Onderwijs

Techniek Museum biedt expertise aan

Collecties ‘inpikken’ van faculteiten wil het Techiek Museum niet, wel: ondersteunen bij beheer, opslag en documentatie. ,,Kijk, dit is een goed voorbeeld,” zegt dr. H.G. Heijmans, directeur Techniek Museum Delft (TMD).

Hij wijst op een foto in Delta waarop een golfmachine bij Civiele Techniek wordt onttakeld. ,,Bewaren was moeilijk omdat de machine te groot was. In overleg met de faculteit heeft het TMD het apparaat gedocumenteerd met foto’s en tekeningen. Op die manier blijft er toch iets van behouden.”

De TMD heeft de opdracht gekregen om op TU-niveau mee te gaan denken over het beheer van de historische verzamelingen op de faculteiten. Zo staat het in de onlangs verschenen nota Collectiebeheer en %beleid Academische Collecties. De samenwerking met Civiele Techniek is een goed voorbeeld hoe Heijmans die taak wil invullen. Aan de faculteiten wil hij de expertise van de TMD aanbieden bij de selectie en het beheer van historisch materiaal. ,,Bewaren is niet altijd mogelijk en dan kan documenteren een optie zijn. Ik wil geen collecties afpakken van faculteiten, tenzij door wanbeheer een historische verzameling bedreigd wordt. Ik zou niet weten waar ik het materiaal moest laten. Evenmin wil ik mij ongevraagd met de zaken van de faculteit bemoeien. Maar als een faculteit niet weet wat er met een object moet gebeuren, dan hebben wij genoeg expertise in huis om te kunnen adviseren.”
Expertisecentrum

De TU-collecties bestaan uit instrumentaria, hoofdzakelijk gebruikt voor het ondersteunen van onderwijs en onderzoek. Op heel diverse manieren zijn de collecties tot stand gekomen. De ene faculteit had een collectiebeleid, bij een ander is een verzameling te danken aan een enthousiaste hoogleraar of medewerker. ,,Ook zijn er faculteiten die niet aan verzamelen deden en alles weggooiden.”

Aan de hand van de nieuwe nota moet de TMD ervoor zorgen dat er eenheid komt in de facultaire aanpak. Een nieuwe organisatie-opzet was mede nodig om in aanmerking te komen voor de Nuis-gelden. Deze subsidie, vernoemd naar de voormalige staatssecretaris Aad Nuis, vereist dat een universiteit een duidelijk organisatiestructuur heeft voor alle selecties.

De TMD wil beginnen met de ondersteuning van de faculteiten bij het samenstellen van een collectieplan. Dit moet het doel en de bestemming van een verzameling beschrijven, een noodzakelijke voorwaarde om te komen tot een selectiebeleid. ,,Maar wij gaan niets weggooien van de faculteiten, dat bepalen ze zelf.”

Ook op het terrein van beheer, opslag en documentatie wil Heijmans de faculteiten de TMD-expertise aanbieden. ,,Hoe onderhoud je het materiaal? Wie heeft de sleutel? Hoe breng je de collectie in kaart?”
Aanvullend

In de nota wordt ook de intentie van het opzetten van een TU-museum gemeld. Het college van bestuur onderzoekt de mogelijkheden hiervoor in het gebied TU-Noord.

Heijmans benadrukt dat hij niet van plan is om voor het museum op ‘strooptocht’ te gaan bij de faculteiten. ,,Aan collecties die een rol spelen bij het onderwijs en onderzoek komen wij absoluut niet. Bij andere collectie kan wellicht een deel in het museum komen en een deel op de faculteit blijven, maar daar zal altijd uitgebreid overleg over worden gevoerd.”

Heijmans hoopt dat hij faculteiten ervan kan overtuigen dat de TMD-expertise hun collectiebeleid niet bedreigt, maar juist verlicht. ,,Verzorgen en bijhouden van een collectie is niet iets dat een medewerker er op een zondagmiddag even bij doet.”

Zijn voorbeeld is Utrecht. De universiteit in deze stad heeft een uitgebreid universitair museum. ,,Centraal is een volwassen museum ontwikkeld. Verder heeft de museumdirecteur een inspectiebevoegdheid voor de collecties van de faculteiten. In Delft wil ik het collectiebeleid in dezelfde trend aanpakken.”

