Onderwijs

TU kampioen klantonvriendelijke promotieprocedures

De TU heeft trage en kostbare promotieprocedures. Delftse promovendi adviseren: schaf het proefschrift in boekvorm af, maak promoveren in de zomervakantie mogelijk.

/strong>

De TU is de kampioen klantonvriendelijke promotieprocedures. Dit blijkt uit een onderzoek onder tien Europese universiteiten van het Promovendi Overleg Delft (Promood).

De grootste administratieve kwelling voor promovendi is de wachttijd tussen het inleveren van het conceptproefschrift tot de verdediging. Dit is met zestien weken buitenmatig hoog, meent Promood, want universiteiten als het ETH Zürich en de universiteit van Oxford rekenen hiervoor minder dan een maand.

Promood-voorzitter Gerald Dicker: ,,In de praktijk werken promovendi de laatste dag van het arbeidscontract nog aan het concept van hun proefschrift. Vervolgens leven zij maandenlang van werkeloosheidssteun tot zij met hun diploma op de internationale markt kunnen solliciteren. Dit is verspild belastinggeld, en vervelend voor de promovendus.”

De grootste bottleneck voor extra promotievertragingen is de beperkte beschikbaarheid van de senaatszaal in de aula. TU-reglementen schrijven voor dat alleen daar de promotieceremonie mag plaatsvinden.

Dicker: ,,Promoveren kan alleen op maandagen en dinsdagen. En niet in de maanden juli en augustus. Dit zorgt voor enorme vertragingen. De universiteit weigert promoties in de senaatszaal op een derde doordeweekse dag mogelijk te maken. Hierdoor zou zij namelijk inkomsten mislopen bij de aulaverhuur voor congressen en dergelijke. Eigenlijk vind ik het een schande dat de eigen promovendi hier de dupe van worden.”

Het vinden van een mogelijke promotiedatum wordt verder bemoeilijkt door het hoge aantal Delftse commissieleden: zes tot acht. Die moeten allemaal de agenda’s op elkaar afstemmen om aanwezig te kunnen zijn bij de promotie. De grote meerderheid van de onderzochte universiteiten acht twee tot vier beoordelaars voldoende.

Dicker: ,,Uit al onze gegevens blijkt dat promoveren op de TU een administratieve rompslomp is. Het is nog maar zeer de vraag of dit noodzakelijk is om de kwaliteit te waarborgen. Het kan in Oxford of in Zürich toch wel efficiënt?”

Het meest illustratief voor de administratieve hordeloop is hierbij nog wel het aantal formulieren dat promovendi moeten invullen om hun promotie aan te vragen. Zes aan de TU, één aan de universiteit van Oxford.

Opvallend is dat Delftse promovendi bereid zijn te breken met universitaire tradities als dit hun promotiesnelheid kan verhogen. Dicker: ,,Als de universiteit niet wil investeren om de senaatszaal vaker open te stellen voor promoties, dan moet het mogelijk zijn elders te promoveren. Bijvoorbeeld in een collegezaal.”

Bovendien stelt Promood voor het proefschrift als boekwerk af te schaffen. Dicker: ,,Laten we eerlijk zijn: die proefschriften dienen uitsluitend als visitekaartje en verdwijnen onder het stof en in bibliotheken. Sinds afgelopen jaar moeten promovendi hun proefschrift digitaal beschikbaar stellen aan de TU bibliotheek. Het proefschrift is dan gratis te downloaden via internet. Waarom houden we het niet bij deze goedkope en efficiënte vorm van verspreiding?”

De TU heeft trage en kostbare promotieprocedures. Delftse promovendi adviseren: schaf het proefschrift in boekvorm af, maak promoveren in de zomervakantie mogelijk.

De TU is de kampioen klantonvriendelijke promotieprocedures. Dit blijkt uit een onderzoek onder tien Europese universiteiten van het Promovendi Overleg Delft (Promood).

De grootste administratieve kwelling voor promovendi is de wachttijd tussen het inleveren van het conceptproefschrift tot de verdediging. Dit is met zestien weken buitenmatig hoog, meent Promood, want universiteiten als het ETH Zürich en de universiteit van Oxford rekenen hiervoor minder dan een maand.

Promood-voorzitter Gerald Dicker: ,,In de praktijk werken promovendi de laatste dag van het arbeidscontract nog aan het concept van hun proefschrift. Vervolgens leven zij maandenlang van werkeloosheidssteun tot zij met hun diploma op de internationale markt kunnen solliciteren. Dit is verspild belastinggeld, en vervelend voor de promovendus.”

De grootste bottleneck voor extra promotievertragingen is de beperkte beschikbaarheid van de senaatszaal in de aula. TU-reglementen schrijven voor dat alleen daar de promotieceremonie mag plaatsvinden.

Dicker: ,,Promoveren kan alleen op maandagen en dinsdagen. En niet in de maanden juli en augustus. Dit zorgt voor enorme vertragingen. De universiteit weigert promoties in de senaatszaal op een derde doordeweekse dag mogelijk te maken. Hierdoor zou zij namelijk inkomsten mislopen bij de aulaverhuur voor congressen en dergelijke. Eigenlijk vind ik het een schande dat de eigen promovendi hier de dupe van worden.”

Het vinden van een mogelijke promotiedatum wordt verder bemoeilijkt door het hoge aantal Delftse commissieleden: zes tot acht. Die moeten allemaal de agenda’s op elkaar afstemmen om aanwezig te kunnen zijn bij de promotie. De grote meerderheid van de onderzochte universiteiten acht twee tot vier beoordelaars voldoende.

Dicker: ,,Uit al onze gegevens blijkt dat promoveren op de TU een administratieve rompslomp is. Het is nog maar zeer de vraag of dit noodzakelijk is om de kwaliteit te waarborgen. Het kan in Oxford of in Zürich toch wel efficiënt?”

Het meest illustratief voor de administratieve hordeloop is hierbij nog wel het aantal formulieren dat promovendi moeten invullen om hun promotie aan te vragen. Zes aan de TU, één aan de universiteit van Oxford.

Opvallend is dat Delftse promovendi bereid zijn te breken met universitaire tradities als dit hun promotiesnelheid kan verhogen. Dicker: ,,Als de universiteit niet wil investeren om de senaatszaal vaker open te stellen voor promoties, dan moet het mogelijk zijn elders te promoveren. Bijvoorbeeld in een collegezaal.”

Bovendien stelt Promood voor het proefschrift als boekwerk af te schaffen. Dicker: ,,Laten we eerlijk zijn: die proefschriften dienen uitsluitend als visitekaartje en verdwijnen onder het stof en in bibliotheken. Sinds afgelopen jaar moeten promovendi hun proefschrift digitaal beschikbaar stellen aan de TU bibliotheek. Het proefschrift is dan gratis te downloaden via internet. Waarom houden we het niet bij deze goedkope en efficiënte vorm van verspreiding?”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.