Campus

Zoeken naar problemen

Studenten zijn redelijk tevreden over de studieadviseurs op de TU, zo blijkt uit een enquête van Delta. Het gemiddelde cijfer voor de studieadviseurs is maar liefst een zeven.

Studenten zijn redelijk tevreden over de studieadviseurs op de TU, zo blijkt uit een enquête van Delta. Het gemiddelde cijfer voor de studieadviseurs is maar liefst een zeven.

Studieadviseurs vormen de klantenservice van de TU. Net als bij Ikea of V&D wil je daar snel worden geholpen door mensen die weten waar ze het over hebben. Delta deed onderzoek.

Van de ondervraagde studenten is 87 procent wel eens bij de studieadviseur langsgeweest. Zestig procent bezocht de adviseur zelfs meer dan eens. De overige 13 procent van de studenten studeert nominaal en had daarom volgens eigen zeggen geen problemen en dus geen advies nodig.

Op een aantal faculteiten ontkomt niemand aan een gesprek. De eerstejaars studenten worden in een brief opgeroepen langs te komen en een afspraak is dan al voor hen gemaakt. Sommige studenten bevalt dat wel, zo’n eerste kennismaking. Maar een veel gehoorde klacht over dit systeem is dat de studieadviseurs tijdens het onvrijwillige gesprek nog wel eens zoeken naar problemen. Een IO-student vond zijn eerste gesprek ‘vervelend’. ,,Er werd gevraagd of ik wel genoeg sliep en of ik wel vrienden had. Dat vond ik raar.” Overigens zijn de studieadviseurs van Industrieel Ontwerpen wél tevreden over het systeem.

Studieadviseurs krijgen nogal eens de schuld van problemen rond de studie, maar dat is volgens studenten niet altijd terecht. Een student technische bestuurskunde trekt de vergelijking met voetbaltrainers. ,,Zij krijgen ook vaak de schuld van dingen waar ze niets aan kunnen doen. Het komt omdat een studieadviseur vaak afhankelijk is van informatie van docenten”, vermoedt de student. ,,Die informatie is vaak onvolledig en daardoor kan de studieadviseur zijn of haar werk niet goed doen.”
Spreekuur

De studieadviseurs bij Civiele Techniek zijn wel gewend aan kritiek. In de tijd van de verplichte studieplanning waren ze daar doelwit van een gerichte pamflettenactie. Juni vorig jaar werd de Civiel-adviseurs verweten ‘niet gehinderd door enige technische belangstelling of kennis van zaken’ te schrappen in ingediende studieplanningen. Sinds het studieplanningsysteem eind vorig jaar vervangen is door een ander systeem, is het weer rustig op de faculteit. Toeval of niet: Civiel-studenten vinden de kwaliteit van de studieadvisering nog steeds beneden de maat.

Over het geheel genomen lopen de meningen over de kwaliteit van de advisering uiteen, maar een aantal oordelen komt steeds terug. Veel van de ondervraagde studenten onderkennen dat problemen niet zozeer bij de studieadviseurs onstaan, maar elders op de faculteit. Menig student vindt weliswaar dat hij onvolledig is voorgelicht door een studieadviseur, maar dat is slechts voor enkelen reden om een onvoldoende te geven.

Studieadviseurs weten soms te weinig van het curriculum, vinden vooral bouwkunde-studenten. Daarnaast is een wachttijd voor een gesprek met de studieadviseur veel ondervraagden een doorn in het oog. Gelukkig hebben de studieadviseurs bij de meeste faculteiten een inloop-spreekuur, waarvan veel klanten tevreden vertellen dat ze direct worden geholpen. Op andere faculteiten moet eerst een afspraak worden gemaakt, en dat systeem blijkt klachtgevoelig. Vooral bij Lucht- en Ruimtevaart wordt veel geklaagd over lange wachttijden, hoewel dat niet helemaal terecht is. Bij Civiel is het probleem meer structureel. Pas na gemiddeld negen dagen heeft de studieadviseur daar tijd voor een student. Net als bij Civiel en Lucht- en Ruimtevaart is ook bij IO en Bouwkunde het aantal studenten per voltijds studieadviseur hoger dan duizend. Toch klagen studenten van de laatste twee opleidingen relatief weinig over lange wachttijden.
Sollicitatie

Vóór het onderzoek vermoedden de enquêteurs een verband tussen het aantal studenten per studieadviseur en de waardering. Maar vreemd genoeg blijkt dat niet het geval. Waar de kleine faculteiten het in voorgaande onderzoeken goed doen, is er hier juist een omgekeerd verband. Geodeten geven hun studieadviseur zelfs hetlaagste cijfer: een zeer krappe voldoende.

