Campus

Surfer Remco Bakker doet aanval op Nederlandse top

Volgens TU-student Remco Bakker is het alleen nog een kwestie van tijd voordat hij bij de beste tien windsurfers van Nederland hoort. Hij staat urenlang op zijn plank, loopt hard, beult zich af in het krachthonk en tussendoor studeert hij industrieel ontwerpen.

Alles opzij voor het surfen. ,,Je moet van je afbijten, soms schreeuwen en schelden.”

Windsurfen is de rode draad in zijn leven. Als Remco Bakker ’s ochtends wakker wordt in zijn ouderlijk huis in Friesland, loopt hij steevast naar het raam en steekt hij zijn hoofd naar buiten. ,,Hoe hard waait het, dat is het eerste waar ik aan denk”, vertelt hij. ,,Ik ben eigenlijk iedere dag met surfen bezig.”

Behalve in Delft, op zijn kamer aan de Hasseltlaan. Daar heeft zijn studie voorrang. Tenminste, nadat hij zijn dagelijkse trainingsprogramma van hardlopen en fitnessen in het TU-sportcentrum heeft afgewerkt. ,,Ik heb ervoor gekozen om dit seizoen vol voor het windsurfen te gaan. Dat betekent niet alleen veel trainen op het water. Als je met topmateriaal werkt, de beste zeilen en boards, dan moet je lichaam ook top zijn.”

Remco Bakker leeft van wedstrijd tot wedstrijd. Staat er een groot surfevenement op de kalender % zoals de World Cup-ontmoeting van deze week op de Duitse Oostzee – dan blijft zijn stoel in de collegezaal leeg. Dat spreekt vanzelf, vindt de Fries. ,,Ik wil in de komende seizoenen bij de beste tien surfers van Nederland gaan horen. Dat gaat lukken, dat weet ik bijna zeker. Maar als je jezelf zo’n doel stelt, weet je ook dat je studievertraging gaat oplopen.”

Banksaldo

Formula windsurfing heet de discipline waarin de Fries wil uitblinken. In een peloton van vele tientallen surfers strijdt hij om de winst in kilometerslange wedstrijden op meren en plassen. Zelf vergelijkt Bakker de sport graag met de Formule 1. ,,Waar de coureurs sleutelen aan hun auto’s, ben ik constant bezig met het afstellen van mijn materiaal. Je zoekt naar de juiste mastpositie, de perfecte zeilspanning. Iedere wedstrijd opnieuw, want alles hangt af van de weersomstandigheden. Als je de wind vol in je zeil hebt, haal je gemakkelijk zestig kilometer per uur. Op een plank die over de golven heen klotst, lijkt dat nog veel sneller. Een gigantisch gevoel.”

En de vergelijking met de autosport gaat verder. Want net als coureurs, presteren jonge surfers vaak bij de gratie van hun banksaldo, of beter: het saldo van hun ouders. Bedraagt de prijs voor één zeil en één plank al ongeveer drieduizend euro, Bakker heeft als fanatiek deelnemer aan wedstrijden zeker zes complete uitrustingen nodig. Kosten: zo’n tienduizend euro.

Maar de Fries heeft geen vader of moeder die met geld strooit. ,,Vooral in de beginjaren heb ik vaak genoeg wedstrijden verloren omdat andere jongens gewoon met beter materiaal het water op gingen”, zegt de TU-student, die al ruim twaalf jaar surft. ,,Jammer genoeg is surfen een elitesport geworden. Maar mijn ouders dachten er niet aan om me te sponsoren met peperdure planken en zeilen. Ik heb twee broers, die hadden ook hun hobby’s. Door veel bijbaantjes in de zomer kon ik altijd precies één uitrusting kopen.”

