Campus

[Allemaal familie] Driemaal scheikunde

De TU Delft kent vele generaties. Wij spraken grootouders en kleinkinderen over verschillen tussen toen en nu. In deze aflevering: Quentin van Driel over opa Eric en oma Mity.

Quentin van Driel over zijn opa Eric en oma Mity. (Foto: Sam Rentmeester)

Door: Connie van Uffelen en Marjolein van der Veldt

Quentin van Driel twijfelde na het behalen van zijn middelbareschooldiploma over zijn vervolgopleiding. Hij was goed in exacte vakken, maar wilde niet alleen maar sommen maken. Biologie? Dat leek hem maar saai. Het werd iets daar tussenin: molecular science and technology aan de TU Delft en de Universiteit Leiden. Na het afronden van de bachelor volgt hij nu de master chemical engineering (scheikunde).

Met zijn studiekeuze stapte Quentin in de voetsporen van zijn opa Eric Houwink, die in 1946 aan zijn studie technische scheikunde aan de Technische Hogeschool in Delft begon. Wat Quentin niet wist, was dat zijn oma hetzelfde pad had gevolgd. Aan de hand van een klein fotoalbum en een boekje over haar leven, vertelt hij haar verhaal.

Tropenmens
“Mijn oma, Han Bhik Hwa, is in 1926 geboren in Nederlands-Indië. Met haar moeder, broer, zus en een baboe (kindermeisje) woonde ze tijdens de Japanse bezetting op Java. Bang voor uithuwelijking zorgde mijn overgrootmoeder ervoor dat mijn oma naar Nederland kon. De zwager van mijn overgrootmoeder, oom Ed, regelde voor mijn oma een baan als dienstmeisje op een van de eerste repatriëringsschepen tussen Nederlands-Indië en Nederland. Zo maakte ze gratis de overtocht naar Nederland. Eigenlijk wilde mijn oma helemaal niet naar Nederland, want het was daar koud. In mijn herinnering droeg ze ook vaak binnen een jas tegen de tocht. Ze was een echt tropenmens.”

Malinobeurs
“Eenmaal in Nederland kreeg mijn oma, die toen Mity werd genoemd, als enige vrouw een zogeheten Malinobeurs. Ze ging scheikunde studeren aan de TU Delft, maar had er geen affiniteit mee. Ze moest hard werken. En eerlijk, het werd haar ook niet gemakkelijk gemaakt want na de onafhankelijkheid van Indonesië stopte de beurs. Professor Kluyver, die in Nederlands-Indië had gewerkt, én diens vrouw hielpen haar gelukkig andere financiële oplossingen te vinden. Ook boden twee hoogleraren aan om oma als student-assistent aan te nemen, zodat ze extra geld kon verdienen.”

Weinig vrouwen
“Er studeerden weinig vrouwen aan de TU; mijn oma had altijd een zwerm mannen achter zich aan. Mijn opa ontmoette ze uiteindelijk via een scheikundig practicum. In die tijd deed je practica in koppels. Nadat mijn opa via een briefje mijn oma had gevraagd als practicum partner, gingen ze tussen de middag met hem mee naar huis om een boterhammetje te eten. Toen de vonk was overgesprongen, stonden ze binnen de studievereniging, het Technologisch Gezelschap, bekend als ‘de firma’.”
“Binnen diezelfde vereniging was mijn opa actief als excursieleider tijdens een lustrumjaar. Mijn oma was gevraagd voor de lustrumcommissie en hoewel iedereen al door had dat zij een koppeltje vormden, waren ze daar zelf nog niet over uit. Tijdens het lustrumdiner hadden studiegenoten zelfs de naamkaartjes aan tafel veranderd zodat zij naast elkaar kwamen te zitten.”