Eén kleine opleiding springt uit de band. De Mijnbouwkundige Vereeniging (de studievereniging van Technische Aardwetenschappen) is erg tevreden met de studieadviseur. Dat mag ook wel, want de vereniging mocht vorig jaar in de sollicitatieprocedure meebeslissen. De persoon die werd aangenomen, drs. P. de Smidt, vond het ‘prima’ dat er een student aan de andere kant van de sollicitatietafel zat. De Smidt: ,,Het is niet zo gek dat er door studenten wordt meebeslist over iemand die er voor studenten is.”

Alhoewel onduidelijk is of de studieadvisering de laatste jaren is veranderd, valt wel op dat ouderejaars negatiever oordelen dan eerstejaars.

Zetten we alle plussen en minnen op een rijtje, dan is de conclusie dat de studieadviseurs het goed doen bij hun klanten. Driekwart van de ondervraagden is goed over hen te spreken.

Uit de Delta-enquête blijkt dat er aan de TU-brede advisering wel het nodige schort. Het Studentenadviesbureau en andere algemene instanties zijn veelal onbekend bij studenten. Ook wat betreft buitenlandse stages en studies vinden studenten de voorlichting slecht. De helft van de ondervraagden meent dat de TU een actiever beleid moet voeren. Twee derde van deze groep is om deze reden zelfs ontevreden over het TU-beleid.
Studieadviseurs_krijgen_gedragscode

Sinds vorig jaar zijn de studieadviseurs en de TU-psychologen bezig met het oprichten van een College van Studentenadviseurs. Bescherming van zowel studieadviseurs, psychologen als studenten is een van de doelen van dit college. Zo is er een beroepscode opgesteld – die nog goedgekeurd moet worden door de faculteiten – waarin rechten en plichten van hulpverleners opgesteld zijn. Het college zal zich ook bezighouden met professionalisering van de hulpverlening aan studenten en zal bovendien de landelijke wetgeving in de gaten houden. Bovendien kunnen studenten met klachten over studieadviseurs straks terecht bij het nieuwe TU-orgaan. Studentenombudsman drs. W.J.M. Knippenberg is ‘niet enthousiast’ over deze regeling. Hij vindt dat studieadviseurs klachten niet ‘onder elkaar’ moeten afhandelen, maar dat een onafhankelijke partij dat moet doen.

,

Studenten zijn redelijk tevreden over de studieadviseurs op de TU, zo blijkt uit een enquête van Delta. Het gemiddelde cijfer voor de studieadviseurs is maar liefst een zeven.

Studieadviseurs vormen de klantenservice van de TU. Net als bij Ikea of V&D wil je daar snel worden geholpen door mensen die weten waar ze het over hebben. Delta deed onderzoek.

Van de ondervraagde studenten is 87 procent wel eens bij de studieadviseur langsgeweest. Zestig procent bezocht de adviseur zelfs meer dan eens. De overige 13 procent van de studenten studeert nominaal en had daarom volgens eigen zeggen geen problemen en dus geen advies nodig.

Op een aantal faculteiten ontkomt niemand aan een gesprek. De eerstejaars studenten worden in een brief opgeroepen langs te komen en een afspraak is dan al voor hen gemaakt. Sommige studenten bevalt dat wel, zo’n eerste kennismaking. Maar een veel gehoorde klacht over dit systeem is dat de studieadviseurs tijdens het onvrijwillige gesprek nog wel eens zoeken naar problemen. Een IO-student vond zijn eerste gesprek ‘vervelend’. ,,Er werd gevraagd of ik wel genoeg sliep en of ik wel vrienden had. Dat vond ik raar.” Overigens zijn de studieadviseurs van Industrieel Ontwerpen wél tevreden over het systeem.

