Campus

Technologie zoemt zacht een woordje mee

Wie nog geen zwevende kiezer was, wordt het wel wanneer hij zich verdiept in de standpunten van de verschillende partijen over technologie.Meer aandacht voor informatie- en communicatietechnologie is geboden.

Daarover zijn alle politieke partijen het wel eens. ‘Ict’ is een van de buzzwords uit de verkiezingsprogramma’s. Veel partijen wijden er gloedvolle woorden aan in hun inleiding, zelfs nog voor de veiligheid en de multiculturele samenleving ter sprake komen.

Maar ict is nauwelijks iets waarop de partijen zich profileren en valt daarmee af als richtsnoer voor het rode potlood. Veeleer is ict veroordeeld tot de rol van alom aanwezige figurant. Er is bijna geen maatschappelijk probleemveld of de computer wordt er bijgehaald. De wachtlijsten, de achterstanden, de files, alles wat prangt en knelt in de postpaarse samenleving kan volgens veel partijprogramma’s wel een goede ict-beurt gebruiken.

De Pvda (‘Samen voor de toekomst’) begint er in haar inleiding meteen over. Nummer drie van de tien ‘kernambities’ luidt: ,,Hoogwaardige ict-voorzieningen zullen voor iedereen toegankelijk zijn.” De sociaal-democraten willen, om maar eens wat te noemen, meer ict in de gezondheidszorg en geven als voorbeeld ‘een chatlijn met ziekenhuis of huisarts’.

Als het aan de Pvda ligt, is er vanaf 2006 voor ieder schoolkind een computer met hoogwaardige internetverbinding beschikbaar. De overheid gaat zelf vaker internet gebruiken voor de al dan niet vrijwillige communicatie met haar onderdanen. Zulke ideeën leven ook bij de oude coalitievrienden VVD en D66.

De VVD (‘Ruimte, respect en vooruitgang’) zou de VVD niet zijn als er niet bij stond: ,,De overheid maakt meer gebruik van de technologie om modern, grootschalig dynamisch verkeersmanagement te verwezenlijken.” De meeste andere partijen houden het liever op een rol van internet in het verminderen van het woon-werkverkeer, waartoe in diverse programma’s de nieuwe modekreet ’transportpreventie’ opduikt.

Muziek

Het CDA-programma (‘Betrokken samenleving, betrouwbare overheid’) heeft als vierde zin: ,,Internet brengt de wereld in de huiskamer, heeft invloed op het werken en verandert de positie van mensen als burger en als consument.” Maar in de ‘Top-10 CDA-prioriteiten’ komt niets technologisch voor. Elders in het programma treffen we weer wel het landelijk dekkende glasvezelnet aan.

De ict-partij bij uitstek is sinds jaar en dag D66 (‘Liberaal van gedachte, sociaal van gevoel’). De links-liberalen willen zelfs een ‘digitaal grondrecht’ opnemen in de Grondwet. D66 eist ook wettelijke maatregelen tegen spam. Overigens heeft ook de Socialistische Partij (‘Eerste weg links’, met, gek genoeg, een paarse steunkleur) tamelijk gedetailleerde ict-punten in haar programma. Zo waarschuwen de tomaatroden tegen een eventueel verbod op het versleutelen van e-mail en willen ze dat het gratis downloaden van muziek (‘verspreiding van cultuurgoederen’) mogelijk blijft, waarbij de muzikanten overigens wel een vergoeding krijgen via een heffing op lege cd’s.

GroenLinks (‘Overvloed en onbehagen’) verzet zich tegen de ‘digitale tweedeling’ en vindt dit zo belangrijk dat er een aparte minister voor communicatie moet komen. Ze stelt een ict-basispakket voor, onder meer behelzende een breedbandaansluiting voor alle woningen, binnen vier jaar te realiseren.

De ChristenUnie (‘Durf te kiezen voor normen’), waarin GPV en RPF zijn samengegaan, heeft een originele bijdrage met een voorstel om het energiegebruik in de computersector te beperken. Zelfs de SGP (‘Tot uw dienst’ – waar hebben we die kreet meer gehoord?) heeft, ondanks het vele kwalijks dat op de digitale snelweg rondsuist, ict in het hart gesloten: de partij ziet er een goede mogelijkheid in om in binnen- en buitenland werken op zondag tegen te gaan.