Oorlog

Inmiddels bewandelt Bakker alternatieve wegen om zijn boards, zeilen, en surfpakken te bemachtigen. Zijn aanval op de top tien van Nederlandse surfers heeft hij zorgvuldig voorbereid door zo veel mogelijk sponsors om zich heen te verzamelen. Hij bracht bezoekjes aan surfwinkels en belde importeurs van zeilen en planken. Met Fanatic boards, Neilpryde en Funsport Makkum, heeft hij een aantal klinkende namen uit de surfwereld aan zich verbonden. Zelfs het industriële bedrijf GTI FIB, de werkgever van zijn vader, steunt Bakker nu financieel.

,,Aan mijn materiaal zal het niet meer liggen”, weet de sporter. ,,Het enige dat succes nog in de weg kan staan, is mijn gebrek aan ervaring. Vooral in de eerste fase van World Cup-wedstrijden, dan is het oorlog op het water. Alle surfplanken liggen nog dicht bij elkaar en iedereen zit elkaar in de weg. Natuurlijk zijn er voorrangsregels, maar vooral het recht van de brutaalste geldt op dat moment. Je moet van je afbijten, er wordt geschreeuwd en gescholden. Alleen de echte wereldtoppers slalommen dan op hun gemak naar voren.”

Perfecte zeil

Over zijn eigen kansen om zich ooit bij die wereldtop te voegen, is Bakker realistisch. ,,Dat is bijna onmogelijk, dan had ik van jongs af aan alles op het surfen moeten gooien”, zegt hij. ,,Ik ken ze wel: die jongens die meteen na de mavo met school zijn gestopt en nu de hele dag trainen. Ze vergeten dat zelfs de allergrootsten in deze sport maar net genoeg geld verdienen om rond te komen. En de kans dat je hun niveau haalt is ook nog heel klein.”

Bakker hecht dan ook veel waarde aan zijn opleiding aan de TU. Maar de keuze tussen industrieel ontwerpen en windsurfen wil hij zo lang mogelijk uitstellen. ,,Ik hoop stage te gaan lopen bij een fabrikant van surfmateriaal. Het lijkt me prachtig om als industrieel ontwerper ooit het perfecte zeil te ontwerpen.”

Volgens TU-student Remco Bakker is het alleen nog een kwestie van tijd voordat hij bij de beste tien windsurfers van Nederland hoort. Hij staat urenlang op zijn plank, loopt hard, beult zich af in het krachthonk en tussendoor studeert hij industrieel ontwerpen. Alles opzij voor het surfen. ,,Je moet van je afbijten, soms schreeuwen en schelden.”

Windsurfen is de rode draad in zijn leven. Als Remco Bakker ’s ochtends wakker wordt in zijn ouderlijk huis in Friesland, loopt hij steevast naar het raam en steekt hij zijn hoofd naar buiten. ,,Hoe hard waait het, dat is het eerste waar ik aan denk”, vertelt hij. ,,Ik ben eigenlijk iedere dag met surfen bezig.”

Behalve in Delft, op zijn kamer aan de Hasseltlaan. Daar heeft zijn studie voorrang. Tenminste, nadat hij zijn dagelijkse trainingsprogramma van hardlopen en fitnessen in het TU-sportcentrum heeft afgewerkt. ,,Ik heb ervoor gekozen om dit seizoen vol voor het windsurfen te gaan. Dat betekent niet alleen veel trainen op het water. Als je met topmateriaal werkt, de beste zeilen en boards, dan moet je lichaam ook top zijn.”

Remco Bakker leeft van wedstrijd tot wedstrijd. Staat er een groot surfevenement op de kalender % zoals de World Cup-ontmoeting van deze week op de Duitse Oostzee – dan blijft zijn stoel in de collegezaal leeg. Dat spreekt vanzelf, vindt de Fries. ,,Ik wil in de komende seizoenen bij de beste tien surfers van Nederland gaan horen. Dat gaat lukken, dat weet ik bijna zeker. Maar als je jezelf zo’n doel stelt, weet je ook dat je studievertraging gaat oplopen.”

