Onderwijs
Bezuinigingen hoger onderwijs

Opening collegejaar: vrolijkheid, protest en een onwrikbare minister

Het collegejaar begint op maandag 2 september, net als de acties tegen de aangekondigde bezuinigingen op het hoger onderwijs. Die bezuinigingen gaan gewoon door, blijkt uit antwoorden van minister Eppo Bruins op schriftelijke vragen.

Een demonstratie tegen de langstudeerboete in juni 2024. (Foto: Saskia Bonger)

Vrolijkheid en verwachting voor de studenten die dit collegejaar van start mogen. Ze zijn uitgenodigd voor de opening van het academisch jaar van de TU Delft in de aula, met onder meer vice-rector Rob Mudde, ceo’s, vertegenwoordigers van de studentenraad en de ‘eigen TU Delft rap song’.

De ‘alternatieve opening’ van een brede coalitie van universiteiten, hogescholen en vakbonden is dan al achter de rug. In Utrecht zullen maandagochtend vanaf 11 uur onder meer de voorzitter van de Universiteiten van Nederland en de voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond, de Delftse student Abdelkader Karbache toespraken houden.

Hun acties zijn urgent. Op de derde dinsdag van september, Prinsjesdag, presenteert het nieuwe kabinet de begroting voor volgend jaar. Maar in hun hoofdlijnenakkoord hebben de vier partijen van de coalitie PVV, NCS, BBB en VVD al een flinke bezuiniging op studenten, universiteiten en hogescholen afgesproken. De langstudeerboete, buitenlandse studenten, landelijke sectorplannen… het gaat, afhankelijk van de uitwerking, om bijna een miljard euro.

Kritiek

Geen wonder dat er veel kritiek klinkt, bijvoorbeeld van de universiteiten. Er staan daar vijfduizend banen op de tocht, hebben ze berekend, waarvan 1.200 banen van jonge onderzoekers. Ze dreigen met juridische stappen. Ook de hogescholen verzetten zich tegen de plannen en noemen bezuinigingen op het hbo de “omgekeerde wereld”.

Donderdag beantwoordde minister Eppo Bruins hierover Kamervragen van GroenLinks-PvdA. “Ik begrijp de zorgen die de bezuinigingen met zich meebrengen”, schrijft hij. En ook: “Bij de uitwerking van het kabinetsbeleid neem ik alle signalen mee.”

Maar hij zet toch het mes in het budget. Het kabinet wil bijvoorbeeld de financiering van de ‘sectorplannen’ schrappen, waarin universiteiten landelijk samenwerken. Daar is meer dan tweehonderd miljoen euro mee gemoeid.

‘Bewust’

“Ik ben me bewust van de waarde van de sectorplannen en ook ik hoor de signalen vanuit het veld over de relevantie en noodzaak ervan”, schrijft Bruins. “Tegelijkertijd moeten er financiële keuzes worden gemaakt om de budgettaire opgaven van het hoofdlijnenakkoord te realiseren.”

De bezuinigingen worden eerst uitgewerkt in het ‘regeerprogramma’ en dan in Bruins eigen ‘beleidsagenda’, die op Prinsjesdag naar buiten komt. “Daarin presenteer ik mijn plannen en de wijze waarop de bezuinigingen zullen neerslaan.”

Zijn voorlopige verdediging: het kabinet wil de overheidsfinanciën bewaken en de lasten voor huishoudens en bedrijven verlichten.

‘Woke’

De PVV gaf een heel andere reden om te bezuinigen op het hoger onderwijs: ideologie. Zonder onderbouwing stelde de partij in een debat dat de ‘woke-cultuur’ dominant was in de collegezalen en dat politiek activisme boven wetenschappelijke integriteit ging. “Die tijd is gelukkig voorbij.” De vorige minister van Onderwijs, Robbert Dijkgraaf, vond dat pijnlijk en noemde het revanchisme.

Hoe Bruins hier tegenaan kijkt? “Ik herken mij niet in de gebezigde woorden”, is alles wat hij erover kwijt wil, waarbij het niet helemaal duidelijk is op welke woorden hij doelt: die van de PVV, van Dijkgraaf of van allebei.

HOP, Bas Belleman/Delta, Saskia Bonger

HOP Hoger Onderwijs Persbureau

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

redactie@hogeronderwijspersbureau.nl

Comments are closed.