Opinie

Weten om te weten, of weten om te verdienen?

Allocatie: het verdelen van geld over faculteiten en vakgroepen. Volgend jaar gaat de factor productiviteit daarin een grotere rol spelen. De aio’s in Delft vragen zich af wat dat voor hen en hun onderzoek gaat betekenen.

Natuurlijk kunnen de vermeende gevolgen pas over een paar jaar worden gemeten, maar morgen al beleggen zij een ‘sprekersmiddag’ (zaal C Civiele Techniek 13.00 uur).

Volgend jaar wordt het allocatiemodel ingevoerd. Met dit bestuurlijke middel om de eerste geldstroom vanuit het ministerie van Onderwijs over de TU Delft te verdelen wordt vakgroepen en faculteiten een wortel voorgehangen om beter te gaan presteren: aan alle producten die de TU kan leveren wordt een prijskaartje gehangen. Naast de gebruikelijke beloning voor het aantal studenten en promovendi worden nu ook publicaties beloond. Delft is de eerste universiteit in Nederland waar zo’n allocatiemodel wordt ingevoerd.

Het is een nobel streven om goed onderzoek te belonen: als iemand iets briljants heeft uitgevonden is een schouderklopje wel op zijn plaats. In het ‘oude’ verdeelmodel werd een faculteit alleen beoordeeld op het aantal ingeschreven studenten en het aantal afgeleverde ingenieurs, doctors en ontwerpers. Het probleem was en is dat het moeilijk is parameters te geven voor het beoordelen van onderzoek. Per vakgebied kan het publicatiegedrag sterk verschillen.

Het nieuwe allocatiemodel probeert nu deze parameters te realiseren. De hoeveelheid geld die een faculteit krijgt wordt bepaald aan de hand van een formule die bestaat uit een gewogen som van de hoeveelheid studenten, onderwijs, publicaties, octrooien, promoties, ingenieurs en ontwerpers die de faculteit heeft afgeleverd en elk van deze producten heeft een eigen weegfactor.
Opvoeren

In het nieuwe model is het dus erg verleidelijk om de productie op te voeren. Meer publicaties betekent immers meer geld. Dit kan leiden tot een verschuiving van kwaliteit naar kwantiteit. Deze trend is al waarneembaar bij een aantal faculteiten.

Ten eerste zal de aio, die doorgaans verantwoordelijk is voor het merendeel van de wetenschappelijke publicaties, door de beheerder worden duidelijk gemaakt dat er een minimum aantal publicaties wordt verlangd uit zijn of haar onderzoek. Ten tweede kan met de derde geldstroom, dus via de onderzoekopdrachten voor het bedrijfsleven, de eerste geldstroom worden beïnvloed.

Je zet wetenschappers op onderzoek dat wordt betaald door de industrie en laat ze veel publicaties schrijven. Dit zal leiden tot een verschuiving naar toegepast onderzoek. Weten om te weten zal worden weggedrukt door weten om te verdienen.
Dilemma

Natuurlijk is het dilemma to publish or to perish niet nieuw. Het gevoel dat je moet publiceren om wetenschappelijk méé te tellen is de laatste jaren sterker geworden. Een slimme wetenschapper melkt zijn onderwerp dan ook goed uit. Dat wetenschappers dit elkaar aandoen is hun zaak, maar dat nu ook de werkgevers dit principe aanpakken om concurrentie te verhogen is minder fraai.

Natuurlijk beseffen we ons terdege dat het in het tijdsbeeld van de jaren negentig past, dat er alleen geld voor onderzoek beschikbaar is als het op een verantwoorde wijze wordt uitgegeven. Echter, de parameters die het allocatiemodel aanbrengt zijn volgens ons gevaarlijk en kunnen gemakkelijk uitmonden in verlies van fundamentele vakgebieden en kwaliteitsverlies over de gehele linie van het Delftse onderzoek. Als het gaat om het vaststellen van de kwaliteit van onderzoek dan is een beoordeling door een visitatiecommissie in onze ogen een meer wetenschappelijke benadering.

