Onderwijs

TU Delft: vraagbaak voor Telegraaf-lezers

De Telegraaf heeft sinds juni 2001 de rubriek ‘Vraag het TU Delft’, waarin TU-wetenschappers vragen van lezers beantwoorden. Binnenkort start de krant met een website waarin vragen die de krant niet halen, worden beantwoord door deskundigen van KEN (Knowledge Explosion Network), een initiatief van onder meer Delftse studenten.

/strong>

Andere technische universiteiten hebben al voorzichtig geïnformeerd of de TU betaalt voor de rubriek ‘Vraag het TU Delft’ in De Telegraaf. Een groot misverstand, aldus Maarten van der Sanden, wetenschapsvoorlichter bij de Communicatie & Marketing Groep en student-assistent Ingrid Langeveld. Van der Sanden: ,,Wij zijn vorig jaar benaderd door De Telegraaf met het verzoek om mee te werken aan een vraagrubriek. De TU vond het een leuk idee en besloot mee te doen. Wij betalen daar De Telegraaf niets voor en zij ons niet.”

Lezers van De Telegraaf kunnen de vragen e-mailen (overmorgen@telegraaf.nl) of per post opsturen en vervolgens maakt de redactie van het katern Overmorgen een selectie. Deze komt bij Langeveld en Van der Sanden terecht en vervolgens kiezen zij de definitieve vraag. De selectiecriteria zijn dat je de antwoorden niet eenvoudig moet kunnen opzoeken (Wat is de snelheid van het licht?) en niet een politieke mening moeten opleveren (Wat is het nut van windenergie?) Langeveld en Van der Sanden: ,,Daarnaast moeten de vragen aansluiten bij de terreinen van onze wetenschappers. Mensen willen bijvoorbeeld regelmatig iets weten over voedsel en dat is maar voor een deel de expertise van de TU Delft. Ondanks de strenge selectie blijven er meer dan voldoende vragen over die wel beantwoord kunnen worden door de Delftse wetenschappers. Zoals: ‘Hoe veel combinaties van dertien kaarten kan een bridger in één hand krijgen na één uitdeling?’ Een docent statistiek werd te hulp geroepen voor de beantwoording. Een medewerker van Technische Natuurkunde bracht uitkomst bij de vraag: ‘Bij alle grote tennistoernooien kan de snelheid van de bal na het serveren worden afgelezen. Hoe wordt dat gedaan?’

Enthousiast

Langeveld: ,,Over het algemeen zijn het leuke vragen. Het is soms lastig en het kost wat tijd om de juiste wetenschapper te vinden. Maar degenen die wij benaderen werken in de meeste gevallen enthousiast mee aan het beantwoorden. Ook de krant is erg tevreden en biedt ‘onze wetenschappers’ nu zelfs meer ruimte. De eerste maanden stond er een tekening bij de rubriek. Om de wetenschappers in de gelegenheid te stellen een iets langer antwoord te geven % wat soms wel nodig is % vervalt de tekening voortaan.”

De Telegraafrubriek krijgt een soort ‘evenknie’ op internet. Van der Sanden: ,,Los van de rubriek kunnen vragen die de krant niet halen ook beantwoord worden door KEN. Dit is een initiatief van onder meer Delftse studenten, dat ondersteund wordt door de TU Delft. De antwoorden op de vragen worden geplaatst op een nieuwe site van De Telegraaf en waar mogelijk versterkt met links die verwijzen naar achtergrondinformatie die aan de TU Delft aanwezig is.

De website zou het dilemma kunnen doorbreken van de grote hoeveelheid vragen die binnenkomt bij De Telegraaf waarvoor geen plaats is in de krant. Van der Sanden: ,,Er is wel een verschil met de rubriek in de krant; ook wetenschappers buiten de TU Delft zullen door KEN worden benaderd voor een antwoord. KEN ontplooit zelf ook initiatieven met andere partners binnen deze vorm van wetenschapscommunicatie. Neem bijvoorbeeld de eerdergenoemde vragen over voedsel. Als de TU daarvoor de expertise niet in huis heeft, zoekt KEN naar deskundigen op andere universiteiten en instituten.”

