Geen gedwongen ontslagen, wel vacatures openlaten en korten op onderhoud van apparatuur. Zo gaan de faculteiten en diensten een groot deel van hun ‘ombuigingen’ vormgeven. Medewerkers zijn bezorgd over toenemende werkdruk en een gebrek aan inspraak en centrale regie.
(Foto: Sam Rentmeester)
De ombuigingsplannen zijn op 23 september vastgesteld door het college van bestuur. Het gaat om de afzonderlijke plannen van acht faculteiten, QuTech en dertien directies. Allemaal moeten zij zodanig bezuinigen dat zij in 2028 10 procent minder uitgeven dan hun eerstegeldstroombaten in 2024. Dat komt neer op een totaalbedrag van 79 miljoen euro.
Overeenkomsten in de maatregelen
De eerste vijf ‘ombuigplannen’ verschenen gisteren op intranet. In uiteenlopende detailniveaus presenteren de faculteiten Bouwkunde (BK), Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG), Mechanical Engineering (ME), Techniek, Bestuur en Management (TBM) en Technische Natuurwetenschappen (TNW) hun bezuinigingen en de effecten die ze daarvan verwachten. Tussen die eerste faculteiten vallen overeenkomsten op in de maatregelen die ze zich voornemen.
Vacaturestop
Alle vijf de faculteiten zetten een vacaturestop in. Functies die vrijkomen, bijvoorbeeld door pensionering of vrijwillig vertrek, worden voorlopig niet opgevuld, eventueel met uitzondering van bepaalde essentiële functies. In de plannen waarin een financiële verantwoording staat, levert deze maatregel verreweg de grootste besparing op. Al noemen faculteiten ook grote risico’s, zoals het verlies van cruciale expertise. Dat zou de universiteit minder aantrekkelijk kunnen maken voor onderzoek en onderwijs.
TBM heeft aan deze maatregel genoeg. Vanwege eerdere tekorten heeft de faculteit al in 2023 een vacaturestop ingevoerd. Als die van kracht blijft, is dat volgens het plan voldoende ‘om de door het cvb gevraagde opgave te adresseren’. Toch laat de faculteit het daar niet bij. TBM ziet kansen om de financiële situatie verder te verbeteren en toekomstige loonstijgingen op te kunnen vangen door nu ook andere maatregelen door te voeren en zo meer dan de gevraagde 10 procent te bezuinigen.
Verminderen van investeringen en onderhoud
Andere maatregelen die in de plannen vaker terugkomen zijn het verminderen van investeringen in en onderhoud van bijvoorbeeld apparatuur, minder inhuur van externen en het beperken van het uitbetalen van niet genoten verlof, door medewerkers te stimuleren hun verlofuren op te nemen.
De bezuinigingen leiden op de faculteit Bouwkunde tot een daling van 15 procent in de ‘onderwijscapaciteit’
Het pakket aan maatregelen is niet zonder gevaren, volgens de makers. Zo schrijft BK dat het intensieve ontwerponderwijs, de kernkwaliteit ‘waar de internationale reputatie van de faculteit in belangrijke mate op stoelt’ in de knel zal komen. De bezuinigingen leiden op de faculteit tot een daling van 15 procent in de ‘onderwijscapaciteit’. In combinatie met een voorspelde groei in het aantal studenten is het onvermijdelijk dat de intensiteit van de opleiding zal afnemen, ‘met als risico een mogelijk negatief effect op de reputatie van de opleiding’. Ook het studierendement kan onder de plannen lijden, stelt de faculteit.
Concrete oplossingen voor deze risico’s worden in veel gevallen niet gepresenteerd. BK zal met ‘slimme en goed afgewogen keuzes’ proberen reputatieschade te voorkomen. TNW merkt op dat bezuinigen op het onderhoud van onderzoeksinfrastructuur al het onderwijs en onderzoek van de faculteit in gevaar brengt, maar biedt als oplossing om delen van enkele laboratoria extern te laten financieren. Ook CiTG schrijft dat de faculteit in de focus op efficiëntie in de ondersteuning van onderwijs en onderzoek moet oppassen voor het ‘penny wise, pound foolish-effect’.
