Met afgezegde workshops en onbereikbare datasets dreunen Trumps klappen aan de Amerikaanse wetenschap ook na in Delft. Deze Delftse klimaatwetenschappers maken zich zorgen en pleiten voor doelgerichter wetenschapsbeleid. “De VS laten een gapend gat achter. Dat moeten we in Europa opvullen.”
IJs van de Beaufortzee bij de Noordelijke IJszee. (Foto: USGS via Unsplash)
Voor dit jaar zit hij nog ‘veilig’, maar volgend jaar moet wetenschapper Riccardo Riva (faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen, CiTG) op zoek naar andere datasets. Hij kan namelijk niet meer bij atmosfeergegevens van het Amerikaanse onderzoeksinstituut National Center for Atmospheric Research (NCAR). Riva gebruikt die data voor onderzoek naar interactie tussen het dynamische gedrag van de aarde en veranderingen in de zeespiegel.
Naast NCAR heeft het eveneens Amerikaanse National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) gegevens buiten werking gesteld. Bij NOAA gaat het begin juni in totaal om zo’n 25 datasets over het klimaat. Deze maatregelen vormen slechts één van de mokerslagen die de wetenschappelijke wereld sinds het aantreden van president Trump te verwerken kreeg.
De invloed van Amerikaanse wetenschap op Delft is groot. Gegevens van NCAR en NOAA komen voor in tientallen Delftse wetenschappelijke publicaties. De Verenigde Staten vormen zelfs de belangrijkste samenwerkingspartner van de Delftse universiteit. En de Amerikaanse National Science Foundation (NSF) staat op plek acht van de meest genoemde overheidsfinancierders in wetenschappelijke publicaties waarbij Delftse wetenschappers betrokken zijn. .
Zorgen over ‘enorme bedreigingen’
Delta had de afgelopen weken contact met twaalf Delftse wetenschappers over het recente Amerikaanse wetenschapsbeleid. Met vijf wetenschappers van de afdeling geoscience and remote sensing (CiTG) sprak Delta uitgebreider. Allemaal maken ze zich zorgen over de ontwikkelingen. Ze vinden het belangrijk om zich in de media uit te spreken over dit onderwerp. “De bedreigingen vanuit Amerika zijn enorm”, zegt hoogleraar atmosfeeronderzoek Herman Russchenberg, die onder meer het ontstaan en het gedrag van wolken bestudeert. “Maar ik zit gelukkig in een positie om er mijn mond over open te doen. Ik zit immers in Nederland en heb een vast contract.”
Hij werkt grotendeels met eigen data en eigen weermodellen, maar dat geldt niet voor iedereen. Russchenberg deelt op de faculteit CiTG een gang met vakgenoten die bijvoorbeeld gebruikmaken van Amerikaanse metingen op Antarctica of die grote rekenmodellen draaien op Amerikaanse supercomputers van onderzoeksinstituut NCAR. “Eén van de grote bedreigingen is dat we straks geen toegang meer hebben tot dit soort infrastructuur”, zegt Russchenberg vanuit zijn werkkamer. Hij wijst op kantoren om zich heen. “Veel collega’s knijpen hem.”
Amerikaanse maatregelen op het gebied van klimaatwetenschappen
- President Donald Trump begon op 20 januari 2025 aan zijn tweede termijn. Decreten en maatregelen van de eerste tien dagen Trump, treffen onder meer gezondheids- en klimaatwetenschappen. Zo worden salarissen bevroren van postdocs die werden gefinancierd vanuit de National Science Foundation (NSF).
- Begin februari krijgt het National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) de opdracht om subsidieaanvragen met daarin woorden als ‘klimaatwetenschap, klimaatcrisis en vervuiling’ te
- Eind februari ontslaat de regering Trump honderden van de in totaal 12 duizend NOAA-medewerkers.
- Half april publiceert NOAA een lijst van veertien datasets die ‘buiten gebruik’ worden gesteld, bijvoorbeeld met ingang van 16 juni.
- Eind april zegt NASA de huur op van het Goddard Institute for Space Studies (GISS) dat onderzoek doet naar wereldwijde verandering, waaronder klimaatverandering. Hoewel GISS-medewerkers niet zijn ontslagen, is het moeilijker voor ze hun werk uit te voeren doordat ze plotsklaps moeten thuiswerken.
- Begin mei maakt NOAA bekend om uiterlijk juni nog eens zes producten met betrekking tot maritieme en klimaatwetenschappen buiten werking te stellen. Drie andere producten zijn per direct buiten werking gesteld, waaronder een programma voor het ‘bijhouden van klimaatschade.