Studieadviseurs krijgen nogal eens de schuld van problemen rond de studie, maar dat is volgens studenten niet altijd terecht. Een student technische bestuurskunde trekt de vergelijking met voetbaltrainers. ,,Zij krijgen ook vaak de schuld van dingen waar ze niets aan kunnen doen. Het komt omdat een studieadviseur vaak afhankelijk is van informatie van docenten”, vermoedt de student. ,,Die informatie is vaak onvolledig en daardoor kan de studieadviseur zijn of haar werk niet goed doen.”
Spreekuur

De studieadviseurs bij Civiele Techniek zijn wel gewend aan kritiek. In de tijd van de verplichte studieplanning waren ze daar doelwit van een gerichte pamflettenactie. Juni vorig jaar werd de Civiel-adviseurs verweten ‘niet gehinderd door enige technische belangstelling of kennis van zaken’ te schrappen in ingediende studieplanningen. Sinds het studieplanningsysteem eind vorig jaar vervangen is door een ander systeem, is het weer rustig op de faculteit. Toeval of niet: Civiel-studenten vinden de kwaliteit van de studieadvisering nog steeds beneden de maat.

Over het geheel genomen lopen de meningen over de kwaliteit van de advisering uiteen, maar een aantal oordelen komt steeds terug. Veel van de ondervraagde studenten onderkennen dat problemen niet zozeer bij de studieadviseurs onstaan, maar elders op de faculteit. Menig student vindt weliswaar dat hij onvolledig is voorgelicht door een studieadviseur, maar dat is slechts voor enkelen reden om een onvoldoende te geven.

Studieadviseurs weten soms te weinig van het curriculum, vinden vooral bouwkunde-studenten. Daarnaast is een wachttijd voor een gesprek met de studieadviseur veel ondervraagden een doorn in het oog. Gelukkig hebben de studieadviseurs bij de meeste faculteiten een inloop-spreekuur, waarvan veel klanten tevreden vertellen dat ze direct worden geholpen. Op andere faculteiten moet eerst een afspraak worden gemaakt, en dat systeem blijkt klachtgevoelig. Vooral bij Lucht- en Ruimtevaart wordt veel geklaagd over lange wachttijden, hoewel dat niet helemaal terecht is. Bij Civiel is het probleem meer structureel. Pas na gemiddeld negen dagen heeft de studieadviseur daar tijd voor een student. Net als bij Civiel en Lucht- en Ruimtevaart is ook bij IO en Bouwkunde het aantal studenten per voltijds studieadviseur hoger dan duizend. Toch klagen studenten van de laatste twee opleidingen relatief weinig over lange wachttijden.
Sollicitatie

Vóór het onderzoek vermoedden de enquêteurs een verband tussen het aantal studenten per studieadviseur en de waardering. Maar vreemd genoeg blijkt dat niet het geval. Waar de kleine faculteiten het in voorgaande onderzoeken goed doen, is er hier juist een omgekeerd verband. Geodeten geven hun studieadviseur zelfs hetlaagste cijfer: een zeer krappe voldoende.

Eén kleine opleiding springt uit de band. De Mijnbouwkundige Vereeniging (de studievereniging van Technische Aardwetenschappen) is erg tevreden met de studieadviseur. Dat mag ook wel, want de vereniging mocht vorig jaar in de sollicitatieprocedure meebeslissen. De persoon die werd aangenomen, drs. P. de Smidt, vond het ‘prima’ dat er een student aan de andere kant van de sollicitatietafel zat. De Smidt: ,,Het is niet zo gek dat er door studenten wordt meebeslist over iemand die er voor studenten is.”

Alhoewel onduidelijk is of de studieadvisering de laatste jaren is veranderd, valt wel op dat ouderejaars negatiever oordelen dan eerstejaars.

Zetten we alle plussen en minnen op een rijtje, dan is de conclusie dat de studieadviseurs het goed doen bij hun klanten. Driekwart van de ondervraagden is goed over hen te spreken.