Kaasschaafmethode: overal een beetje
De vraag rijst of de ombuigingsoperatie een samenhangend pakket maatregelen is op basis van een centrale visie, of simpelweg een verzameling lokale bezuinigingen. In het voorjaar waarschuwden de vakbonden en de ondernemingsraad (or) voor het laatste. Aanleiding daarvoor was de oproep van het cvb aan alle directies en faculteiten om in zogenoemde ‘contourenschetsen’ aan te geven hoe ze tien procent konden bezuinigen. Bonden en or zagen daarin een kaasschaafmethode: overal een klein beetje bezuinigen om maar geen grote keuzes te hoeven maken.
‘Dit vraagt om duidelijke regie vanuit de top’
Rector magnificus Tim van der Hagen wierp die kritiek in een interview verre van zich. De contourenschetsen zouden niet één op één worden overgenomen. Dat zou ‘beleidsarm’ zijn.
Maar nu de plannen bekend zijn, geeft or-voorzitter Ronald Kuil in zijn intranetcolumn eenzelfde signaal af. “Er zullen keuzes gemaakt moeten worden: wat laten we los, wat blijft overeind, en waar komt de focus te liggen? Dat vraagt om duidelijke regie vanuit de top. [..] Zonder kompas dreigt iedere faculteit of dienst zijn eigen weg te zoeken, met het risico dat de lasten oneerlijk verdeeld raken.”
Geld voor strategische keuzes
Collegelid Nick Bos erkent dat de huidige ombuigingsplannen vertalingen zijn van de contourenschetsen van juni. Toch wil dat volgens hem niet zeggen dat regie ontbreekt. “Met die tien procent bezuinigen we iets meer dan nodig is om tot een sluitende begroting te komen. Zo maken we ons vroegtijdig gereed voor de strategische keuzes waar we de komende jaren voor staan. Ik noem de campusstrategie, digitalisering, cyber security en zo zijn er meer.”
Overigens is het op dit moment niet bekend hoeveel van de totale 79 miljoen euro over zal blijven voor die strategische keuzes. “Pas als we dat proces goed doorlopen hebben, hebben we zicht op wat onze de vrijgekomen ruimte is”, aldus Bos.
Minder promovendi
Daarnaast ziet de bestuurder dat binnen de organisatieonderdelen ook structurele keuzes worden gemaakt. Hij noemt het voornemen van faculteiten om minder promovendi vanuit de eerste geldstroom te financieren, om ze in de toekomst dus in ieder geval niet meer massaal zelf in dienst te nemen. “Dat is al de helft van de functies die faculteiten in de toekomst open willen laten. Natuurlijk mogen de huidige promovendi hun werk afmaken, maar daar komen geen nieuwe posities voor terug.”
Er verdwijnen uiteindelijk 250 tot 275 arbeidsplaatsen, rekent Bos voor. Dat gebeurt door natuurlijk verloop, het niet verlengen van tijdelijke contracten en dus de forse krimp van het aantal promovendi in loondienst. In een bericht aan alle medewerkers onderstreepte het college van bestuur dat voor 2026 gedwongen ontslagen zijn voorkomen. Ook blijft het streven overeind om dat in de jaren erna zo te houden, al zijn garanties bijvoorbeeld wegens mogelijke extra overheidsbezuinigingen niet te geven.
Toenemende werkdruk
Onder medewerkers leven zorgen. Die gaan bijvoorbeeld over een toenemende werkdruk. Die is al hoog, toont eerder onderzoek van de Arbeidsinspectie. Or-voorzitter Ronald Kuil schreef dinsdag: ‘met minder mensen in de organisatie stijgt onvermijdelijk de werkdruk.’ Ook de lokale medezeggenschap is er niet gerust op. Zo verwacht de onderdeelcommissie (odc) van Bouwkunde dat eerder genomen maatregelen om de werkdruk te verlagen teniet worden gedaan door de ombuigingen. “Dat baart ons uiteraard zorgen”, laat ODC-voorzitter Michiel Fremouw weten.