Leefbaar Nederland is nog niet helemaal toe aan een uitgebreid verkiezingsprogramma en doet het voorlopig met ‘denkrichtingen’. De partij verzet zich daarin tegen geprivatiseerde monopolies op het gebied van communicatie en energie.

De Lijst Pim Fortuyn (‘Zakelijk met een hart’) kampt met hetzelfde. Pim heeft wel een boek maar nog geen echt partijprogramma. De groepering ziet heil in ict voor de aanpak van de zorgsector en bepleit de bouw van ‘ict-paviljoens’ in de strijd tegen de verkeersoverlast.

Nee, tenzij

Over de andere veelbesproken technologie, biotechnologie, lopen de gemoederen iets hoger op. Hier overheerst de voorkeur om door te gaan met een voorzichtig ‘nee, tenzij’-beleid, ijverig en in verschillende gradaties de ethische grenzen verkennend. Alleen de VVD heeft echt zin in een lekkere biotechnologische revolutie: ,,De Nederlandse kennisinfrastructuur voor biotechnologie is ook in internationaal opzicht uitstekend ontwikkeld”, schrijft zij uitdagend. ,,De benutting van de potentie blijft achter bij de mogelijkheden.”

Technologische innovaties, dat vinden de meeste partijen wel wat. In vrijwel alle partijprogramma’s gaat het dan vooral om zonnecellen, waterstofcellen, biobrandstoffen en windenergie. Ook de VVD zingt de lof van deze vier technologieën maar plaatst er een veelbetekenend zinnetje bij: ,,Kernenergie, indien veilig, blijft een optie en wordt niet bij voorbaat uitgesloten.” De liberalen staan daarmee praktisch alleen, want veel anderen willen niet alleen Borssele sluiten, maar ook Urenco. GroenLinks wil zelfs alle vervoer van radioactieve materialen verbieden tenzij voor medische doeleinden.

Het origineelste programmapunt op technologisch gebied tenslotte komt, verrassend genoeg, voor rekening van de ChristenUnie: ,,Het genereren van warmte uit het asfalt verdient grootschalige toepassing, omdat het slijtage voorkomt, de verkeersveiligheid bevordert en bovendien duurzame energie oplevert.”

Wie nog geen zwevende kiezer was, wordt het wel wanneer hij zich verdiept in de standpunten van de verschillende partijen over technologie.

Meer aandacht voor informatie- en communicatietechnologie is geboden. Daarover zijn alle politieke partijen het wel eens. ‘Ict’ is een van de buzzwords uit de verkiezingsprogramma’s. Veel partijen wijden er gloedvolle woorden aan in hun inleiding, zelfs nog voor de veiligheid en de multiculturele samenleving ter sprake komen.

Maar ict is nauwelijks iets waarop de partijen zich profileren en valt daarmee af als richtsnoer voor het rode potlood. Veeleer is ict veroordeeld tot de rol van alom aanwezige figurant. Er is bijna geen maatschappelijk probleemveld of de computer wordt er bijgehaald. De wachtlijsten, de achterstanden, de files, alles wat prangt en knelt in de postpaarse samenleving kan volgens veel partijprogramma’s wel een goede ict-beurt gebruiken.

De Pvda (‘Samen voor de toekomst’) begint er in haar inleiding meteen over. Nummer drie van de tien ‘kernambities’ luidt: ,,Hoogwaardige ict-voorzieningen zullen voor iedereen toegankelijk zijn.” De sociaal-democraten willen, om maar eens wat te noemen, meer ict in de gezondheidszorg en geven als voorbeeld ‘een chatlijn met ziekenhuis of huisarts’.

Als het aan de Pvda ligt, is er vanaf 2006 voor ieder schoolkind een computer met hoogwaardige internetverbinding beschikbaar. De overheid gaat zelf vaker internet gebruiken voor de al dan niet vrijwillige communicatie met haar onderdanen. Zulke ideeën leven ook bij de oude coalitievrienden VVD en D66.

De VVD (‘Ruimte, respect en vooruitgang’) zou de VVD niet zijn als er niet bij stond: ,,De overheid maakt meer gebruik van de technologie om modern, grootschalig dynamisch verkeersmanagement te verwezenlijken.” De meeste andere partijen houden het liever op een rol van internet in het verminderen van het woon-werkverkeer, waartoe in diverse programma’s de nieuwe modekreet ’transportpreventie’ opduikt.