Uit de Delta-enquête blijkt dat er aan de TU-brede advisering wel het nodige schort. Het Studentenadviesbureau en andere algemene instanties zijn veelal onbekend bij studenten. Ook wat betreft buitenlandse stages en studies vinden studenten de voorlichting slecht. De helft van de ondervraagden meent dat de TU een actiever beleid moet voeren. Twee derde van deze groep is om deze reden zelfs ontevreden over het TU-beleid.
Studieadviseurs_krijgen_gedragscode

Sinds vorig jaar zijn de studieadviseurs en de TU-psychologen bezig met het oprichten van een College van Studentenadviseurs. Bescherming van zowel studieadviseurs, psychologen als studenten is een van de doelen van dit college. Zo is er een beroepscode opgesteld – die nog goedgekeurd moet worden door de faculteiten – waarin rechten en plichten van hulpverleners opgesteld zijn. Het college zal zich ook bezighouden met professionalisering van de hulpverlening aan studenten en zal bovendien de landelijke wetgeving in de gaten houden. Bovendien kunnen studenten met klachten over studieadviseurs straks terecht bij het nieuwe TU-orgaan. Studentenombudsman drs. W.J.M. Knippenberg is ‘niet enthousiast’ over deze regeling. Hij vindt dat studieadviseurs klachten niet ‘onder elkaar’ moeten afhandelen, maar dat een onafhankelijke partij dat moet doen.

Studenten zijn redelijk tevreden over de studieadviseurs op de TU, zo blijkt uit een enquête van Delta. Het gemiddelde cijfer voor de studieadviseurs is maar liefst een zeven.

Studieadviseurs vormen de klantenservice van de TU. Net als bij Ikea of V&D wil je daar snel worden geholpen door mensen die weten waar ze het over hebben. Delta deed onderzoek.

Van de ondervraagde studenten is 87 procent wel eens bij de studieadviseur langsgeweest. Zestig procent bezocht de adviseur zelfs meer dan eens. De overige 13 procent van de studenten studeert nominaal en had daarom volgens eigen zeggen geen problemen en dus geen advies nodig.

Op een aantal faculteiten ontkomt niemand aan een gesprek. De eerstejaars studenten worden in een brief opgeroepen langs te komen en een afspraak is dan al voor hen gemaakt. Sommige studenten bevalt dat wel, zo’n eerste kennismaking. Maar een veel gehoorde klacht over dit systeem is dat de studieadviseurs tijdens het onvrijwillige gesprek nog wel eens zoeken naar problemen. Een IO-student vond zijn eerste gesprek ‘vervelend’. ,,Er werd gevraagd of ik wel genoeg sliep en of ik wel vrienden had. Dat vond ik raar.” Overigens zijn de studieadviseurs van Industrieel Ontwerpen wél tevreden over het systeem.

Studieadviseurs krijgen nogal eens de schuld van problemen rond de studie, maar dat is volgens studenten niet altijd terecht. Een student technische bestuurskunde trekt de vergelijking met voetbaltrainers. ,,Zij krijgen ook vaak de schuld van dingen waar ze niets aan kunnen doen. Het komt omdat een studieadviseur vaak afhankelijk is van informatie van docenten”, vermoedt de student. ,,Die informatie is vaak onvolledig en daardoor kan de studieadviseur zijn of haar werk niet goed doen.”
Spreekuur

De studieadviseurs bij Civiele Techniek zijn wel gewend aan kritiek. In de tijd van de verplichte studieplanning waren ze daar doelwit van een gerichte pamflettenactie. Juni vorig jaar werd de Civiel-adviseurs verweten ‘niet gehinderd door enige technische belangstelling of kennis van zaken’ te schrappen in ingediende studieplanningen. Sinds het studieplanningsysteem eind vorig jaar vervangen is door een ander systeem, is het weer rustig op de faculteit. Toeval of niet: Civiel-studenten vinden de kwaliteit van de studieadvisering nog steeds beneden de maat.

