Opinie

Accreditatieplan Hermans deugt niet

Minister Hermans moet zijn plannen voor een keurmerkorgaan in het hoger onderwijs bijstellen. Dat schrijft de vereniging van universiteiten (Vsnu) aan de Tweede Kamer.

Het Nationaal Accreditatie-orgaan (NAO) moet in de toekomst keurmerken verlenen aan opleidingen. Dat gebeurt op basis van de nu al bestaande onderwijsvisitaties, maar het verschil is dat die rapporten nu hardere consequenties kunnen krijgen. Een opleiding zonder keurmerk krijgt namelijk geen geld meer. Geen wonder dat de universiteiten dus zeer kritisch kijken naar de precieze procedures van de accreditatie. En tot nu toe zijn ze daarover nog niet tevreden.

Volgens de universiteiten krijgt het keurmerkorgaan NAO van minister Hermans te veel bevoegdheden. Het mag volgens het wetsvoorstel bijvoorbeeld namelijk zelf criteria opstellen voor de inhoud van het onderwijs, zoals het aandeel van bijvakken in de totale studielast.

Een zo verregaande bemoeienis met het onderwijs past in de ogen van de Vsnu niet bij een zelfstandig bestuursorgaan – waar noch de instellingen noch de politiek grip op heeft. De universiteiten roepen Hermans op om bij het stellen van criteria zelf het heft in handen te nemen. Ook de toelating van nieuwe opleidingen is volgens de Vsnu een taak voor de minister, en niet voor de geschillencommissie die Hermans wil instellen.

Minder bemoeienis van de minister willen de universiteiten juist bij de benoeming van de leden van het accreditatie-orgaan. Hermans wil die leden zelf aanwijzen, maar omdat de keurmeesters taken krijgen die nu door de universiteiten zelf worden uitgevoerd, vinden zij dat ze over de samenstelling van het orgaan moeten kunnen meepraten.

De universiteiten hadden ook eerder al kritiek op de plannen voor het nieuwe accreditatiestelsel. In het wetsontwerp dat minister Hermans vorige maand indiende, heeft hij zich hiervan volgens hen te weinig aangetrokken. Daarom richten ze zich nu met hun kritiek tot de Tweede Kamer. De Hbo-raad heeft nog geen gedetailleerde reactie op het wetsontwerp gegeven.

Het Nationaal Accreditatie-orgaan (NAO) moet in de toekomst keurmerken verlenen aan opleidingen. Dat gebeurt op basis van de nu al bestaande onderwijsvisitaties, maar het verschil is dat die rapporten nu hardere consequenties kunnen krijgen. Een opleiding zonder keurmerk krijgt namelijk geen geld meer. Geen wonder dat de universiteiten dus zeer kritisch kijken naar de precieze procedures van de accreditatie. En tot nu toe zijn ze daarover nog niet tevreden.

Volgens de universiteiten krijgt het keurmerkorgaan NAO van minister Hermans te veel bevoegdheden. Het mag volgens het wetsvoorstel bijvoorbeeld namelijk zelf criteria opstellen voor de inhoud van het onderwijs, zoals het aandeel van bijvakken in de totale studielast.

Een zo verregaande bemoeienis met het onderwijs past in de ogen van de Vsnu niet bij een zelfstandig bestuursorgaan – waar noch de instellingen noch de politiek grip op heeft. De universiteiten roepen Hermans op om bij het stellen van criteria zelf het heft in handen te nemen. Ook de toelating van nieuwe opleidingen is volgens de Vsnu een taak voor de minister, en niet voor de geschillencommissie die Hermans wil instellen.

Minder bemoeienis van de minister willen de universiteiten juist bij de benoeming van de leden van het accreditatie-orgaan. Hermans wil die leden zelf aanwijzen, maar omdat de keurmeesters taken krijgen die nu door de universiteiten zelf worden uitgevoerd, vinden zij dat ze over de samenstelling van het orgaan moeten kunnen meepraten.

De universiteiten hadden ook eerder al kritiek op de plannen voor het nieuwe accreditatiestelsel. In het wetsontwerp dat minister Hermans vorige maand indiende, heeft hij zich hiervan volgens hen te weinig aangetrokken. Daarom richten ze zich nu met hun kritiek tot de Tweede Kamer. De Hbo-raad heeft nog geen gedetailleerde reactie op het wetsontwerp gegeven.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.