Onderwijs

Tweeëntwintig minuten

Als extra bonus had ik in mijn afstudeercommissie % naast twee aardige en meedenkende begeleiders van de TU % een mystery guest: de hoogleraar, die ik om het afstuderen extra spannend te maken nog even niet te zien kreeg.

,,Hij wil twee weken voor de geplande afstudeerdatum je conceptverslag zien”, vertelde mijn eerste begeleider. ,,Voor een afspraak tussendoor heeft hij geen tijd.”

Aldus geschiedde. Zenuwachtig meldde ik me op de dag des oordeels % precies twee weken voor mijn afstudeerpresentatie % bij de secretaresse van mijn hoogleraar. Ze vroeg of ik even wilde wachten, hij was nog in gesprek. Toen ik de ivoren toren mocht betreden was hij tegelijkertijd zijn e-mail aan het lezen, stapels papier aan het rangschikken en uitgeprinte documenten aan het doorbladeren. Soms zette hij ergens een aantekening. Kon ik nog heel even wachten? Hij was écht bijna klaar.

Na enkele minuten kwam hij tegenover me zitten en bladerde door mijn conceptverslag. Hij had er een paar notities bij gemaakt, die moest ik maar even verwerken. Ik dacht aan de adviezen die ik van anderen kreeg: geef hem altijd gelijk, voer zijn commentaar letterlijk door in je eindverslag en vergeet vooral niet om naar minimaal één publicatie van zijn hand te verwijzen.

Na tweeëntwintig minuten stond ik buiten. Ik had geluk gehad. Tegen een ander had hij kort voor het afstuderen gezegd dat hij het onderwerp van haar afstuderen eigenlijk helemaal niet interessant vond.

Soms kom ik als journalist oude bekenden tegen. Enkele maanden geleden nam mijn afstudeerhoogleraar afscheid als decaan van de faculteit TBM en ik mocht hem interviewen. Ja hoor, hij kon best wat tijd voor mij inruimen. Prima. Anderhalf uur? Ja hoor, dat kan.

Dat kan? Wist hij wel dat anderhalf uur negentig minuten is? En dat negentig minuten ruim vier keer zo lang is als de tijd die hij tijdens mijn afstuderen voor mij vrijmaakte? Is een journalist dan vier keer belangrijker dan een afstudeerder?

Misschien lijkt dit een persoonlijke afrekening, maar dat is het niet. Zulke klaagzangen klinken ook elders. Over hoogleraren die zo’n volle agenda hebben dat ze pas twee maanden later een gaatje hebben. Over hoogleraren die steevast te laat op afspraken verschijnen. En over hoogleraren die % om te verdoezelen dat ze de toegezonden documenten niet gelezen hebben % tijdens elke afspraak schermen met dezelfde stokpaardjes. Een vriend van mij ervoer het als volgt: ,,Ik moest niet opschrijven wat ik geleerd heb, ik moest opschrijven wat mijn hoogleraar wist.”

Natuurlijk, er zijn ook professoren bij wie de afstudeerder dag en nacht kan aankloppen, die elk woord in elk afstudeerverslag drie keer gelezen hebben en die saxofoon komen spelen op het afstudeerfeestje van hun studenten. Het kán dus wel anders. Maar het gaat om die anderen: beseffen zij niet dat het afstuderen voor een student het hoogtepunt van zijn leven is? Is de hoogleraar teveel een manager geworden en nauwelijks meer een wetenschapper? Of heeft de student verkeerde verwachtingen? Ik vrees dat het allemaal waar is. En dat maakt de TU Delft langzaam tot een universiteit met gefrustreerde afgestudeerden.

Rik Kuiper is freelance journalist. Hij studeerde technische bestuurskunde aan de TU Delft.

Als extra bonus had ik in mijn afstudeercommissie % naast twee aardige en meedenkende begeleiders van de TU % een mystery guest: de hoogleraar, die ik om het afstuderen extra spannend te maken nog even niet te zien kreeg. ,,Hij wil twee weken voor de geplande afstudeerdatum je conceptverslag zien”, vertelde mijn eerste begeleider. ,,Voor een afspraak tussendoor heeft hij geen tijd.”

Aldus geschiedde. Zenuwachtig meldde ik me op de dag des oordeels % precies twee weken voor mijn afstudeerpresentatie % bij de secretaresse van mijn hoogleraar. Ze vroeg of ik even wilde wachten, hij was nog in gesprek. Toen ik de ivoren toren mocht betreden was hij tegelijkertijd zijn e-mail aan het lezen, stapels papier aan het rangschikken en uitgeprinte documenten aan het doorbladeren. Soms zette hij ergens een aantekening. Kon ik nog heel even wachten? Hij was écht bijna klaar.

Na enkele minuten kwam hij tegenover me zitten en bladerde door mijn conceptverslag. Hij had er een paar notities bij gemaakt, die moest ik maar even verwerken. Ik dacht aan de adviezen die ik van anderen kreeg: geef hem altijd gelijk, voer zijn commentaar letterlijk door in je eindverslag en vergeet vooral niet om naar minimaal één publicatie van zijn hand te verwijzen.

Na tweeëntwintig minuten stond ik buiten. Ik had geluk gehad. Tegen een ander had hij kort voor het afstuderen gezegd dat hij het onderwerp van haar afstuderen eigenlijk helemaal niet interessant vond.

Soms kom ik als journalist oude bekenden tegen. Enkele maanden geleden nam mijn afstudeerhoogleraar afscheid als decaan van de faculteit TBM en ik mocht hem interviewen. Ja hoor, hij kon best wat tijd voor mij inruimen. Prima. Anderhalf uur? Ja hoor, dat kan.

Dat kan? Wist hij wel dat anderhalf uur negentig minuten is? En dat negentig minuten ruim vier keer zo lang is als de tijd die hij tijdens mijn afstuderen voor mij vrijmaakte? Is een journalist dan vier keer belangrijker dan een afstudeerder?

Misschien lijkt dit een persoonlijke afrekening, maar dat is het niet. Zulke klaagzangen klinken ook elders. Over hoogleraren die zo’n volle agenda hebben dat ze pas twee maanden later een gaatje hebben. Over hoogleraren die steevast te laat op afspraken verschijnen. En over hoogleraren die % om te verdoezelen dat ze de toegezonden documenten niet gelezen hebben % tijdens elke afspraak schermen met dezelfde stokpaardjes. Een vriend van mij ervoer het als volgt: ,,Ik moest niet opschrijven wat ik geleerd heb, ik moest opschrijven wat mijn hoogleraar wist.”

Natuurlijk, er zijn ook professoren bij wie de afstudeerder dag en nacht kan aankloppen, die elk woord in elk afstudeerverslag drie keer gelezen hebben en die saxofoon komen spelen op het afstudeerfeestje van hun studenten. Het kán dus wel anders. Maar het gaat om die anderen: beseffen zij niet dat het afstuderen voor een student het hoogtepunt van zijn leven is? Is de hoogleraar teveel een manager geworden en nauwelijks meer een wetenschapper? Of heeft de student verkeerde verwachtingen? Ik vrees dat het allemaal waar is. En dat maakt de TU Delft langzaam tot een universiteit met gefrustreerde afgestudeerden.

Rik Kuiper is freelance journalist. Hij studeerde technische bestuurskunde aan de TU Delft.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.