Voor de Vietnamese Can Tho-universiteit lopen de projecten met de TU Delft ten einde. De Nederlandse overheid steekt geen geld in een vervolg. Werktuigbouwkundemedewerkers zoeken naar manieren om de universiteit te blijven helpen.
Een wasmachine om honden en katten mee te reinigen: werktuigbouwkundevoorlichter Frans van der Meijden was opgelucht dat dát ontwerpidee het niet haalde, vorige maand in Vietnam. In oktober reisde hij met collega’s af naar de drassige Mekong-Delta, een gebied dat zich qua oppervlakte en inwoneraantal laat vergelijken met Nederland. Op de Can Tho-universiteit hielp hij een werktuigbouwkundeontwerpwedstrijd op touw te zetten.
Een aantal vrouwelijke studenten en medewerkers mochten ideeën aandragen voor apparaten die het leven van de Vietnamese huisvrouw kunnen verlichten. Dat klinkt jaren-vijftigachtig, maar in een land waar zelfs vrouwen met een drukke baan doorgaans het volledige huishouden voor hun rekening moeten nemen, is het een vooruitstrevend initiatief. Slimme apparaten betekenen dat de vrouwen meer tijd en energie in de eigen loopbaan kunnen steken. De universiteit zal de apparaten ook op de markt brengen, om zo weer nieuwe projecten te bekostigen.
Deze aanpak tekent het Vietnam van 2003. Vooruitgang mag in het westen een beladen begrip zijn, Vietnam stort zich met onvoorstelbare gretigheid op de toekomst. ,,In tien jaar doorloopt het land een complete industriële revolutie”, constateert Sape Miedema, docent en onderzoeker bij de sectie baggertechnologie en supervisor van de werktuigbouwprojecten op de Can Tho-universiteit. ,,En zelfs dat gaat de Vietnamezen eigenlijk nog te langzaam.”
De jury van de ontwerpwedstrijd koos uiteindelijk voor een machine om kleding te vouwen, een apparaat dat ‘draadjesvlees’ maakt van gedroogd vlees en een lift waarmee vrouwen hun motorfiets de doorgaans hoge Vietnamese woningen in kunnen tillen.
Van der Meijden bekent dat de wasmachine voor huisdieren niet helemaal onzinnig was.,,De meeste Vietnamezen leven in krap bemeten woningen. Dan is het prettig om je huisdieren snel te kunnen wassen.” En voor de verontruste dierenliefhebbers: hond en kat worden staand gereinigd, waarbij de kop uit de machine steekt. Maar voor Van der Meijden bleef het een cultuurschok. Dat was wederzijds: ,,Mijn gastheren waren verbijsterd toen ik ze vertelde dat wij in Nederland een Dierenbescherming hebben.”
Oorlog
Sape Miedema (47) herinnert zich de journaalbeelden van de Vietnam-oorlog. Hij is geen ‘geitenwollensokkenfiguur’, zegt hij, maar die beelden zijn de reden dat hij nu, decennia later, Vietnam wil helpen. ,,En er is geen betere manier om te helpen dan het onderwijs te verbeteren.”
De Can Tho-universiteit geldt als één van de twee betere universiteiten van Vietnam. Het onderwijsaanbod is breed en veel docenten hebben op westerse universiteiten ervaring opgedaan. Vijf docenten zijn afgestudeerd of gepromoveerd in Delft.
De TU Delft voerde sinds 1995 een aantal Cicat-projecten uit bij de Can Tho-universiteit. Zo hielp civiele techniek de waterhuishouding rond de rijstbouw te moderniseren, en speelden mensen van werktuigbouwkunde een rol bij het ontwerpen en produceren van betere landbouwmachines. Binnenkort wordt het gebouw van de faculteit Technologie opgeleverd.
Maar een gebrek aan geld en expertise maakt alle vernieuwingen kwetsbaar. ,,Ik schrok toen ik zag in welke toestand het mechatronicalab verkeerde”, zegt John Seiffers, docent mechatronica. ,,Wat ik aantrof was een vochtig hok. Veel essentiële voorzieningen ontbraken. Als ik dat geweten had, had ik veel meer spullen uit Nederland meegebracht.”
