Campus

Surfeiland voor Scheveningse kust

Een groepje eerstejaars bedacht een concept voor een drijvend surfeiland op de Noordzee, een soort pleisterplaats voor surfers en dagjesmensen.

De stichting Ecoboot wil serieus verder met dit plan.

Scheveningen, augustus 2004. Vier surfers stappen in een boot met het opschrift ‘Surfexpress’ in de Scheveningse haven en zetten koers naar een driehoekig eiland een kilometer van de kust. Het bootje meert af aan de landzijde van het kunstmatige eiland. Ze drinken een kopje koffie, pakken hun surfspullen uit de opslagruimte, slepen die naar de in zee aflopende zijkant van het eiland en gaan te water.

Waar een eerstejaars practicum al niet toe kan leiden. In juni bedachten Bas Isselmann en Christiaan Weeda samen met drie andere studenten maritieme techniek een concept voor een drijvend surfeiland in de Noordzee. De opdrachtgever, stichting Ecoboot, wil serieus verder met het plan. Prof.dr. Frits Schoute, drijvende kracht achter het Ecobootproject (zie kader), ziet een surfeiland als een ‘sportieve opstap’ naar het uiteindelijke doel van de stichting: wonen op zee.

De stichting richt haar pijlen voorlopig op het surfeiland en heeft een prijsvraag ingesteld: de Supersurfeilandprijs. Mensen die willen meedingen naar deze prijs (tienduizend euro) moeten eerst hun werkplan indienen bij de stichting. Eenmaal goedgekeurd vergoedt de stichting de gemaakte kosten tot een maximum van duizend euro. Volgend jaar zomer valt het besluit welk schaalmodel en rapport uitverkoren worden. Realisatie van het surfeiland is het volgende doel van de stichting.

Golven

,,We wisten niet dat hij al zover was”, reageren de twee maritiemstudenten verbaasd als ze Schoutes plannen horen. Tijdens een projectweek in juni kregen ze de opdracht om een surfeiland te ontwerpen. Zelf zeilen en surfen ze ook fanatiek, dus de opdracht viel in goede aarde. ,,Iedereen was jaloers op ons project”, zegt Isselmann.

Een van de eisen aan het eiland was dat het een oppervlak van duizend vierkante meter moest krijgen. De studenten kozen voor een gelijkzijdige driehoek. ,,Dat was het meest praktisch, je kunt vanuit elke windrichting vertrekken”, aldus Weeda. ,,En je hebt veel ruimte”, vervolgt Isselmann. ,,Vooral kite-surfers hebben die ruimte nodig.”

De punt van het eiland wijst naar het westen, omdat daar de meeste wind vandaan komt. ,,De westpunt is gemaakt voor hoge golven, die kunnen er zo afstromen”, vervolgt Weeda. ,,Golven uit het oosten komen nooit zo hoog.” De zijkanten van het eiland lopen af in zeeen hebben een rubberen bodem, waardoor het voor surfers makkelijk is om aan te komen en te vertrekken.

Aan de voorzijde van het eiland kunnen dagjesmensen aanmeren. In het eiland, dat vier meter hoog wordt, is een bergruimte gepland waar honderden surfplanken, zeilen en masten in passen. Ook komen er faciliteiten waar surfers en dagjesmensen zich kunnen omkleden en iets kunnen eten en drinken.

Het eiland wordt op zijn plaats gehouden door middel van ankerlijnen, die vastzitten aan betonblokken in de zeebodem. ,,De eisen zijn lager dan bij wonen op zee”, zegt Schoute. ,,Dáárbij moeten de kopjes op tafel blijven staan. Bij dit eiland hoeft dat niet per se.” Hij wil dat het eiland zelfvoorzienend is. Warmtepompen moeten het koude en natte eiland economisch gaan verwarmen.

In het najaar moet het eiland naar een beschutte plaats kunnen worden gebracht om te overwinteren. In de lente wordt het eiland weer voor de kust gelegd. Ook hierbij is een driehoeksvorm handig. ,,Dat lijkt het meest op een boot en is makkelijker te slepen”, weet Schoute.

Kosten

De studenten zijn enthousiast over het plan maar doen niet mee aan de prijsvraag, omdat ze zichzelf als kersverse tweedejaars nog niet goed genoeg vinden. ,,We vinden het een boeiend project en blijven het volgen”, zeggen ze. ,,En we zullen zeker naar het eiland toe gaan als het er eenmaal ligt.”

