Voor de jaarlijkse ontwerpwedstrijd moesten eerstejaars werktuigbouwkunde dit jaar een kluisdeur ontwerpen. Een ander team kreeg de sleutels en moest de deur openen, zonder hard te trekken. Dat viel niet altijd mee.
Bij dit project leren eerstejaars studenten werktuigbouwkunde allerlei ontwerpvaardigheden als handtekenen en modelbouwen met karton en MDF-plaat. Na jarenlang knikkermachines bouwen kreeg de ontwerpwedstrijd dit keer een andere invulling. “Ik wilde ze een werktuig laten ontwerpen”, legt bedenker en docent Erik Thomassen (faculteit Mechanical Engineering) uit. Eerst werkte hij aan een opdracht voor een popnageltang, maar die oplossing was te eenduidig en liet te weinig ruimte voor creativiteit.
Heel anders is dat bij de kluisdeur. Het materiaal is 4 millimeter dik MDF (houtvezelplaat) dat met een laser gesneden wordt. Heel ingewikkelde vormen zijn zo gemakkelijk te maken. De kluisdeur moet met twee sleutels geopend worden waarbij een cijfercode ook als sleutel telt. Eenmaal geopend moet het deurtje zonder rukken en trekken vanzelf uit de sponning vallen.
Acht weken hadden de 128 groepen van gemiddeld 7 studenten om een ontwerp te maken en dat te bouwen. Maandag 28 oktober was het moment van de waarheid en werden de ontwerpen publiekelijk getest.
Escape Challenge
Thomassen had de tests in de vorm van een ‘escape challenge’ gegoten. Voorin de collegezaal stonden acht kluisdeurtjes opgesteld. Vertegenwoordigers van de teams stonden niet achter hun eigen deurtje, maar eentje verder zodat een andere student puur op gebruiksaanwijzing met twee sleutels de deur moest openen. Zodra dat gelukt was, konden ze bij de sleutels van het volgende deurtje. Ondertussen tikte de tijd. De acht teams die alle deurtjes het snelst open kregen telden als winnaar. De tijden varieerden tussen iets langer dan drie minuten tot ver voorbij de tien minuten.
‘Draaien, nee niet zo. Andersom. En nu trekken!’
Het publiek in de zaal had het beste zicht op de kluizen. Zij zagen de slotmechanismen bewegen, palletjes verschuiven, onderdelen eruit vallen en vergrendelingen ontsluiten. “Nog iets verder”, riep er dan iemand. Als er uit frustratie aan het deurtje getrokken werd riep het publiek: “Ho ho!” Of: “Je moet schuiven, naar links.”
Het lastigst voor de eerstejaars was het om toe te zien hoe het een ander niet lukte om hun ontwerp te openen, en dan met de handen op de rug te blijven toekijken. Adviseren mocht wel. “Draaien, nee niet zo. Andersom. Ja zo, en nu trekken!”
Studenten mochten tijdens de ontsluiting via de microfoon een toelichting geven op hun ontwerp. “Je eigen ontwerp is toch het simpelst”, stelde een van hen vast. “Alleen jammer dat zij dat niet zien”, riposteerde de interviewer.
Aan de wetenschap
Uiteindelijk gaven alle kluisdeurtjes zich gewonnen, al was daar soms wat kracht voor nodig, advies van de makers, of gewoon even over het muurtje spieken naar wat er misging. Er was geen jury die protesteerde. De ‘challenge’ was ook meer theater dan een wedstrijd.
Buiten de collegezaal begonnen studenten meteen aan de demontage. Ringetjes, boutjes, moertjes belandden allemaal in afzonderlijke bakjes en de MDF-onderdelen gingen in een verzamelbak. Ook een optie was om het kluisdeurtje aan docent Thomassen te geven als illustratiemateriaal voor een volgende keer. Student Thom Weber koos daarvoor, en liet hun creatie plechtig na “aan de wetenschap.”
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
j.w.wassink@tudelft.nl
Comments are closed.