Ouderwets en slecht voor de wetenschap – dát is het Nederlandse hooglerarensysteem. De kritiek komt uit onverwachte hoek: van jonge, veelal buitenlandse universitair hoofddocenten en onderzoekers.
/strong>
Getalenteerde geleerden die het land ontvluchten, buitenlandse onderzoekers die weer opstappen en gedemotiveerde docenten: in Nederland hoort het er allemaal bij. Nu ook in de wetenschap de landsgrenzen steeds meer worden opengebroken, klinkt de roep om hervorming steeds luider. Inzet van de drukte: de professor.
Het Nederlandse hooglerarensysteem is, anders dan bijvoorbeeld in de VS, uiterst star. Wie eenmaal hoogleraar is, zit bovenaan een hiërarchische piramide en kan daar in principe zo lang blijven zitten als hij of zij wil. Tot ongenoegen van ambitieuze, jonge wetenschappers, die steeds bewuster raken van het feit dat het ook anders kan. Zo staat het hoogleraarschap in de VS open voor iedereen die opvallend goed presteert: een getalenteerd academicus kan er in acht tot tien jaar hoogleraar worden. ,,In Nederland zijn universitair docenten en hoofddocenten tweederangs burgers”, constateert prof.dr.ir. Majid Hassanizadeh, een aan de TU Delft verbonden criticaster van het systeem. Nederland probeert het probleem van het doorstroomgebrek te ondervangen met bijzonder hoogleraarschappen en speciale, toegevoegde leerstoelen. Maar het blijft lapwerk, vinden de critici.
Pijnpunt is de begeleiding van promovendi. In Nederland kunnen alleen hoogleraren promovendi begeleiden. In extreme gevallen leidt dat tot situaties waarin de hoogleraar met de eer strijkt, terwijl een universitair (hoofd)docent de eigenlijke begeleiding deed. ,,Los de promotorenkwestie op en je haalt een groot gedeelte van de onvrede weg”, denkt Remco Uijlenhoef, een jonge UHD uit Wageningen. Veel onderzoekers denken dat het een kwestie van tijd is voordat het Nederlandse systeem bezwijkt. ,,Al die jonge onderzoekers die via het promovendisysteem zijn binnengekomen beginnen nu op de deur te kloppen: we willen naar binnen!” zegt Uijlenhoef.
Tot het zover is, zo blijkt, komt het voor dat sommige talenten het land ontvluchten. Zoals Rob van der Hilst, een geofysicus uit Utrecht. Van der Hilst sloeg eens een aanstelling als universitair hoofddocent in Utrecht af, ‘deels omdat de hoogleraar aldaar nog zo jong is.’ Tegenwoordig is Van der Hilst hoogleraar Amerikaanse stijl bij MIT.
Zie ook page four: ‘The times they are changing’
Ouderwets en slecht voor de wetenschap – dát is het Nederlandse hooglerarensysteem. De kritiek komt uit onverwachte hoek: van jonge, veelal buitenlandse universitair hoofddocenten en onderzoekers.
Getalenteerde geleerden die het land ontvluchten, buitenlandse onderzoekers die weer opstappen en gedemotiveerde docenten: in Nederland hoort het er allemaal bij. Nu ook in de wetenschap de landsgrenzen steeds meer worden opengebroken, klinkt de roep om hervorming steeds luider. Inzet van de drukte: de professor.
Het Nederlandse hooglerarensysteem is, anders dan bijvoorbeeld in de VS, uiterst star. Wie eenmaal hoogleraar is, zit bovenaan een hiërarchische piramide en kan daar in principe zo lang blijven zitten als hij of zij wil. Tot ongenoegen van ambitieuze, jonge wetenschappers, die steeds bewuster raken van het feit dat het ook anders kan. Zo staat het hoogleraarschap in de VS open voor iedereen die opvallend goed presteert: een getalenteerd academicus kan er in acht tot tien jaar hoogleraar worden. ,,In Nederland zijn universitair docenten en hoofddocenten tweederangs burgers”, constateert prof.dr.ir. Majid Hassanizadeh, een aan de TU Delft verbonden criticaster van het systeem. Nederland probeert het probleem van het doorstroomgebrek te ondervangen met bijzonder hoogleraarschappen en speciale, toegevoegde leerstoelen. Maar het blijft lapwerk, vinden de critici.
Pijnpunt is de begeleiding van promovendi. In Nederland kunnen alleen hoogleraren promovendi begeleiden. In extreme gevallen leidt dat tot situaties waarin de hoogleraar met de eer strijkt, terwijl een universitair (hoofd)docent de eigenlijke begeleiding deed. ,,Los de promotorenkwestie op en je haalt een groot gedeelte van de onvrede weg”, denkt Remco Uijlenhoef, een jonge UHD uit Wageningen. Veel onderzoekers denken dat het een kwestie van tijd is voordat het Nederlandse systeem bezwijkt. ,,Al die jonge onderzoekers die via het promovendisysteem zijn binnengekomen beginnen nu op de deur te kloppen: we willen naar binnen!” zegt Uijlenhoef.
Tot het zover is, zo blijkt, komt het voor dat sommige talenten het land ontvluchten. Zoals Rob van der Hilst, een geofysicus uit Utrecht. Van der Hilst sloeg eens een aanstelling als universitair hoofddocent in Utrecht af, ‘deels omdat de hoogleraar aldaar nog zo jong is.’ Tegenwoordig is Van der Hilst hoogleraar Amerikaanse stijl bij MIT.
Zie ook page four: ‘The times they are changing’

Comments are closed.