Banksaldo

Formula windsurfing heet de discipline waarin de Fries wil uitblinken. In een peloton van vele tientallen surfers strijdt hij om de winst in kilometerslange wedstrijden op meren en plassen. Zelf vergelijkt Bakker de sport graag met de Formule 1. ,,Waar de coureurs sleutelen aan hun auto’s, ben ik constant bezig met het afstellen van mijn materiaal. Je zoekt naar de juiste mastpositie, de perfecte zeilspanning. Iedere wedstrijd opnieuw, want alles hangt af van de weersomstandigheden. Als je de wind vol in je zeil hebt, haal je gemakkelijk zestig kilometer per uur. Op een plank die over de golven heen klotst, lijkt dat nog veel sneller. Een gigantisch gevoel.”

En de vergelijking met de autosport gaat verder. Want net als coureurs, presteren jonge surfers vaak bij de gratie van hun banksaldo, of beter: het saldo van hun ouders. Bedraagt de prijs voor één zeil en één plank al ongeveer drieduizend euro, Bakker heeft als fanatiek deelnemer aan wedstrijden zeker zes complete uitrustingen nodig. Kosten: zo’n tienduizend euro.

Maar de Fries heeft geen vader of moeder die met geld strooit. ,,Vooral in de beginjaren heb ik vaak genoeg wedstrijden verloren omdat andere jongens gewoon met beter materiaal het water op gingen”, zegt de TU-student, die al ruim twaalf jaar surft. ,,Jammer genoeg is surfen een elitesport geworden. Maar mijn ouders dachten er niet aan om me te sponsoren met peperdure planken en zeilen. Ik heb twee broers, die hadden ook hun hobby’s. Door veel bijbaantjes in de zomer kon ik altijd precies één uitrusting kopen.”

Oorlog

Inmiddels bewandelt Bakker alternatieve wegen om zijn boards, zeilen, en surfpakken te bemachtigen. Zijn aanval op de top tien van Nederlandse surfers heeft hij zorgvuldig voorbereid door zo veel mogelijk sponsors om zich heen te verzamelen. Hij bracht bezoekjes aan surfwinkels en belde importeurs van zeilen en planken. Met Fanatic boards, Neilpryde en Funsport Makkum, heeft hij een aantal klinkende namen uit de surfwereld aan zich verbonden. Zelfs het industriële bedrijf GTI FIB, de werkgever van zijn vader, steunt Bakker nu financieel.

,,Aan mijn materiaal zal het niet meer liggen”, weet de sporter. ,,Het enige dat succes nog in de weg kan staan, is mijn gebrek aan ervaring. Vooral in de eerste fase van World Cup-wedstrijden, dan is het oorlog op het water. Alle surfplanken liggen nog dicht bij elkaar en iedereen zit elkaar in de weg. Natuurlijk zijn er voorrangsregels, maar vooral het recht van de brutaalste geldt op dat moment. Je moet van je afbijten, er wordt geschreeuwd en gescholden. Alleen de echte wereldtoppers slalommen dan op hun gemak naar voren.”

Perfecte zeil

Over zijn eigen kansen om zich ooit bij die wereldtop te voegen, is Bakker realistisch. ,,Dat is bijna onmogelijk, dan had ik van jongs af aan alles op het surfen moeten gooien”, zegt hij. ,,Ik ken ze wel: die jongens die meteen na de mavo met school zijn gestopt en nu de hele dag trainen. Ze vergeten dat zelfs de allergrootsten in deze sport maar net genoeg geld verdienen om rond te komen. En de kans dat je hun niveau haalt is ook nog heel klein.”

Bakker hecht dan ook veel waarde aan zijn opleiding aan de TU. Maar de keuze tussen industrieel ontwerpen en windsurfen wil hij zo lang mogelijk uitstellen. ,,Ik hoop stage te gaan lopen bij een fabrikant van surfmateriaal. Het lijkt me prachtig om als industrieel ontwerper ooit het perfecte zeil te ontwerpen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.