Geschiedenis herhaalt zich
“Best grappig, toen ik in Delft ging studeren deed ik bij de studievereniging een aantal kleine commissies. Op een gegeven moment is mij gevraagd de functie van excursieleider te vervullen. De geschiedenis herhaalde zich 55 jaar later een beetje. Het had me leuk geleken, maar ik heb het uiteindelijk niet gedaan. Wel heb ik bij Virgiel een lustrumcommissie gedaan, dus de cirkel is een soort van rond.”
“Terug naar oma Mity: het halen van vakken ging niet zo snel omdat ze studeren afwisselde met werken. Na negen jaar rondde ze haar studie technische scheikunde af, terwijl er vijf jaar voor stond. Bijzonder, want de reden dat ze voor scheikunde in Delft koos was omdat deze studie ‘maar’ vijf jaar duurde. Andere studies duurden veelal langer. Omdat het moeizaam ging, heeft ze er denk ik nooit echt lol in gehad.”

Cultuurverschillen
“Ook op relationeel vlak ging het niet vanzelf. De ouders van mijn opa waren conservatief: een huwelijk met een Chinees-Indische vonden ze maar niks. Tegelijkertijd waarschuwde de moeder van mijn oma ook voor de cultuurverschillen. Dit heeft een belangrijke rol gespeeld in het leven van mijn opa en oma.
Oma kreeg niet de kans om haar vak uit te oefenen na haar studie. In die tijd was het überhaupt not done dat getrouwde vrouwen werkten en waren mannen kostwinner. Toch vond mijn oma het fijn dat ze begreep welk werk mijn opa deed. Ze noemde hem haar redder in die moeilijke tijd in Nederland. Mijn opa kon tegen haar moeder en oom Ed op, terwijl mijn oma van een braaf meisje in een plooibare vrouw veranderde. Al met al was dat niet altijd gemakkelijk.”

‘Mijn opa ontving een erepenning van de KNAW’

Biotechnologie
“Mijn opa had veel passie voor zijn werk in de biotechnologie. Bij bedrijven als Philips Duphar en Organon ontwikkelde hij zich als biotechnoloog. Uiteindelijk werd hij hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen. Tijdens zijn carrière ontwikkelde hij mede een vaccin tegen mond-en-klauwzeer, en ontving hij een erepenning van de KNAW voor zijn werk. Een herseninfarct zorgde er voor dat de bovenkamer niet meer optimaal functioneerde. In 2005 overleed hij.

Mijn oma overleed in 2018. Ze heeft nog meegekregen dat ik scheikunde studeerde aan de TU. Ze herkende veel van vroeger, al had ze meer practica dan ik. Ze kon hele dagen blokken en het daarna nóg niet begrijpen. Ik herken dat wel een beetje. Het is inherent aan een technische studie, zeker in de masterfase. Technische scheikunde is meer dan een paar formules invullen.”

Zelf kiezen belangrijk
“Van mijn oma en mijn ouders heb ik belangrijke lessen meegekregen. Zo was mijn oma zeer open-minded. Samen met opa heeft ze mensen geholpen met beurzen om hun studies en ontplooiing veelal op cultureel vlak te stimuleren. Ook vond ze zelf kiezen belangrijk. Haar kinderen en kleinkinderen hebben altijd zelf hun levenskeuzes mogen bepalen, zonder dwingende adviezen. Ik koos voor scheikunde omdat ik het interessant vind. Ik denk dat ik daarom niet zo heb hoeven ploeteren als zij.”

“Ik heb nooit last gehad van vooroordelen, in tegenstelling tot mijn oma. Als niet-Hollandse vrouw aan de Technische Hogeschool werd ze vaak weggekeken, zeker door conservatieve professoren die geen plek voor een vrouw zagen op een universiteit, laat staan bij een technische scheikunde-opleiding. Ik heb geleerd iedereen met een open blik te accepteren ongeacht het voorkomen van die persoon. ‘Neem mensen zoals ze zijn. Wees zelf zoals je wilt dat anderen zijn.’ Dat was Mity’s levensmotto.”

‘Ik heb nooit last gehad van vooroordelen in tegenstelling tot mijn oma’

Nieuwsredacteur Marjolein van der Veldt

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

m.vanderveldt@tudelft.nl

Comments are closed.