Zoektocht in Europa
Riccardo Riva is een van die wetenschappers die de gang deelt met Russchenberg en niet meer bij data kan. De atmosfeergegevens van NCAR dienden om ‘ruis’ uit zijn onderzoek te filteren. “Wind en luchtdruk hebben invloed op de zeespiegel, maar daar kijk ik juist niet naar. Ik onderzoek de impact van oceaanstromingen en het smelten van ijskappen op het zeespiegelniveau. De atmosfeerobservaties gebruikte ik als correctie in mijn onderzoek.”
Riva heeft tot maart data gedownload, maar daarna moet hij op zoek naar alternatieven. “Gelukkig zijn atmosfeermodellen op een paar andere plekken te krijgen, zo zijn er Europese varianten”, zegt Riva. “Het is dus niet extreem erg, maar wel lastig. Dit heeft gevolgen voor bijvoorbeeld de reproduceerbaarheid van mijn voormalige onderzoek.”
‘Deze kleinschalige archiveringsinspanningen vormen een goede aanvulling op de inspanningen van grotere organisaties’
Wetenschappers die zich zorgen maken om databeschikbaarheid, zitten ondertussen niet stil. Zo zijn ruim 170 Europese, Amerikaanse en Australische onderzoekers betrokken bij het Safeguarding Research & Culture-initiatief (SRC), dat als doel heeft om via torrent-bestanden Amerikaanse data te redden die onder Trump dreigen te verdwijnen.
TU-onderzoeker Fredrik Jansson is één van die wetenschappers. Hij archiveert datasets en doet mee aan de torrent-distributie van geredde gegevens. “Ik vind het een belangrijk doel”, zegt Jansson. “Deze kleinschalige archiveringsinspanningen vormen een goede aanvulling op de inspanningen van grotere organisaties. Beiden zijn nodig. Dit collectieve archiveren gaat sneller en is breder verspreid, terwijl instellingen meer middelen kunnen inzetten en mogelijk beter georganiseerd zijn voor bepaalde specifieke data.”
Het Safeguarding-initiatief heeft zo’n 800 terabyte beschikbaar en dankzij die opslagruimte zijn onder meer fundamentele klimaatdata van het NOAA gedupliceerd. Met die terabytes kan SRC veel, maar lang niet alles, vertelde initiatiefnemer en historicus aan de Berlijnse Humboldt-universiteit Henrik Schönemann eerder in NRC: “Data van satellieten en klimaatmodellen vragen nog meer. Dan praat je over petabytes (1000 terabyte, red.)”, aldus Schönemann.
Verzoeken bij SURF
Wie die petabytes wél beschikbaar heeft is SURF, de ict-coöperatie voor het onderwijs. Op de website kunnen wetenschappers een verzoek doen welke data of infrastructuur gearchiveerd moeten worden. De Amerikaanse klimaatonderzoeker Rajashree (Tri) Datta – die sinds oktober voor de TU Delft werkt – heeft zo’n verzoek gedaan. Zij wil bij SURF tachtig terabytes aan cruciale data opslaan die cruciaal zijn voor het onderzoek dat zij op Antarctica doet. Om welke data het gaat wil ze liever niet zeggen.
Datta kijkt met vakgenoten onder meer naar hoe ijsplaten de atmosfeer beïnvloeden, en daarmee ons klimaat. Daarvoor zet ze allerlei soorten data als een puzzel in elkaar: satellietgegevens van ijsmassa’s, grondmetingen op Antarctica en klimaatmodellen met zware berekeningen over bijvoorbeeld hoe snel sneeuw in ijs verandert. “Er hoeft maar één stukje van die puzzel weg te vallen om het onderzoek niet meer goed te kunnen doen. Zoiets moeten we dus voorkomen.”
Uitgestelde workshop
Meteoroloog Stephan de Roode werkt grotendeels met Nederlandse KNMI-data en loopt dus weinig gevaar niet meer bij belangrijke datasets te kunnen. Toch ziet ook hij de invloed van Trump door de gaten en kieren van zijn kantoor sijpelen. Zo zou De Roode in juli naar een wetenschappelijke klimaatworkshop in Portugal gaan. “Die is uitgesteld omdat veel Amerikaanse wetenschappers reisbeperkingen opgelegd hebben gekregen.”
De Roode probeert in zijn dagelijks werk onder meer modellen voor weersverwachting te verbeteren door te kijken naar onder meer turbulentie in de atmosfeer, het gedrag van wolken en het effect van wolken op de reflectie van zonnestraling. “De duurzame energie-industrie gebruikt die verbeterde weersverwachtingen om betere beslissingen te kunnen maken. Als er een wolk voor de zon komt, heb je minder energie uit zonnepanelen en moet je die tijdelijk ergens anders vandaan halen. Omgekeerd wil je geen conventionele centrales laten bijdraaien om aan het eind van de dag te ontdekken dat je al die energie ook uit de zon had kunnen halen.”