Over het geheel genomen lopen de meningen over de kwaliteit van de advisering uiteen, maar een aantal oordelen komt steeds terug. Veel van de ondervraagde studenten onderkennen dat problemen niet zozeer bij de studieadviseurs onstaan, maar elders op de faculteit. Menig student vindt weliswaar dat hij onvolledig is voorgelicht door een studieadviseur, maar dat is slechts voor enkelen reden om een onvoldoende te geven.

Studieadviseurs weten soms te weinig van het curriculum, vinden vooral bouwkunde-studenten. Daarnaast is een wachttijd voor een gesprek met de studieadviseur veel ondervraagden een doorn in het oog. Gelukkig hebben de studieadviseurs bij de meeste faculteiten een inloop-spreekuur, waarvan veel klanten tevreden vertellen dat ze direct worden geholpen. Op andere faculteiten moet eerst een afspraak worden gemaakt, en dat systeem blijkt klachtgevoelig. Vooral bij Lucht- en Ruimtevaart wordt veel geklaagd over lange wachttijden, hoewel dat niet helemaal terecht is. Bij Civiel is het probleem meer structureel. Pas na gemiddeld negen dagen heeft de studieadviseur daar tijd voor een student. Net als bij Civiel en Lucht- en Ruimtevaart is ook bij IO en Bouwkunde het aantal studenten per voltijds studieadviseur hoger dan duizend. Toch klagen studenten van de laatste twee opleidingen relatief weinig over lange wachttijden.
Sollicitatie

Vóór het onderzoek vermoedden de enquêteurs een verband tussen het aantal studenten per studieadviseur en de waardering. Maar vreemd genoeg blijkt dat niet het geval. Waar de kleine faculteiten het in voorgaande onderzoeken goed doen, is er hier juist een omgekeerd verband. Geodeten geven hun studieadviseur zelfs hetlaagste cijfer: een zeer krappe voldoende.

Eén kleine opleiding springt uit de band. De Mijnbouwkundige Vereeniging (de studievereniging van Technische Aardwetenschappen) is erg tevreden met de studieadviseur. Dat mag ook wel, want de vereniging mocht vorig jaar in de sollicitatieprocedure meebeslissen. De persoon die werd aangenomen, drs. P. de Smidt, vond het ‘prima’ dat er een student aan de andere kant van de sollicitatietafel zat. De Smidt: ,,Het is niet zo gek dat er door studenten wordt meebeslist over iemand die er voor studenten is.”

Alhoewel onduidelijk is of de studieadvisering de laatste jaren is veranderd, valt wel op dat ouderejaars negatiever oordelen dan eerstejaars.

Zetten we alle plussen en minnen op een rijtje, dan is de conclusie dat de studieadviseurs het goed doen bij hun klanten. Driekwart van de ondervraagden is goed over hen te spreken.

Uit de Delta-enquête blijkt dat er aan de TU-brede advisering wel het nodige schort. Het Studentenadviesbureau en andere algemene instanties zijn veelal onbekend bij studenten. Ook wat betreft buitenlandse stages en studies vinden studenten de voorlichting slecht. De helft van de ondervraagden meent dat de TU een actiever beleid moet voeren. Twee derde van deze groep is om deze reden zelfs ontevreden over het TU-beleid.
Studieadviseurs_krijgen_gedragscode

Sinds vorig jaar zijn de studieadviseurs en de TU-psychologen bezig met het oprichten van een College van Studentenadviseurs. Bescherming van zowel studieadviseurs, psychologen als studenten is een van de doelen van dit college. Zo is er een beroepscode opgesteld – die nog goedgekeurd moet worden door de faculteiten – waarin rechten en plichten van hulpverleners opgesteld zijn. Het college zal zich ook bezighouden met professionalisering van de hulpverlening aan studenten en zal bovendien de landelijke wetgeving in de gaten houden. Bovendien kunnen studenten met klachten over studieadviseurs straks terecht bij het nieuwe TU-orgaan. Studentenombudsman drs. W.J.M. Knippenberg is ‘niet enthousiast’ over deze regeling. Hij vindt dat studieadviseurs klachten niet ‘onder elkaar’ moeten afhandelen, maar dat een onafhankelijke partij dat moet doen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.