De Telegraaf heeft sinds juni 2001 de rubriek ‘Vraag het TU Delft’, waarin TU-wetenschappers vragen van lezers beantwoorden. Binnenkort start de krant met een website waarin vragen die de krant niet halen, worden beantwoord door deskundigen van KEN (Knowledge Explosion Network), een initiatief van onder meer Delftse studenten.

Andere technische universiteiten hebben al voorzichtig geïnformeerd of de TU betaalt voor de rubriek ‘Vraag het TU Delft’ in De Telegraaf. Een groot misverstand, aldus Maarten van der Sanden, wetenschapsvoorlichter bij de Communicatie & Marketing Groep en student-assistent Ingrid Langeveld. Van der Sanden: ,,Wij zijn vorig jaar benaderd door De Telegraaf met het verzoek om mee te werken aan een vraagrubriek. De TU vond het een leuk idee en besloot mee te doen. Wij betalen daar De Telegraaf niets voor en zij ons niet.”

Lezers van De Telegraaf kunnen de vragen e-mailen (overmorgen@telegraaf.nl) of per post opsturen en vervolgens maakt de redactie van het katern Overmorgen een selectie. Deze komt bij Langeveld en Van der Sanden terecht en vervolgens kiezen zij de definitieve vraag. De selectiecriteria zijn dat je de antwoorden niet eenvoudig moet kunnen opzoeken (Wat is de snelheid van het licht?) en niet een politieke mening moeten opleveren (Wat is het nut van windenergie?) Langeveld en Van der Sanden: ,,Daarnaast moeten de vragen aansluiten bij de terreinen van onze wetenschappers. Mensen willen bijvoorbeeld regelmatig iets weten over voedsel en dat is maar voor een deel de expertise van de TU Delft. Ondanks de strenge selectie blijven er meer dan voldoende vragen over die wel beantwoord kunnen worden door de Delftse wetenschappers. Zoals: ‘Hoe veel combinaties van dertien kaarten kan een bridger in één hand krijgen na één uitdeling?’ Een docent statistiek werd te hulp geroepen voor de beantwoording. Een medewerker van Technische Natuurkunde bracht uitkomst bij de vraag: ‘Bij alle grote tennistoernooien kan de snelheid van de bal na het serveren worden afgelezen. Hoe wordt dat gedaan?’

Enthousiast

Langeveld: ,,Over het algemeen zijn het leuke vragen. Het is soms lastig en het kost wat tijd om de juiste wetenschapper te vinden. Maar degenen die wij benaderen werken in de meeste gevallen enthousiast mee aan het beantwoorden. Ook de krant is erg tevreden en biedt ‘onze wetenschappers’ nu zelfs meer ruimte. De eerste maanden stond er een tekening bij de rubriek. Om de wetenschappers in de gelegenheid te stellen een iets langer antwoord te geven % wat soms wel nodig is % vervalt de tekening voortaan.”

De Telegraafrubriek krijgt een soort ‘evenknie’ op internet. Van der Sanden: ,,Los van de rubriek kunnen vragen die de krant niet halen ook beantwoord worden door KEN. Dit is een initiatief van onder meer Delftse studenten, dat ondersteund wordt door de TU Delft. De antwoorden op de vragen worden geplaatst op een nieuwe site van De Telegraaf en waar mogelijk versterkt met links die verwijzen naar achtergrondinformatie die aan de TU Delft aanwezig is.

De website zou het dilemma kunnen doorbreken van de grote hoeveelheid vragen die binnenkomt bij De Telegraaf waarvoor geen plaats is in de krant. Van der Sanden: ,,Er is wel een verschil met de rubriek in de krant; ook wetenschappers buiten de TU Delft zullen door KEN worden benaderd voor een antwoord. KEN ontplooit zelf ook initiatieven met andere partners binnen deze vorm van wetenschapscommunicatie. Neem bijvoorbeeld de eerdergenoemde vragen over voedsel. Als de TU daarvoor de expertise niet in huis heeft, zoekt KEN naar deskundigen op andere universiteiten en instituten.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.