De Vietnamese student in Delft met wie hij voor de reis over het lab had gepraat, had hem niet durven vertellen hoe primitief het lab was, realiseert Seiffers zich nu. Is hij gedemotiveerd geraakt? ,,Nee. Nu ik er geweest ben, wil ik helpen. Desnoods betaal ik het ticket zelf. De mensen zijn zo open, zo dankbaar voor wat je voor ze doet. Dat heeft indruk op me gemaakt.”
Wat ook indruk maakte, was het verkeer van Can Tho: een zee van mensen op motorfietsen die op noch om kijken. ,,Oversteken is een kunst die we moesten leren”, grijnst Seiffers. ,,Je moet recht vooruit kijken, strak oversteken en nooit je pas vertragen of versnellen.” Miedema: ,,Het verkeer lijkt op een vloeistofstroom. Je moet te allen tijde turbulentie zien te vermijden.”
Dat laatste advies vat ook de kijk van de Vietnamese regering op onderwijsvernieuwingen aardig samen: die veranderingen gaan langzaam. Veel docenten behoren tot de oude garde en spreken als enige vreemde taal Russisch. Nog altijd worden de eerste drie maanden van elke studie gewijd aan ideologische vakken. ,,Het duurt nog tien jaar voor de vernieuwers de overhand krijgen”, voorspelt Miedema.
De Vietnamese studenten en docenten mogen een achterstand hebben als het gaat om kritisch analyseren en zelfstandig leren, ze verbluften de Delftse bezoekers met hun door de omstandigheden afgedwongen improvisatievermogen en inventiviteit. Miedema: ,,In 2000 heeft de TU Delft drie containers vol verouderde, maar nog goed werkende apparatuur naar Can Tho gestuurd. Delftse docenten slaan hier steil achterover als ze zien wat mensen allemaal op die draai- en freesbanken weten te produceren.”
Zullen de werktuigbouwkundemedewerkers ooit weer naar Han Tho terugkeren? Miedema ziet mogelijkheden. ,,Je hebt de Asia Link-projecten op het gebied van mechatronica en transport. Daarbij moeten wel meerdere Aziatische en Europese universiteiten betrokken zijn. En het zou geweldig zijn als Philips een ict-lab inricht op de Can Tho universiteit. Vietnam is voor westerse bedrijven een interessante markt.”
Een wasmachine om honden en katten mee te reinigen: werktuigbouwkundevoorlichter Frans van der Meijden was opgelucht dat dát ontwerpidee het niet haalde, vorige maand in Vietnam. In oktober reisde hij met collega’s af naar de drassige Mekong-Delta, een gebied dat zich qua oppervlakte en inwoneraantal laat vergelijken met Nederland. Op de Can Tho-universiteit hielp hij een werktuigbouwkundeontwerpwedstrijd op touw te zetten.
Een aantal vrouwelijke studenten en medewerkers mochten ideeën aandragen voor apparaten die het leven van de Vietnamese huisvrouw kunnen verlichten. Dat klinkt jaren-vijftigachtig, maar in een land waar zelfs vrouwen met een drukke baan doorgaans het volledige huishouden voor hun rekening moeten nemen, is het een vooruitstrevend initiatief. Slimme apparaten betekenen dat de vrouwen meer tijd en energie in de eigen loopbaan kunnen steken. De universiteit zal de apparaten ook op de markt brengen, om zo weer nieuwe projecten te bekostigen.
Deze aanpak tekent het Vietnam van 2003. Vooruitgang mag in het westen een beladen begrip zijn, Vietnam stort zich met onvoorstelbare gretigheid op de toekomst. ,,In tien jaar doorloopt het land een complete industriële revolutie”, constateert Sape Miedema, docent en onderzoeker bij de sectie baggertechnologie en supervisor van de werktuigbouwprojecten op de Can Tho-universiteit. ,,En zelfs dat gaat de Vietnamezen eigenlijk nog te langzaam.”
De jury van de ontwerpwedstrijd koos uiteindelijk voor een machine om kleding te vouwen, een apparaat dat ‘draadjesvlees’ maakt van gedroogd vlees en een lift waarmee vrouwen hun motorfiets de doorgaans hoge Vietnamese woningen in kunnen tillen.
