Herriemakende 5-vwo’ers van het Emmaus College in Rotterdam bezochten deze week de TU. Media & Kennistechnologie (MKT) was deze keer aan de beurt.
De razendsnelle lift van het elektrogebouw blijkt verleidelijk speelgoed voor de scholieren.
MKT probeert de scholieren naar Delft te lokken met enkele aansprekende presentaties. Over fobietherapie en de rol van virtual reality daarin bijvoorbeeld. Bedoeling van het onderzoek is virtual reality te gebruiken als hulpmiddel voor het wegwerken van hoogtevrees, claustrofobie en vliegangst. De scholieren kijken geboeid naar enkele virtuele plaatjes. De interesse begint aanzienlijk te dalen zodra de spreker overgaat op wat technische aspecten. Dat blijkt ook bij de tweede presentaties het geval.
Omar Niamut begint zijn presentatie over het opslaan en opsturen van audio- en beeldgegevens met een vraag: ,,Heb je wel eens geprobeerd naar muziek te luisteren met je mobieltje?” Dat zal niet lukken, meent hij, omdat de gsm voor het omzetten van stemmen een methode gebruikt die voor muziek niet toepasbaar is. Daardoor zal het geluid vervormd aankomen. ,,Maar je kunt toch gewoon een telefoonnummer bellen om muziek te horen te krijgen?” merkt iemand op. ,,Dat kan alleen met een vaste aansluiting”, probeert Niamut onder de vraag uit te komen. Volgens de vraagsteller kan het wel degelijk ook met een mobiele telefoon. ,,Het kan te maken hebben met verschillende bandbreedtes dat de kwaliteit van de muziek niet optimaal blijft”, doet de spreker een tweede poging.
Het enthousiasme dat Niamut tijdens zijn deel heeft opgebouwd, wordt weggewerkt door zijn collega Janroel Koppen, die het tweede deel verzorgt. Door de zwarte achtergrond van de dia’s en de eentonige stem van de spreker, leent dit deel van de voorlichting zich uitstekend voor een middagdutje. Koppen heeft het woord ‘afronden’ nog niet volledig uitgesproken of de zaal begint al te applaudisseren.
‘Communiceren met iconen’ heet het onderzoek van Leon Rothkrantz. Hij legt uit dat werken met plaatjes de communicatie met een mobiele telefoon en computer een stuk sneller zal maken. Maar dan moeten wel eerst standaardiconen worden ontwikkeld. ,,Het zou ook handiger en sneller zijn voor doven als ze met iconen kunnen communiceren”, meent Rothkrantz. ,,Waarom iconen en niet gewoon letters, net als bij sms? Dat is toch even snel, en je hoeft geen symbolen uit het hoofd te kennen”, merkt een van de scholieren op. ,,Waarom zouden doven met iconen communiceren? Ze zijn namelijk doof en niet blind, en ze kunnen typen”, vindt een ander. Van de argumenten van Rothkrantz blijft dan alleen overeind dat je sneller kunt communiceren met een gsm mits je de iconen kent.
En zelfs daarmee is lang niet iedereen in de zaal het eens.
Herriemakende 5-vwo’ers van het Emmaus College in Rotterdam bezochten deze week de TU. Media & Kennistechnologie (MKT) was deze keer aan de beurt. De razendsnelle lift van het elektrogebouw blijkt verleidelijk speelgoed voor de scholieren.
MKT probeert de scholieren naar Delft te lokken met enkele aansprekende presentaties. Over fobietherapie en de rol van virtual reality daarin bijvoorbeeld. Bedoeling van het onderzoek is virtual reality te gebruiken als hulpmiddel voor het wegwerken van hoogtevrees, claustrofobie en vliegangst. De scholieren kijken geboeid naar enkele virtuele plaatjes. De interesse begint aanzienlijk te dalen zodra de spreker overgaat op wat technische aspecten. Dat blijkt ook bij de tweede presentaties het geval.
Omar Niamut begint zijn presentatie over het opslaan en opsturen van audio- en beeldgegevens met een vraag: ,,Heb je wel eens geprobeerd naar muziek te luisteren met je mobieltje?” Dat zal niet lukken, meent hij, omdat de gsm voor het omzetten van stemmen een methode gebruikt die voor muziek niet toepasbaar is. Daardoor zal het geluid vervormd aankomen. ,,Maar je kunt toch gewoon een telefoonnummer bellen om muziek te horen te krijgen?” merkt iemand op. ,,Dat kan alleen met een vaste aansluiting”, probeert Niamut onder de vraag uit te komen. Volgens de vraagsteller kan het wel degelijk ook met een mobiele telefoon. ,,Het kan te maken hebben met verschillende bandbreedtes dat de kwaliteit van de muziek niet optimaal blijft”, doet de spreker een tweede poging.
Het enthousiasme dat Niamut tijdens zijn deel heeft opgebouwd, wordt weggewerkt door zijn collega Janroel Koppen, die het tweede deel verzorgt. Door de zwarte achtergrond van de dia’s en de eentonige stem van de spreker, leent dit deel van de voorlichting zich uitstekend voor een middagdutje. Koppen heeft het woord ‘afronden’ nog niet volledig uitgesproken of de zaal begint al te applaudisseren.
‘Communiceren met iconen’ heet het onderzoek van Leon Rothkrantz. Hij legt uit dat werken met plaatjes de communicatie met een mobiele telefoon en computer een stuk sneller zal maken. Maar dan moeten wel eerst standaardiconen worden ontwikkeld. ,,Het zou ook handiger en sneller zijn voor doven als ze met iconen kunnen communiceren”, meent Rothkrantz. ,,Waarom iconen en niet gewoon letters, net als bij sms? Dat is toch even snel, en je hoeft geen symbolen uit het hoofd te kennen”, merkt een van de scholieren op. ,,Waarom zouden doven met iconen communiceren? Ze zijn namelijk doof en niet blind, en ze kunnen typen”, vindt een ander. Van de argumenten van Rothkrantz blijft dan alleen overeind dat je sneller kunt communiceren met een gsm mits je de iconen kent.
En zelfs daarmee is lang niet iedereen in de zaal het eens.
Comments are closed.