Allocatie: het verdelen van geld over faculteiten en vakgroepen. Volgend jaar gaat de factor productiviteit daarin een grotere rol spelen. De aio’s in Delft vragen zich af wat dat voor hen en hun onderzoek gaat betekenen. Natuurlijk kunnen de vermeende gevolgen pas over een paar jaar worden gemeten, maar morgen al beleggen zij een ‘sprekersmiddag’ (zaal C Civiele Techniek 13.00 uur).

Volgend jaar wordt het allocatiemodel ingevoerd. Met dit bestuurlijke middel om de eerste geldstroom vanuit het ministerie van Onderwijs over de TU Delft te verdelen wordt vakgroepen en faculteiten een wortel voorgehangen om beter te gaan presteren: aan alle producten die de TU kan leveren wordt een prijskaartje gehangen. Naast de gebruikelijke beloning voor het aantal studenten en promovendi worden nu ook publicaties beloond. Delft is de eerste universiteit in Nederland waar zo’n allocatiemodel wordt ingevoerd.

Het is een nobel streven om goed onderzoek te belonen: als iemand iets briljants heeft uitgevonden is een schouderklopje wel op zijn plaats. In het ‘oude’ verdeelmodel werd een faculteit alleen beoordeeld op het aantal ingeschreven studenten en het aantal afgeleverde ingenieurs, doctors en ontwerpers. Het probleem was en is dat het moeilijk is parameters te geven voor het beoordelen van onderzoek. Per vakgebied kan het publicatiegedrag sterk verschillen.

Het nieuwe allocatiemodel probeert nu deze parameters te realiseren. De hoeveelheid geld die een faculteit krijgt wordt bepaald aan de hand van een formule die bestaat uit een gewogen som van de hoeveelheid studenten, onderwijs, publicaties, octrooien, promoties, ingenieurs en ontwerpers die de faculteit heeft afgeleverd en elk van deze producten heeft een eigen weegfactor.
Opvoeren

In het nieuwe model is het dus erg verleidelijk om de productie op te voeren. Meer publicaties betekent immers meer geld. Dit kan leiden tot een verschuiving van kwaliteit naar kwantiteit. Deze trend is al waarneembaar bij een aantal faculteiten.

Ten eerste zal de aio, die doorgaans verantwoordelijk is voor het merendeel van de wetenschappelijke publicaties, door de beheerder worden duidelijk gemaakt dat er een minimum aantal publicaties wordt verlangd uit zijn of haar onderzoek. Ten tweede kan met de derde geldstroom, dus via de onderzoekopdrachten voor het bedrijfsleven, de eerste geldstroom worden beïnvloed.

Je zet wetenschappers op onderzoek dat wordt betaald door de industrie en laat ze veel publicaties schrijven. Dit zal leiden tot een verschuiving naar toegepast onderzoek. Weten om te weten zal worden weggedrukt door weten om te verdienen.
Dilemma

Natuurlijk is het dilemma to publish or to perish niet nieuw. Het gevoel dat je moet publiceren om wetenschappelijk méé te tellen is de laatste jaren sterker geworden. Een slimme wetenschapper melkt zijn onderwerp dan ook goed uit. Dat wetenschappers dit elkaar aandoen is hun zaak, maar dat nu ook de werkgevers dit principe aanpakken om concurrentie te verhogen is minder fraai.

Natuurlijk beseffen we ons terdege dat het in het tijdsbeeld van de jaren negentig past, dat er alleen geld voor onderzoek beschikbaar is als het op een verantwoorde wijze wordt uitgegeven. Echter, de parameters die het allocatiemodel aanbrengt zijn volgens ons gevaarlijk en kunnen gemakkelijk uitmonden in verlies van fundamentele vakgebieden en kwaliteitsverlies over de gehele linie van het Delftse onderzoek. Als het gaat om het vaststellen van de kwaliteit van onderzoek dan is een beoordeling door een visitatiecommissie in onze ogen een meer wetenschappelijke benadering.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.