Van der Meijden bekent dat de wasmachine voor huisdieren niet helemaal onzinnig was.,,De meeste Vietnamezen leven in krap bemeten woningen. Dan is het prettig om je huisdieren snel te kunnen wassen.” En voor de verontruste dierenliefhebbers: hond en kat worden staand gereinigd, waarbij de kop uit de machine steekt. Maar voor Van der Meijden bleef het een cultuurschok. Dat was wederzijds: ,,Mijn gastheren waren verbijsterd toen ik ze vertelde dat wij in Nederland een Dierenbescherming hebben.”
Oorlog
Sape Miedema (47) herinnert zich de journaalbeelden van de Vietnam-oorlog. Hij is geen ‘geitenwollensokkenfiguur’, zegt hij, maar die beelden zijn de reden dat hij nu, decennia later, Vietnam wil helpen. ,,En er is geen betere manier om te helpen dan het onderwijs te verbeteren.”
De Can Tho-universiteit geldt als één van de twee betere universiteiten van Vietnam. Het onderwijsaanbod is breed en veel docenten hebben op westerse universiteiten ervaring opgedaan. Vijf docenten zijn afgestudeerd of gepromoveerd in Delft.
De TU Delft voerde sinds 1995 een aantal Cicat-projecten uit bij de Can Tho-universiteit. Zo hielp civiele techniek de waterhuishouding rond de rijstbouw te moderniseren, en speelden mensen van werktuigbouwkunde een rol bij het ontwerpen en produceren van betere landbouwmachines. Binnenkort wordt het gebouw van de faculteit Technologie opgeleverd.
Maar een gebrek aan geld en expertise maakt alle vernieuwingen kwetsbaar. ,,Ik schrok toen ik zag in welke toestand het mechatronicalab verkeerde”, zegt John Seiffers, docent mechatronica. ,,Wat ik aantrof was een vochtig hok. Veel essentiële voorzieningen ontbraken. Als ik dat geweten had, had ik veel meer spullen uit Nederland meegebracht.”
De Vietnamese student in Delft met wie hij voor de reis over het lab had gepraat, had hem niet durven vertellen hoe primitief het lab was, realiseert Seiffers zich nu. Is hij gedemotiveerd geraakt? ,,Nee. Nu ik er geweest ben, wil ik helpen. Desnoods betaal ik het ticket zelf. De mensen zijn zo open, zo dankbaar voor wat je voor ze doet. Dat heeft indruk op me gemaakt.”
Wat ook indruk maakte, was het verkeer van Can Tho: een zee van mensen op motorfietsen die op noch om kijken. ,,Oversteken is een kunst die we moesten leren”, grijnst Seiffers. ,,Je moet recht vooruit kijken, strak oversteken en nooit je pas vertragen of versnellen.” Miedema: ,,Het verkeer lijkt op een vloeistofstroom. Je moet te allen tijde turbulentie zien te vermijden.”
Dat laatste advies vat ook de kijk van de Vietnamese regering op onderwijsvernieuwingen aardig samen: die veranderingen gaan langzaam. Veel docenten behoren tot de oude garde en spreken als enige vreemde taal Russisch. Nog altijd worden de eerste drie maanden van elke studie gewijd aan ideologische vakken. ,,Het duurt nog tien jaar voor de vernieuwers de overhand krijgen”, voorspelt Miedema.
De Vietnamese studenten en docenten mogen een achterstand hebben als het gaat om kritisch analyseren en zelfstandig leren, ze verbluften de Delftse bezoekers met hun door de omstandigheden afgedwongen improvisatievermogen en inventiviteit. Miedema: ,,In 2000 heeft de TU Delft drie containers vol verouderde, maar nog goed werkende apparatuur naar Can Tho gestuurd. Delftse docenten slaan hier steil achterover als ze zien wat mensen allemaal op die draai- en freesbanken weten te produceren.”
Zullen de werktuigbouwkundemedewerkers ooit weer naar Han Tho terugkeren? Miedema ziet mogelijkheden. ,,Je hebt de Asia Link-projecten op het gebied van mechatronica en transport. Daarbij moeten wel meerdere Aziatische en Europese universiteiten betrokken zijn. En het zou geweldig zijn als Philips een ict-lab inricht op de Can Tho universiteit. Vietnam is voor westerse bedrijven een interessante markt.”
Comments are closed.