Muziek

Het CDA-programma (‘Betrokken samenleving, betrouwbare overheid’) heeft als vierde zin: ,,Internet brengt de wereld in de huiskamer, heeft invloed op het werken en verandert de positie van mensen als burger en als consument.” Maar in de ‘Top-10 CDA-prioriteiten’ komt niets technologisch voor. Elders in het programma treffen we weer wel het landelijk dekkende glasvezelnet aan.

De ict-partij bij uitstek is sinds jaar en dag D66 (‘Liberaal van gedachte, sociaal van gevoel’). De links-liberalen willen zelfs een ‘digitaal grondrecht’ opnemen in de Grondwet. D66 eist ook wettelijke maatregelen tegen spam. Overigens heeft ook de Socialistische Partij (‘Eerste weg links’, met, gek genoeg, een paarse steunkleur) tamelijk gedetailleerde ict-punten in haar programma. Zo waarschuwen de tomaatroden tegen een eventueel verbod op het versleutelen van e-mail en willen ze dat het gratis downloaden van muziek (‘verspreiding van cultuurgoederen’) mogelijk blijft, waarbij de muzikanten overigens wel een vergoeding krijgen via een heffing op lege cd’s.

GroenLinks (‘Overvloed en onbehagen’) verzet zich tegen de ‘digitale tweedeling’ en vindt dit zo belangrijk dat er een aparte minister voor communicatie moet komen. Ze stelt een ict-basispakket voor, onder meer behelzende een breedbandaansluiting voor alle woningen, binnen vier jaar te realiseren.

De ChristenUnie (‘Durf te kiezen voor normen’), waarin GPV en RPF zijn samengegaan, heeft een originele bijdrage met een voorstel om het energiegebruik in de computersector te beperken. Zelfs de SGP (‘Tot uw dienst’ – waar hebben we die kreet meer gehoord?) heeft, ondanks het vele kwalijks dat op de digitale snelweg rondsuist, ict in het hart gesloten: de partij ziet er een goede mogelijkheid in om in binnen- en buitenland werken op zondag tegen te gaan.

Leefbaar Nederland is nog niet helemaal toe aan een uitgebreid verkiezingsprogramma en doet het voorlopig met ‘denkrichtingen’. De partij verzet zich daarin tegen geprivatiseerde monopolies op het gebied van communicatie en energie.

De Lijst Pim Fortuyn (‘Zakelijk met een hart’) kampt met hetzelfde. Pim heeft wel een boek maar nog geen echt partijprogramma. De groepering ziet heil in ict voor de aanpak van de zorgsector en bepleit de bouw van ‘ict-paviljoens’ in de strijd tegen de verkeersoverlast.

Nee, tenzij

Over de andere veelbesproken technologie, biotechnologie, lopen de gemoederen iets hoger op. Hier overheerst de voorkeur om door te gaan met een voorzichtig ‘nee, tenzij’-beleid, ijverig en in verschillende gradaties de ethische grenzen verkennend. Alleen de VVD heeft echt zin in een lekkere biotechnologische revolutie: ,,De Nederlandse kennisinfrastructuur voor biotechnologie is ook in internationaal opzicht uitstekend ontwikkeld”, schrijft zij uitdagend. ,,De benutting van de potentie blijft achter bij de mogelijkheden.”

Technologische innovaties, dat vinden de meeste partijen wel wat. In vrijwel alle partijprogramma’s gaat het dan vooral om zonnecellen, waterstofcellen, biobrandstoffen en windenergie. Ook de VVD zingt de lof van deze vier technologieën maar plaatst er een veelbetekenend zinnetje bij: ,,Kernenergie, indien veilig, blijft een optie en wordt niet bij voorbaat uitgesloten.” De liberalen staan daarmee praktisch alleen, want veel anderen willen niet alleen Borssele sluiten, maar ook Urenco. GroenLinks wil zelfs alle vervoer van radioactieve materialen verbieden tenzij voor medische doeleinden.

Het origineelste programmapunt op technologisch gebied tenslotte komt, verrassend genoeg, voor rekening van de ChristenUnie: ,,Het genereren van warmte uit het asfalt verdient grootschalige toepassing, omdat het slijtage voorkomt, de verkeersveiligheid bevordert en bovendien duurzame energie oplevert.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.