Tien jaar achteruit
Alle vijf de wetenschappers schatten niet alleen de schade op korte termijn, maar ook die op lange termijn groot in. “Rekenkracht kunnen we nog wel hierheen halen, maar een gat in data los je niet zomaar op”, zegt Riva. “Soms is twintig of dertig jaar aan data nét genoeg om bepaalde uitspraken te doen over het klimaat. Als je dan opeens een gat hebt van twee jaar, betekent dat tien jaar achteruitgang qua nauwkeurigheid.”
‘Jonge, veelbelovende wetenschappers worden nu massaal ontslagen’
De Roode en Russchenberg vrezen dat de aanwas van wetenschappelijk talent uit de VS stokt: “Jonge, veelbelovende wetenschappers hebben doorgaans tijdelijke contracten. Zij worden nu massaal ontslagen. Dat leidt tot kennisverlies voor de wetenschap én de maatschappij. Want dit zijn de mensen die in de toekomst onder meer weerwaarschuwingen hadden moeten maken”, zegt De Roode.
Pleidooi voor aantrekken jong talent
Russchenberg pleit er voor om de 25 miljoen euro voor wetenschappelijk toptalent die de inmiddels demissionair minister Bruins heeft beloofd, in te zetten voor specifiek jonge wetenschappers. De focus op topwetenschappers die Bruins voor ogen heeft, noemt Russchenberg onverstandig. “De huidige toptalenten uit bijvoorbeeld de Verenigde Staten zijn naar de top geklommen in een Amerikaans systeem.” Dat betekent niet dat ze automatisch ook in Nederland goed gedijen, meent Russchenberg. “Als je jonge mensen aantrekt, kunnen die nog in ons systeem groeien. Bovendien zijn topwetenschappers duur en kun je meer mensen aannemen als je je richt op aanstormend talent.”
‘Op het gebied van klimaatwetenschappen laten de Verenigde Staten een gat na’
Hoewel de wetenschappelijke mokerslagen elkaar in razendsnel tempo opvolgen en vaak onverwacht worden uitgedeeld, vinden Datta en Russchenberg dat de wetenschappelijke wereld doelgerichter moet handelen. “Je ziet dat er nu nog hapsnap wordt gereageerd met allerlei lokale en landelijke initiatieven. Ik vind dat je juist vanuit Nederland of Europa een gerichte analyse moet maken.” Datta: “Op het gebied van klimaatwetenschappen laten de Verenigde Staten een gat na. Dat moeten we als Europa opvullen.”
Nederlandse supercomputer
Als voorbeeld noemt Datta de Nederlandse supercomputer Snellius, waarmee Europa belangrijke infrastructuur op het gebied van klimaat kan overnemen. “Snellius is in staat om berekeningen voor klimaatmodellen te draaien die nu nog gebeuren bij NCAR.” Daar is meer voor nodig dan alleen de computer zelf, beaamt ze. “Je moet ook bereid zijn om de kosten op je te nemen van bijvoorbeeld het in dienst nemen van software engineers die de boel moeten onderhouden.” Ook Riva en De Roode zijn voor een Europees antwoord. Dat betekent dat er weer meer geld moet naar de wetenschap. De Roode: “Die bezuinigingen op universiteiten, mag dat een tandje minder?”
‘Die bezuinigingen op universiteiten, mag dat een tandje minder?’
De Roode en Russchenberg houden hun hart vast voor wat nog komen gaat. Russchenberg wijst op NCAR, waar belangrijke klimaatmodellen op computers draaien omdat hier veel rekenkracht voor nodig is. “NCAR valt weer onder NSF, de Amerikaanse NWO. Hun boekjaar loopt tot september. Tot die tijd zijn ze veilig, maar ik ken veel NSF-wetenschappers die daarna de Trump-wind van voren verwachten.” De Roode: “Ik had nooit verwacht dat de wetenschappelijke afbraak zo snel kon gaan. Er zijn al dingen kapot gemaakt en we hebben nog 3,5 jaar Trump voor de boeg.”
Voor Datta is één ding duidelijk: de wetenschappelijke wereld is voorgoed veranderd. “Voorheen kon je er als wetenschapper vanuit gaan dat de gegevens waarmee je werkte voor altijd beschikbaar zouden zijn. Die tijd is voorbij.”
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
a.m.debruijn@tudelft.nl

Comments are closed.