Of het ooit zover komt is nog maar de vraag. Naar de financiën hoefden de studenten niet te kijken, maar ze schatten dat het eiland ‘zeker tien miljoen gulden’ zal kosten. ,,Zeker met de dure materialen die wij hebben gebruikt.”

De stichting Ecoboot heeft nog geen concreet bedrijfsplan. ,,Pas als we een beter doortimmerd ontwerp hebben, gaan we geldschieters zoeken”, zegt Schoute. Hij denkt daarbij aan producenten van zeilen, surfboards en andere bedrijven ‘die gebruik willen maken van het ecologische en sportieve imago’. ,,Misschien is energieleverancier Nuon nu geïnteresseerd, die vond het ecobootproject indertijd te kleinschalig en niet aansprekend genoeg. Dit project kan miljoenen aanspreken”, denkt hij.

Schoute hoopt dat de overheid wil bijdragen aan de realisatie van het eiland. ,,Nederland kan zich hiermee profileren als vooruitstrevend land op het gebied van water en bouwen”, vindt hij. Glimlachend: ,,Ik ben overigens niet de juiste persoon om sponsors binnen te halen.”

De stichting Ecoboot is een initiatief van prof.dr Frits Schoute. Vorig jaar ging de hoogleraar multimediacommunicatie met emeritaat en richtte de virtuele gemeenschap ‘Ecoboot’ op. Dit is een team van wetenschappers, studenten en andere belangstellenden dat een experimentele woonboot op zee moet realiseren.

Volgens Schoute wordt wonen op zee in de toekomst onvermijdelijk. ,,Iedereen wil in de Randstad wonen en op zee is ruimte genoeg.” De omstandigheden op zee – veel wind en woeste golven – lenen zich volgens hem uitstekend voor het opwekken van duurzame energie.,,Bouwgrond en fossiele brandstoffen worden in de toekomst onbetaalbaar. Wonen op zee wordt dan een aantrekkelijk en economisch rendabel alternatief.”

Meer informatie op www.ecoboot.nl

Een groepje eerstejaars bedacht een concept voor een drijvend surfeiland op de Noordzee, een soort pleisterplaats voor surfers en dagjesmensen. De stichting Ecoboot wil serieus verder met dit plan.

Scheveningen, augustus 2004. Vier surfers stappen in een boot met het opschrift ‘Surfexpress’ in de Scheveningse haven en zetten koers naar een driehoekig eiland een kilometer van de kust. Het bootje meert af aan de landzijde van het kunstmatige eiland. Ze drinken een kopje koffie, pakken hun surfspullen uit de opslagruimte, slepen die naar de in zee aflopende zijkant van het eiland en gaan te water.

Waar een eerstejaars practicum al niet toe kan leiden. In juni bedachten Bas Isselmann en Christiaan Weeda samen met drie andere studenten maritieme techniek een concept voor een drijvend surfeiland in de Noordzee. De opdrachtgever, stichting Ecoboot, wil serieus verder met het plan. Prof.dr. Frits Schoute, drijvende kracht achter het Ecobootproject (zie kader), ziet een surfeiland als een ‘sportieve opstap’ naar het uiteindelijke doel van de stichting: wonen op zee.

De stichting richt haar pijlen voorlopig op het surfeiland en heeft een prijsvraag ingesteld: de Supersurfeilandprijs. Mensen die willen meedingen naar deze prijs (tienduizend euro) moeten eerst hun werkplan indienen bij de stichting. Eenmaal goedgekeurd vergoedt de stichting de gemaakte kosten tot een maximum van duizend euro. Volgend jaar zomer valt het besluit welk schaalmodel en rapport uitverkoren worden. Realisatie van het surfeiland is het volgende doel van de stichting.

Golven

,,We wisten niet dat hij al zover was”, reageren de twee maritiemstudenten verbaasd als ze Schoutes plannen horen. Tijdens een projectweek in juni kregen ze de opdracht om een surfeiland te ontwerpen. Zelf zeilen en surfen ze ook fanatiek, dus de opdracht viel in goede aarde. ,,Iedereen was jaloers op ons project”, zegt Isselmann.

