De TU Delft eindigt 2019 in tegenstelling tot het voorgaande jaar niet in de min. Hoe komt dat? Vijf vragen over de financiën van de TU.
1. Hoeveel geld gaat er eigenlijk om in de TU?
Dat bedrag is elk jaar hoger. In 2019 kwam er zo’n 762 miljoen euro binnen. Een groot deel van dat geld kwam van de Nederlandse overheid:
Daarnaast had de universiteit zo’n 402 miljoen euro aan eigen vermogen. Een deel daarvan zit in gebouwen. Het andere deel, zo’n 233 miljoen euro, staat daadwerkelijk op de bankrekening van de universiteit.
2. En waar wordt dat geld allemaal aan besteed?
Personeel vormt de grootste kostenpost. Daar is dit jaar 504 miljoen euro naartoe gegaan. Daarnaast was de universiteit zo’n 76 miljoen euro kwijt aan huisvestingslasten en 101 miljoen aan overige lasten, waar bijvoorbeeld ook apparatuur onder valt:
Vorig jaar is onder leiding van PvdA’er Martin van Rijn het landelijke bekostigingssysteem voor het hoger onderwijs en onderzoek op de schop gegaan en herverdeeld ten gunste van bèta-opleidingen. Het doel? Onderzoek en onderwijs meer met elkaar in balans brengen. En dat levert voor de TU ook een ander financieel plaatje op. De ruim 12 miljoen euro die de universiteit dit jaar heeft ontvangen aan de zogenoemde Van Rijn-gelden worden de komende jaren gestoken in het aantrekken van extra onderwijsgevend personeel en het doorvoeren van onderwijsvernieuwingen.
Een ander bedrag, 9,3 miljoen euro, is over van de in 2019 uitgekeerde 10,6 miljoen euro uit het sectorplan Bѐta/Techniek. 1,3 miljoen euro is al uitgegeven en ook de rest gaat naar wetenschappelijk onderzoek.
3. Hoe heeft de TU afgelopen jaar financieel afgesloten?
In tegenstelling tot 2018 heeft de TU het jaar positief afgesloten: 40,6 miljoen euro in de plus om precies te zijn, waar de universiteit uitgegaan was van 14,7 miljoen in de min. Dat het plaatje positiever uitpakt dan verwacht, komt voor een deel door bedragen die de universiteit in 2019 op de valreep ontving. Deze konden hierdoor niet meer in 2019 worden uitgegeven, maar zullen in 2020 en daarna worden besteed. Neem bijvoorbeeld de ruim 12 miljoen euro aan Van Rijn-gelden die naar het aantrekken van extra onderwijsgevend personeel gaan. Ook de 9 miljoen euro van het sectorplan Bѐta/Techniek wordt in meerdere jaren uitgegeven en draagt bij aan het positieve resultaat. In de komende jaarverslagen zullen die miljoenen daarom juist voor een negatief bedrag zorgen.
Andere bedragen die in het jaarverslag als verklaring staan, zijn meer boekhoudkundig van aard. Zo is er voor 2,1 miljoen euro een waardedaling gecorrigeerd op gebouwen van voorgaande jaren. Ook zijn in 2019 oude wetenschappelijke projecten nagegaan. Die waren al wetenschappelijk afgesloten, maar nog niet financieel. Daarnaast is er een bedrag voor de kosten van groot onderhoud ‘geactiveerd’, wat betekent dat ze administratief anders zijn verwerkt. Dat levert 3,2 miljoen euro in de plus op.
4. Wat is de impact van corona op de TU-financiën?
In Nederland begon de coronacrisis pas in 2020, waardoor de invloed van corona in 2019 volgens Rob Kok van de afdeling financiën ‘nihil’ is. Hoewel het nog niet mogelijk is om de volledige impact van de coronacrisis te berekenen, verwacht het college van bestuur niet dat het financiële voortbestaan van de universiteit op de korte en middellange termijn in gevaar komt.
5. Hoe ziet de financiële toekomst van de TU eruit?
Samengevat is het vanaf 2023 nodig om geld te lenen, maar de universiteit blijft wel financieel gezond. Dat is te zien in de zogeheten ‘solvabiliteitsratio’, waarin de verhouding tussen eigen vermogen (plus voorzieningen) en het totale vermogen wordt uitgedrukt. Die blijft ook na het aangaan van leningen boven de door de overheid gestelde richtlijn van 30 procent. Sterker nog: in 2023 en 2024 is de ratio ongeveer gelijk aan de jaren daarvoor:
Hoe kan dat? “Dat is een kunst van niet te veel te lenen en de juiste keuzes maken als het bijvoorbeeld om investeringen gaat”, zegt Kok.
Eén van de grootste kostenposten van de komende jaren zijn de noodzakelijke renovaties en de bouw van nieuwe panden. Onderhoud is lang uitgesteld, waardoor de TU er de komende jaren niet meer omheen kan. In het jaarverslag van 2018 ging de universiteit er nog vanuit dat het de komende tien jaar minstens 650 miljoen euro kwijt is aan de bouw van nieuwe en de renovatie van bestaande gebouwen. In het jaarverslag van 2019 staat hetzelfde bedrag, met de kanttekening dat studentenaantallen waarschijnlijk hoger zullen uitvallen dan eerder geschat. De huisvestingskosten vallen daardoor mogelijk hoger uit. Daarnaast zijn in de schatting de kosten voor eventuele duurzaamheidsmaatregelen niet meegenomen, omdat deze nog niet volledig bekend zijn. De universiteit moet per gebouw onderzoeken welke maatregelen nodig zijn en is daar nog niet klaar mee.
Wat de komende jaren wordt bijgebouwd, is vastgelegd in de campusstrategie. Hoewel de details daarvan om aanbestedingsredenen vertrouwelijk zijn, is een deel van de plannen bekend. Zo is de bouw van het nieuwe onderwijsgebouw Echo begonnen. Op de campus development website staan ook een paar andere onderwijsprojecten. Sport- en cultuurcentrum X krijgt bijvoorbeeld een ‘duurzame facelift’, er zijn plannen voor een parkeergarage aan de Rotterdamseweg en het zwaartepunt van de campus zal uiteindelijk verschuiven van TU Noord naar TU Midden en TU Zuid.
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
a.m.debruijn@tudelft.nl
Comments are closed.