Campus

‘Zonder dromen geen vernieuwing’

Nederland hoopt de Olympische Spelen van 2028 te mogen organiseren. De studievereniging van Civiele Techniek houdt donderdag 9 december een symposium over de civieltechnische kant ervan. Professor Michiel Haas spreekt er over duurzaamheid.


Duurzaamheid is een breed begrip. Over welk deel gaat u het hebben?

“Onder duurzaamheid wordt over het algemeen people, planet en profit verstaan. Ik zal het vooral hebben over het planet-gedeelte. Dat wil zeggen over de milieueffecten van de voorgenomen werkzaamheden en hoe we die zoveel mogelijk kunnen minimaliseren.”


De Olympische Spelen duren een week of drie. Dus een korte invasie en wij blijven zitten met de schillen en de dozen, stel ik me zo voor.

“Als je het zo stelt, lijkt het inderdaad per definitie een enorm milieuvervuilende bijeenkomst. Maar de geschiedenis leert ons dat bijna alle Olympische Spelen hebben geleid tot een enorme boost van de economie van het betreffende gebied. En natuurlijk is de uitdaging de gebouwen, stadions en andere bouwwerken en infrastructuur zodanig aan te leggen dat ze een zinvolle bestemming hebben na de Spelen.”


Als de Spelen hier komen, dan dus het liefst duurzaam. Wat biedt de civiele techniek op dat punt?

“De uitdaging is groot, maar de mogelijkheden ook. De Olympische Spelen zijn een prestigeproject, waar we meer kunnen, mogen en moeten laten zien van wat we kunnen. We zullen vervoerssystemen bedenken die zo min mogelijk vervuiling veroorzaken, zoals wegen die energie opwekken en geleide, onbemande vervoermiddelen tussen faciliteiten en stadions. We boffen met Nederland; alles ligt dicht bij elkaar. We kunnen dus een heel efficiënt systeem ontwerpen waar we na afloop van de Spelen blij mee zijn. Maar ook kan de uitdaging zijn om alles wat we bouwen milieu-neutraal te doen, geen energieverbruik anders dan eigen duurzaam opgewekte.”


U weet veel over materialen en duurzaamheid. Wat kun je daarmee als je gaat bouwen voor de Spelen?

“We gaan een serieus probleem tegemoet met betrekking tot uitputting van grondstoffen. Daar moeten we een statement maken. Voor alles wat we bouwen of aanleggen zou moeten gelden: geen uitputting van grondstoffen of tenminste zo min mogelijk, maximaal recyclen, enzovoort. Ook kunnen we wat leren van het populaire cradle-to-cradle-principe.”


Los van uw vakgebied, hoe ziet u de Olympische Spelen van 2028 in Nederland qua duurzaamheid: waar liggen de kansen?

“Kansen liggen in de compactheid van ons land. Alles is vlakbij. Dus op het gebied van transport kan het met een beetje goede wil absoluut de duurzaamste Spelen ooit worden. Met onze knowhow moeten we ook op de andere gebieden als energieverbruik en materiaalgebruik ver kunnen komen op het gebied van extreme duurzaamheid. Energieneutraal kunnen we nu al, materiaalneutraal kunnen we nog niet. Sterker nog, we weten zelfs nog niet precies wat we daar onder moeten verstaan. Maar dat kunnen we over bijna twee decennia wel.”


Is Nederland het ideale land om een duurzaam evenement te organiseren?

“Daar heb ik geen antwoord op. Je kunt landen moeilijk naast elkaar zetten. Wíj zijn compact, maar in een ander land heb je misschien gratis energie via waterkracht of andere voordelen. Er spelen veel factoren een rol.”


Praten deskundigen en bezoekers op het symposium niet over een veel te verre toekomst?

“Natuurlijk praten we over een verre toekomst. Achttien jaar is een lange periode. Maar zonder ambities en dromen bestaat er geen vernieuwing.”  


www.ps.tudelft.nl/symposium

’Don’t judge a book by its cover’, the saying goes, but of course we’ve all been guilty of this: we’ve all probably judged people by their clothes at one time, and we will again. It’s just a subconscious part of who we are.
To say appearances don’t matter is a lie, especially when it’s a first impression. Sure, you’re still the same person whether dressed up or down, but how people perceive you is totally different. In the ‘normal world’ people generally perceive us more positively if we’re dressed up. But that’s not always so in the world of engineering.
A girlfriend of mine is good-looking, always has flawless makeup and always makes an effort to dress up, yet she’s often underestimated academically by her peers. People have a hard time believing her when she says she’s studying aerospace engineering, and even more so when she mentions that she completed her BSc in three years. One of her former male colleagues was very surprised when she was hired for an hour-intensive job that required good managerial and communication skills. He bluntly told her that it’s a job for a ‘serious, experienced and well-focused’ person, implying that she wasn’t one, that she was just a fun-loving Barbie girl who couldn’t be taken seriously. He made that judgment purely based on her looks.  Of course he eventually had to eat his words, as she proved more than capable of getting the job done, but the question remains: would he have made that initial judgment if it had been a plain, casually-dressed guy or girl applying for the job?
Of course we can argue whether it’s a gender rather than appearance issue, whether a smartly-dressed, well-groomed lad would’ve been taken more seriously than my female friend in this case. My personal experience however suggests it’s indeed at least partly a matter of appearances, not gender.
Some days I like to dress up, while on others a comfy sweatshirt and flat boots do the trick, especially if I’ll be spending time in the workshop that day. It was on one of those days – baggy sweatshirt, jeans and workshop boots – that I was strolling through the aula and came across a stand for one of the TU ‘Student Dream Teams’ presenting their creation and recruiting students. Curios, I stopped to chat to a recruiter about their project. He immediately started talking about the project’s various technical disciplines, asking me what experience I had with certain materials and production methods, whether I preferred this discipline or that. In short, we had a nice chat about the project’s technical aspects.
Fast forward about half a year later and I’m meeting the same guy from the same team at the same presentation in the aula, only this time I’m in a dress and heels, with make-up and dangly earrings. Of course he doesn’t recognize me as the girl he briefly spoke with six months ago. Our conversation went like this:
Me: ‘Wow, interesting project.’
He: ‘You’re interested in joining our team? We could use some people for PR on roll-out and open days.’
Me: ‘Well, actually I’m more interested in the technical stuff.’
He: ‘Oh, of course! We also have plenty of managerial positions!’
He then proceeded to tell me how I could benefit from the managerial experience I’d gain. The thought of me getting down and dirty with the heavy metals and composites obviously never even crossed his mind, so I simply ended our conversation, while smiling on the inside about the power of appearances. Yes indeed, looks can kill: they can kill the engineer in you in the eyes of others.
But does that mean one must sacrifice her feminine style and instead dress like a construction worker if she wants to be taken seriously as an engineer? Not at all. Looks and first impressions only go so far. Past a certain stage guys won’t care what you’re wearing in the workshop, as long as you can get the job done.

Olga Motsyk, from Ukraine, is a BSc aerospace engineering student.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.