Een van de eisen aan het eiland was dat het een oppervlak van duizend vierkante meter moest krijgen. De studenten kozen voor een gelijkzijdige driehoek. ,,Dat was het meest praktisch, je kunt vanuit elke windrichting vertrekken”, aldus Weeda. ,,En je hebt veel ruimte”, vervolgt Isselmann. ,,Vooral kite-surfers hebben die ruimte nodig.”

De punt van het eiland wijst naar het westen, omdat daar de meeste wind vandaan komt. ,,De westpunt is gemaakt voor hoge golven, die kunnen er zo afstromen”, vervolgt Weeda. ,,Golven uit het oosten komen nooit zo hoog.” De zijkanten van het eiland lopen af in zeeen hebben een rubberen bodem, waardoor het voor surfers makkelijk is om aan te komen en te vertrekken.

Aan de voorzijde van het eiland kunnen dagjesmensen aanmeren. In het eiland, dat vier meter hoog wordt, is een bergruimte gepland waar honderden surfplanken, zeilen en masten in passen. Ook komen er faciliteiten waar surfers en dagjesmensen zich kunnen omkleden en iets kunnen eten en drinken.

Het eiland wordt op zijn plaats gehouden door middel van ankerlijnen, die vastzitten aan betonblokken in de zeebodem. ,,De eisen zijn lager dan bij wonen op zee”, zegt Schoute. ,,Dáárbij moeten de kopjes op tafel blijven staan. Bij dit eiland hoeft dat niet per se.” Hij wil dat het eiland zelfvoorzienend is. Warmtepompen moeten het koude en natte eiland economisch gaan verwarmen.

In het najaar moet het eiland naar een beschutte plaats kunnen worden gebracht om te overwinteren. In de lente wordt het eiland weer voor de kust gelegd. Ook hierbij is een driehoeksvorm handig. ,,Dat lijkt het meest op een boot en is makkelijker te slepen”, weet Schoute.

Kosten

De studenten zijn enthousiast over het plan maar doen niet mee aan de prijsvraag, omdat ze zichzelf als kersverse tweedejaars nog niet goed genoeg vinden. ,,We vinden het een boeiend project en blijven het volgen”, zeggen ze. ,,En we zullen zeker naar het eiland toe gaan als het er eenmaal ligt.”

Of het ooit zover komt is nog maar de vraag. Naar de financiën hoefden de studenten niet te kijken, maar ze schatten dat het eiland ‘zeker tien miljoen gulden’ zal kosten. ,,Zeker met de dure materialen die wij hebben gebruikt.”

De stichting Ecoboot heeft nog geen concreet bedrijfsplan. ,,Pas als we een beter doortimmerd ontwerp hebben, gaan we geldschieters zoeken”, zegt Schoute. Hij denkt daarbij aan producenten van zeilen, surfboards en andere bedrijven ‘die gebruik willen maken van het ecologische en sportieve imago’. ,,Misschien is energieleverancier Nuon nu geïnteresseerd, die vond het ecobootproject indertijd te kleinschalig en niet aansprekend genoeg. Dit project kan miljoenen aanspreken”, denkt hij.

Schoute hoopt dat de overheid wil bijdragen aan de realisatie van het eiland. ,,Nederland kan zich hiermee profileren als vooruitstrevend land op het gebied van water en bouwen”, vindt hij. Glimlachend: ,,Ik ben overigens niet de juiste persoon om sponsors binnen te halen.”

De stichting Ecoboot is een initiatief van prof.dr Frits Schoute. Vorig jaar ging de hoogleraar multimediacommunicatie met emeritaat en richtte de virtuele gemeenschap ‘Ecoboot’ op. Dit is een team van wetenschappers, studenten en andere belangstellenden dat een experimentele woonboot op zee moet realiseren.

Volgens Schoute wordt wonen op zee in de toekomst onvermijdelijk. ,,Iedereen wil in de Randstad wonen en op zee is ruimte genoeg.” De omstandigheden op zee – veel wind en woeste golven – lenen zich volgens hem uitstekend voor het opwekken van duurzame energie.,,Bouwgrond en fossiele brandstoffen worden in de toekomst onbetaalbaar. Wonen op zee wordt dan een aantrekkelijk en economisch rendabel alternatief.”

Meer informatie op www.ecoboot.nl

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.