Er is veel geschreven over de aangekondigde bezuinigingen van het kabinet op het onderwijs: meer dan een half miljard euro uit hoger onderwijs en onderzoek, met een focus op starters- en stimuleringsbeurzen. Van onze universiteit zelf wordt nu verwacht dat ze minder doet met meer: het aantal studenten verhogen, het aantal studenten per docent verlagen, en dat alles terwijl de kosten dalen. Thuis hebben we hier een uitdrukking voor: een zweep maken van mest en het dan laten klinken als een politiesirene.
De Universiteit van Amsterdam schrijft dat dit de grootste bezuinigingen zijn sinds de jaren tachtig. Kijk je naar de andere kant van de medaille, dan zou je kunnen zeggen dat de financiering voor het hoger onderwijs al ongeveer veertig jaar constant is (in ieder geval geïndexeerd voor inflatie) of is gestegen. Ik heb misschien de systeemtheorie te veel bestudeerd, maar het enige wat ik zie, is een cyclus. Uiteindelijk ga ik ervan uit dat er een afrekening zal komen en dat beleidsmakers te maken kunnen krijgen met een ondergefinancierd onderwijssysteem dat zijn doelen niet bereikt. Daarna komt er meer geld en de onderwijs- en onderzoeksoutput neemt toe, totdat iemand besluit de broekriem weer aan te halen. En ga zo maar door.
Het is gemakkelijk om hierover in cynisme te vervallen. Waarom zouden we immers vechten tegen deze bezuinigingen (en alle andere) als we in de toekomst in dezelfde situatie terechtkomen? Mensen gaan de straat op en protesteren tegen bezuinigingen, budgetten worden in de volgende politieke cyclus hersteld en dan weer wegbezuinigd in de volgende. Het ziet ernaar uit dat er op die manier geen winnaar is.
Elke generatie moet dezelfde strijd opnieuw voeren, en opnieuw, en opnieuw
Hier is de kern van het probleem. Het Britse Labour-parlementslid Tony Benn citeert: ‘Elke generatie moet dezelfde strijd opnieuw voeren, en opnieuw, en opnieuw… Er is geen definitieve overwinning en er is geen definitieve nederlaag’. Mijn eerste reactie daarop was een er een van afschuw: moet ik dezelfde strijd voeren als mijn ouders? Het is niet eerlijk, maar het is wel logisch. Er zullen altijd mensen zijn die voor hun eigen privégewin de verworvenheden waar mijn ouders voor vochten, willen wegnemen, of het nu gaat om een functionerende democratie, publieke voorzieningen of het algemeen welzijn.
Als er mensen zijn die willen wegnemen waar degenen vóór ons voor hebben gevochten, dan moeten wij ook voor hén vechten. Om zo de dingen beter te maken – wat dit ‘beter’ ook is. Of het nu gaat om minder ongelijkheid, meer openbaar vervoer, vrije toegang tot onderwijs, een stabiel klimaat: hardnekkige volharding is vereist. