Campus

Waken voor bureaucratie bij nieuwe instituten

Nieuwe virtuele samenwerkingsverbanden binnen de TU? Prima, als het maar geen extra bureaucratie oplevert, reageren betrokkenen.Faculteiten zouden verwant onderzoek moeten bundelen in nieuwe, virtuele onderzoekscentra, zo viel in de strategienota te lezen.

Elk centrum moet worden opgebouwd rond een belangrijk interfacultair onderzoeksthema, uiteenlopend van duurzame energie tot informatie- en communicatietechnologie. De term ‘virtueel’ betekent vooral dat de deelnemers op het instituut geen gezamenlijke ruimte hoeven te betrekken.

Op dit moment zijn de reacties op het plan nog een tikkeltje afwachtend. ,,Op dit moment heeft de discussie over de centra bij ons nog niet de hoogste prioriteit, omdat we nu vooral met de onderzoeksportfolio’s bezig zijn. Maar het idee is niet slecht”, meent ITS-decaan prof.dr.ir. Jan van Katwijk. ,,Zolang het maar niet betekent dat er een nieuwe bestuursstructuur wordt gecreëerd. Ik hoop dat het woord virtueel vooral betekent: niet zo formeel.”

Van Katwijk ziet als grootste voordeel het delen van expertise van alle deelnemers. ,,Het centrum van het ict-onderzoek ligt, met alle respect, toch bij ITS. Tegelijkertijd doet men op vrijwel alle faculteiten onderzoek naar ict-onderwerpen. Het zou goed zijn de onderlinge relaties te versterken.”

Prof.dr.ir. René de Borst leidt het Koiter Instituut voor Mechanica, onderdeel van Lucht- en Ruimtevaarttechnologie. Dit instituut moet de kern gaan vormen van één van de zes virtuele samenwerkingsverbanden. De Borst: ,,Belangrijk is dat duidelijk wordt hoeveel efficiënter de nieuwe opzet zal zijn. De contacten tussen de onderzoekers binnen zo’n virtueel centrum moeten goed lopen, zonder onnodige bureaucratie.”

Nieuwe virtuele samenwerkingsverbanden binnen de TU? Prima, als het maar geen extra bureaucratie oplevert, reageren betrokkenen.

Faculteiten zouden verwant onderzoek moeten bundelen in nieuwe, virtuele onderzoekscentra, zo viel in de strategienota te lezen. Elk centrum moet worden opgebouwd rond een belangrijk interfacultair onderzoeksthema, uiteenlopend van duurzame energie tot informatie- en communicatietechnologie. De term ‘virtueel’ betekent vooral dat de deelnemers op het instituut geen gezamenlijke ruimte hoeven te betrekken.

Op dit moment zijn de reacties op het plan nog een tikkeltje afwachtend. ,,Op dit moment heeft de discussie over de centra bij ons nog niet de hoogste prioriteit, omdat we nu vooral met de onderzoeksportfolio’s bezig zijn. Maar het idee is niet slecht”, meent ITS-decaan prof.dr.ir. Jan van Katwijk. ,,Zolang het maar niet betekent dat er een nieuwe bestuursstructuur wordt gecreëerd. Ik hoop dat het woord virtueel vooral betekent: niet zo formeel.”

Van Katwijk ziet als grootste voordeel het delen van expertise van alle deelnemers. ,,Het centrum van het ict-onderzoek ligt, met alle respect, toch bij ITS. Tegelijkertijd doet men op vrijwel alle faculteiten onderzoek naar ict-onderwerpen. Het zou goed zijn de onderlinge relaties te versterken.”

Prof.dr.ir. René de Borst leidt het Koiter Instituut voor Mechanica, onderdeel van Lucht- en Ruimtevaarttechnologie. Dit instituut moet de kern gaan vormen van één van de zes virtuele samenwerkingsverbanden. De Borst: ,,Belangrijk is dat duidelijk wordt hoeveel efficiënter de nieuwe opzet zal zijn. De contacten tussen de onderzoekers binnen zo’n virtueel centrum moeten goed lopen, zonder onnodige bureaucratie.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.