,,Kijk, dit is een goed voorbeeld,” zegt dr. H.G. Heijmans, directeur Techniek Museum Delft (TMD). Hij wijst op een foto in Delta waarop een golfmachine bij Civiele Techniek wordt onttakeld. ,,Bewaren was moeilijk omdat de machine te groot was. In overleg met de faculteit heeft het TMD het apparaat gedocumenteerd met foto’s en tekeningen. Op die manier blijft er toch iets van behouden.”

De TMD heeft de opdracht gekregen om op TU-niveau mee te gaan denken over het beheer van de historische verzamelingen op de faculteiten. Zo staat het in de onlangs verschenen nota Collectiebeheer en %beleid Academische Collecties. De samenwerking met Civiele Techniek is een goed voorbeeld hoe Heijmans die taak wil invullen. Aan de faculteiten wil hij de expertise van de TMD aanbieden bij de selectie en het beheer van historisch materiaal. ,,Bewaren is niet altijd mogelijk en dan kan documenteren een optie zijn. Ik wil geen collecties afpakken van faculteiten, tenzij door wanbeheer een historische verzameling bedreigd wordt. Ik zou niet weten waar ik het materiaal moest laten. Evenmin wil ik mij ongevraagd met de zaken van de faculteit bemoeien. Maar als een faculteit niet weet wat er met een object moet gebeuren, dan hebben wij genoeg expertise in huis om te kunnen adviseren.”
Expertisecentrum

De TU-collecties bestaan uit instrumentaria, hoofdzakelijk gebruikt voor het ondersteunen van onderwijs en onderzoek. Op heel diverse manieren zijn de collecties tot stand gekomen. De ene faculteit had een collectiebeleid, bij een ander is een verzameling te danken aan een enthousiaste hoogleraar of medewerker. ,,Ook zijn er faculteiten die niet aan verzamelen deden en alles weggooiden.”

Aan de hand van de nieuwe nota moet de TMD ervoor zorgen dat er eenheid komt in de facultaire aanpak. Een nieuwe organisatie-opzet was mede nodig om in aanmerking te komen voor de Nuis-gelden. Deze subsidie, vernoemd naar de voormalige staatssecretaris Aad Nuis, vereist dat een universiteit een duidelijk organisatiestructuur heeft voor alle selecties.

De TMD wil beginnen met de ondersteuning van de faculteiten bij het samenstellen van een collectieplan. Dit moet het doel en de bestemming van een verzameling beschrijven, een noodzakelijke voorwaarde om te komen tot een selectiebeleid. ,,Maar wij gaan niets weggooien van de faculteiten, dat bepalen ze zelf.”

Ook op het terrein van beheer, opslag en documentatie wil Heijmans de faculteiten de TMD-expertise aanbieden. ,,Hoe onderhoud je het materiaal? Wie heeft de sleutel? Hoe breng je de collectie in kaart?”
Aanvullend

In de nota wordt ook de intentie van het opzetten van een TU-museum gemeld. Het college van bestuur onderzoekt de mogelijkheden hiervoor in het gebied TU-Noord.

Heijmans benadrukt dat hij niet van plan is om voor het museum op ‘strooptocht’ te gaan bij de faculteiten. ,,Aan collecties die een rol spelen bij het onderwijs en onderzoek komen wij absoluut niet. Bij andere collectie kan wellicht een deel in het museum komen en een deel op de faculteit blijven, maar daar zal altijd uitgebreid overleg over worden gevoerd.”

Heijmans hoopt dat hij faculteiten ervan kan overtuigen dat de TMD-expertise hun collectiebeleid niet bedreigt, maar juist verlicht. ,,Verzorgen en bijhouden van een collectie is niet iets dat een medewerker er op een zondagmiddag even bij doet.”

Zijn voorbeeld is Utrecht. De universiteit in deze stad heeft een uitgebreid universitair museum. ,,Centraal is een volwassen museum ontwikkeld. Verder heeft de museumdirecteur een inspectiebevoegdheid voor de collecties van de faculteiten. In Delft wil ik het collectiebeleid in dezelfde trend aanpakken.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.