‘Het is ingewikkeld geworden. Pleidooi voor gewoon gereformeerd’, heet een recent verschenen boekje van de hand van rector magnificus prof.dr.ir. J.
Blaauwendraad. Een bestseller in ‘zwaar’ christelijk Nederland.
Bij het horen van de naam Blaauwendraad loopt boekhandelaar Waltman direct naar de plank ‘Civiele Techniek’, en haalt een werk over de eindige elementenmethode tevoorschijn. Maar het nieuwste boek van de rector is hem onbekend; de titel doet hem even betwijfelen of er wel sprake is van dezelfde Blaauwendraad.
In Delft mag ‘Het is ingewikkeld geworden’ dan nauwelijks bekend zijn, het boek is een topper in klassiek gereformeerde kringen. De eerste druk verscheen op 10 september. Inmiddels ligt de derde druk in de boekhandel. Volgens uitgeverij Groen iets wat haar nog nooit overkomen is.
Blaauwendraad, zelf lid van de Gereformeerde Gemeenten, spreekt in het boekje zijn bezorgdheid uit over de richting waarin ‘leer en prediking’ van de ‘bevindelijke’ protestantse kerken zich de laatste anderhalve eeuw ontwikkeld hebben. Het thema zal primair leden aanspreken van kerkgenootschappen aan de uiterst ‘rechterflank’ van protestants Nederland – kerkgenootschappen die zich verre houden van iedere vrijzinnigheid, en vasthouden aan de oorspronkelijke gereformeerde leer in de lijn van Calvijn. Toch is het vlugschrift ook interessant voor minder toegewijden, omdat het een stukje gereformeerde theologie in een notendop bevat.
Reconstructie
Gebruikmakend van ouderwets gereformeerde begrippen als levendmaking, wedergeboorte, verootmoediging en aanvechting zet Blaauwendraad in het eerste deel van zijn boek op een rijtje hoe de ‘oudvaders’ direct na de Reformatie over bepaalde theologische zaken dachten en schreven: een reconstructie van wat ‘klassiek gereformeerd preken’ inhoudt. Vervolgens tracht hij aan te tonen dat, in tegenstelling tot wat gedacht wordt, de bevindelijke kerken afwijken van deze oorspronkelijk gereformeerde leer, en houdt hij een ,,pleidooi om terug te keren tot ‘gewoon gereformeerd’.”
Wat deugt er niet volgens ‘geïnteresseerd gemeentelid’ Blaauwendraad? Hij laat een aantal onderwerpen de revue passeren. Ten eerste is het volgens Blaauwendraad zo dat ‘de zaligheid’ door God ‘aan allen en iedereen wordt aangeboden’. In de huidige gereformeerde prediking valt dit element echter nauwelijks meer te bespeuren. Dit hangt samen met het feit dat de nadruk van het gelóóf verschoven is naar de zogenaamde ‘levendmaking’: ofwel de ‘onbewuste inlijving’ door God. Het passief ondergaan heeft de plaats ingenomen van het actieve ‘aannemen’ of ‘zich toeëigenen’ van het geloof, zoals de oudvaders dat leerden. Dit neemt volgens Blaauwendraad echter niet weg dat het geloof tegelijkertijd volledig een kwestie is van goddelijke genade (‘een geheimenis’). ,,Het is eeneenzijdig Godswerk om een zondaar van dood levend te maken.”
Het overbenadrukken door de kerk van de passieve ‘inlijving’ is volgens Blaauwendraad onder andere een gevolg van het achttiende eeuwse rationalisme dat de kerk is binnengeslopen, waaruit ‘de drang’ voortkwam ‘het wonder van de genade te willen beredeneren’.
Standen
Een ander punt van Blaauwendraads kritiek vormt de ‘standenprediking’ in zwaar-protestante kring: de gelovige zou een aantal standen moeten doorlopen, voordat hij werkelijk bekeerd is. De overgang van de ene naar de andere stand zou gepaard gaan met een bijzondere geloofservaring. Volgens Blaauwendraad leert de oorspronkelijk reformatorische kerk niets van deze discontinue geloofsniveau’s. En hij betreurt het dat het bijna tot norm verheven is dat God op een ‘zeer persoonlijke wijze’ tot je moet spreken. Deze leer traceert de TU-bestuurder tot het negentiende eeuwse protestantse ‘gezelschapsleven’, waarin ‘ongeschoolde voorgangers’ hun eigen (bijzondere) geloofsweg tot voorbeeld voor allen stelden.
‘De eenvoud van het evangelie’ is verdwenen, klaagt Blaauwendraad. Ofwel: het is ingewikkeld geworden. Dominees die anders preken gaan door voor ‘verdacht’ of ‘oppervlakkig’. ,,Ik ben bezorgd dat de leiding die aan veel gemeenten geboden wordt goede geestelijke groei in de weg staat”, aldus Blaauwendraad. ,,Het hoofddoel van het boekje is om het bezwaarde gemeentelid een hart onder de riem te steken.”
‘Het is ingewikkeld geworden; pleidooi voor gewoon gereformeerd’, Uitgeverij J.J. Groen en Zoon, 80 blz.; ISBN 90 5030 836 8, prijs 19,95 gulden.