‘Dan kun je niet zeggen dat dit een draconische verhoging van de werkdruk met zich meebrengt’
Nick Bos ziet ook dat er functies vacant zullen moeten blijven, maar wijst erop dat dat aantal op een totaal van grofweg 8 duizend medewerkers meevalt. “Dan kun je niet zeggen dat dit een draconische verhoging van de werkdruk met zich meebrengt, al zullen we daar zeker aandacht voor moeten blijven hebben. Processen die daarin voorzien, zullen onverkort doorgezet moeten worden, want iedereen realiseert zich wel dat er iets moet gebeuren.”
Inspraak en bijsturing
Werkdruk zal een van de onderwerpen zijn waarop de medezeggenschap invloed wil uitoefenen, valt op te maken uit de waarschuwingen vanuit de ondernemingsraad en de onderdeelcommissies. Maar hoeveel ruimte is er nog voor inspraak en bijsturing? De ombuigingsplannen zijn immers al vastgesteld.
Vorige week hekelde or-voorzitter Ronald Kuil het gebrek aan transparantie en inspraak bij het opstellen van de contourenschetsen en de ombuigingsplannen. Niet alleen de centrale medezeggenschap kende de plannen niet, ook veel lokale inspraakorganen tastten in het duister. Kuil drong er bij het cvb op aan om de medezeggenschap vooraf bij de besluitvorming te betrekken in plaats van achteraf te informeren.
Deze week heeft de medezeggenschap de plannen gekregen, vrijwel tegelijk met de rest van de medewerkers. Nick Bos wijst erop dat eerder in veel gevallen niet kon, omdat er al sprake was van een ingewikkeld proces met vele betrokkenen. “De inhoud is met name binnen de directies en faculteiten zelf besproken en dat lijkt me ook het meest voor de hand te liggen.”
Nu de ombuigingsplannen moeten worden doorgevoerd in de begrotingen voor 2026 en de bijbehorende meerjarenbegrotingen is volgens hem het moment aangebroken voor inspraak. Hij spreekt van stevige plannen, die goed en zorgvuldig zijn afgewogen. “Maar als iemand ons ervan kan overtuigen dat we echt een fout maken, dan zou het heel merkwaardig zijn om daar doof voor te zijn. Maar ik zet niet de deur open, en dat wil ik benadrukken, om alles ter discussie te stellen. Dat zou niet reëel zijn, want dan doen we ook geen recht aan iedereen die hier al zo intensief mee bezig is geweest. We geloven in deze plannen. Ze zijn solide. Het zit hem erin dat als we aantoonbaar verkeerd hebben nagedacht of verkeerde beslissingen hebben genomen, dat het dan wel heel on-academisch zou zijn om het daar niet meer over te hebben. Dat past niet bij een universiteit, lijkt mij.”
Door Emiel Beinema, Saskia Bonger en Annebelle de Bruijn
Hoe nu verder?
De faculteiten en directies informeren eind deze week en begin volgende week allemaal hun eigen medewerkers over de plannen voor hun faculteit of dienst. Dat doen ze via de mail, door hun plannen op intranet te publiceren en vaak wat later ook met bijeenkomsten.
Daarnaast gaan de komende maand de directeuren en decanen weer met elkaar in overleg. Zo kunnen ze elkaar beter op de hoogte stellen van de externe effecten van hun ombuigingsplannen, om zoveel mogelijk te voorkomen dat de bezuiniging van de een het probleem van de ander wordt.
Tegelijk is er de komende twee maanden ruimte voor de lokale en centrale medezeggenschap om mee te praten over de begroting voor 2026 en de bijbehorende meerjarenbegroting. De centrale ondernemingsraad heeft daarop adviesrecht, de studentenraad instemmingsrecht.
- Lees meer over de bezuinigingen op het hoger onderwijs en binnen de TU Delft in ons dossier.

Comments are closed.