderzoeksgroepen zal worden afgebouwd en een ander deel geherformuleerd. Dat het hier gaat om plannen over het onderzoek dient als argument om nauwelijks in te gaan op de gevolgen voor het onderwijs. Voor zover dat wel gebeurt, worden de gevolgen niet groot geacht of sterk gerelativeerd.

Toch zal het onderwijs wel degelijk gevolgen ondervinden van de keuzen die nu worden gemaakt. Ten eerste is het de bedoeling dat waar onderzoeksgroepen worden opgeheven, het bijbehorende onderwijs wordt gehandhaafd, omdat dit bijvoorbeeld belangrijk wordt gevonden door het bedrijfsleven. Maar het onderwijs op dit gebied zal geen onderzoek als basis voor de inhoud hebben, ook al wordt dat aan de TU Delft zelfs in de strategienota als absolute voorwaarde genoemd.

Het kan ook betekenen dat onderwijs ingekocht moet worden bij andere instellingen, wat gevolgen kan hebben voor de kwaliteit van het onderwijs en de invloed die door de TU Delft daarop uitgeoefend kan worden. Een gevaar is ook dat de continuïteit van het onderwijs en de binding met de rest van het onderwijs in het geding komen.

Ten tweede wordt er binnen de TU Delft al een voorschot genomen op de definitieve besluitvorming rond de onderzoeksportfolio. Daardoor dreigen plannen in een te snel tempo te worden uitgevoerd. Bovendien bestaat het gevaar dat wetenschappelijk personeel al vroegtijdig moet vertrekken of zijn heil ergens anders zoekt. Zodoende komt op korte termijn de garantie voor goed onderwijs in het gedrang. Immers, hoe kan de universiteit studenten garanderen dat ze nog in hun gewenste richting kunnen afstuderen wanneer de docenten vertrokken zijn?

Het vaststellen van een nieuwe onderzoeksportfolio is noodzakelijk, maar het is wel van belang om de gevolgen voor het onderwijs nauwlettend in de gaten te houden en om de plannen niet in overhaast tempo uit te voeren. Per slot van rekening bestaat de universiteit bij de gratie van studenten en goed onderwijs.

Lex van Bruggen, AAG-fractie Studentenraad