‘Het is ingewikkeld geworden. Pleidooi voor gewoon gereformeerd’, heet een recent verschenen boekje van de hand van rector magnificus prof.dr.ir. J. Blaauwendraad. Een bestseller in ‘zwaar’ christelijk Nederland.
Bij het horen van de naam Blaauwendraad loopt boekhandelaar Waltman direct naar de plank ‘Civiele Techniek’, en haalt een werk over de eindige elementenmethode tevoorschijn. Maar het nieuwste boek van de rector is hem onbekend; de titel doet hem even betwijfelen of er wel sprake is van dezelfde Blaauwendraad.
In Delft mag ‘Het is ingewikkeld geworden’ dan nauwelijks bekend zijn, het boek is een topper in klassiek gereformeerde kringen. De eerste druk verscheen op 10 september. Inmiddels ligt de derde druk in de boekhandel. Volgens uitgeverij Groen iets wat haar nog nooit overkomen is.
Blaauwendraad, zelf lid van de Gereformeerde Gemeenten, spreekt in het boekje zijn bezorgdheid uit over de richting waarin ‘leer en prediking’ van de ‘bevindelijke’ protestantse kerken zich de laatste anderhalve eeuw ontwikkeld hebben. Het thema zal primair leden aanspreken van kerkgenootschappen aan de uiterst ‘rechterflank’ van protestants Nederland – kerkgenootschappen die zich verre houden van iedere vrijzinnigheid, en vasthouden aan de oorspronkelijke gereformeerde leer in de lijn van Calvijn. Toch is het vlugschrift ook interessant voor minder toegewijden, omdat het een stukje gereformeerde theologie in een notendop bevat.
Reconstructie
Gebruikmakend van ouderwets gereformeerde begrippen als levendmaking, wedergeboorte, verootmoediging en aanvechting zet Blaauwendraad in het eerste deel van zijn boek op een rijtje hoe de ‘oudvaders’ direct na de Reformatie over bepaalde theologische zaken dachten en schreven: een reconstructie van wat ‘klassiek gereformeerd preken’ inhoudt. Vervolgens tracht hij aan te tonen dat, in tegenstelling tot wat gedacht wordt, de bevindelijke kerken afwijken van deze oorspronkelijk gereformeerde leer, en houdt hij een ,,pleidooi om terug te keren tot ‘gewoon gereformeerd’.”
Wat deugt er niet volgens ‘geïnteresseerd gemeentelid’ Blaauwendraad? Hij laat een aantal onderwerpen de revue passeren. Ten eerste is het volgens Blaauwendraad zo dat ‘de zaligheid’ door God ‘aan allen en iedereen wordt aangeboden’. In de huidige gereformeerde prediking valt dit element echter nauwelijks meer te bespeuren. Dit hangt samen met het feit dat de nadruk van het gelóóf verschoven is naar de zogenaamde ‘levendmaking’: ofwel de ‘onbewuste inlijving’ door God. Het passief ondergaan heeft de plaats ingenomen van het actieve ‘aannemen’ of ‘zich toeëigenen’ van het geloof, zoals de oudvaders dat leerden. Dit neemt volgens Blaauwendraad echter niet weg dat het geloof tegelijkertijd volledig een kwestie is van goddelijke genade (‘een geheimenis’). ,,Het is eeneenzijdig Godswerk om een zondaar van dood levend te maken.”
Het overbenadrukken door de kerk van de passieve ‘inlijving’ is volgens Blaauwendraad onder andere een gevolg van het achttiende eeuwse rationalisme dat de kerk is binnengeslopen, waaruit ‘de drang’ voortkwam ‘het wonder van de genade te willen beredeneren’.
Standen
Een ander punt van Blaauwendraads kritiek vormt de ‘standenprediking’ in zwaar-protestante kring: de gelovige zou een aantal standen moeten doorlopen, voordat hij werkelijk bekeerd is. De overgang van de ene naar de andere stand zou gepaard gaan met een bijzondere geloofservaring. Volgens Blaauwendraad leert de oorspronkelijk reformatorische kerk niets van deze discontinue geloofsniveau’s. En hij betreurt het dat het bijna tot norm verheven is dat God op een ‘zeer persoonlijke wijze’ tot je moet spreken. Deze leer traceert de TU-bestuurder tot het negentiende eeuwse protestantse ‘gezelschapsleven’, waarin ‘ongeschoolde voorgangers’ hun eigen (bijzondere) geloofsweg tot voorbeeld voor allen stelden.
‘De eenvoud van het evangelie’ is verdwenen, klaagt Blaauwendraad. Ofwel: het is ingewikkeld geworden. Dominees die anders preken gaan door voor ‘verdacht’ of ‘oppervlakkig’. ,,Ik ben bezorgd dat de leiding die aan veel gemeenten geboden wordt goede geestelijke groei in de weg staat”, aldus Blaauwendraad. ,,Het hoofddoel van het boekje is om het bezwaarde gemeentelid een hart onder de riem te steken.”
‘Het is ingewikkeld geworden; pleidooi voor gewoon gereformeerd’, Uitgeverij J.J. Groen en Zoon, 80 blz.; ISBN 90 5030 836 8, prijs 19,95 gulden.
Comments are closed.