Campus

Taxi!

Een blik op de snelheidsmeter doet mijn adem stokken: 160 kilometer per uur. De locatie: een laan in het centrum van Boedapest, op weg van ons hotel naar het station.

Met handen en voeten hebben mijn afstudeerbegeleider en ik duidelijk gemaakt dat we zeeën van tijd hebben en onze trein nog lang niet vertrekt, maar het mag niet baten. De chauffeur van het type ‘jong pikkie’, is niet van plan zich in zijn nog-nooit-gepoetst-en-daar-ik-ben-trots-op Opel Astra door een file tegen te laten houden. De busbaan blijkt in zo’n geval uiterst geschikt om alles en iedereen in te halen en de maximum snelheid van de auto te testen. Om ons nog bleker rond de neus te krijgen pakt hij zijn mobieltje en gaat zitten bellen.

Het zal zijn moeder wel geweest zijn om te zeggen dat het wat later wordt met het eten, maar in werkelijkheid klinkt het Hongaarse gereutel, alsof hij net z’n vriendin dumpt. Zo klinkt daar namelijk ieder gesprek en het bijbehorende ernstige gezicht trekken ze er ook bij. Het is een serieuze bezigheid daar in Hongarije: praten.

Intussen gaat de rit verder met een hand aan het stuur. Voor mij ontbreekt een veiligheidsgordel, alsof dat bij deze snelheid nog zou werken. Publiek op de stoep, op nog geen halve meter afstand van de busbaan wordt met de claxon duidelijk gemaakt dat we eraan komen. Niet dat ze tijd hebben te reageren, dan zijn we al met een noodgang voorbij. Als we aankomen bij het station vraagt de kamikaze in gebroken Engels ‘Here?’ We kunnen alleen maar jaknikken en vervolgens knalt ‘ie hem op de stoep. Waarom zou je ook van de voorrijstrook gebruik maken? We rekenen iets meer dan drie euro af voor een half uur adrenaline. Daar kan toch geen Six Flags-achtbaan tegenop?

Een blik op de snelheidsmeter doet mijn adem stokken: 160 kilometer per uur. De locatie: een laan in het centrum van Boedapest, op weg van ons hotel naar het station. Met handen en voeten hebben mijn afstudeerbegeleider en ik duidelijk gemaakt dat we zeeën van tijd hebben en onze trein nog lang niet vertrekt, maar het mag niet baten. De chauffeur van het type ‘jong pikkie’, is niet van plan zich in zijn nog-nooit-gepoetst-en-daar-ik-ben-trots-op Opel Astra door een file tegen te laten houden. De busbaan blijkt in zo’n geval uiterst geschikt om alles en iedereen in te halen en de maximum snelheid van de auto te testen. Om ons nog bleker rond de neus te krijgen pakt hij zijn mobieltje en gaat zitten bellen.

Het zal zijn moeder wel geweest zijn om te zeggen dat het wat later wordt met het eten, maar in werkelijkheid klinkt het Hongaarse gereutel, alsof hij net z’n vriendin dumpt. Zo klinkt daar namelijk ieder gesprek en het bijbehorende ernstige gezicht trekken ze er ook bij. Het is een serieuze bezigheid daar in Hongarije: praten.

Intussen gaat de rit verder met een hand aan het stuur. Voor mij ontbreekt een veiligheidsgordel, alsof dat bij deze snelheid nog zou werken. Publiek op de stoep, op nog geen halve meter afstand van de busbaan wordt met de claxon duidelijk gemaakt dat we eraan komen. Niet dat ze tijd hebben te reageren, dan zijn we al met een noodgang voorbij. Als we aankomen bij het station vraagt de kamikaze in gebroken Engels ‘Here?’ We kunnen alleen maar jaknikken en vervolgens knalt ‘ie hem op de stoep. Waarom zou je ook van de voorrijstrook gebruik maken? We rekenen iets meer dan drie euro af voor een half uur adrenaline. Daar kan toch geen Six Flags-achtbaan tegenop?

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.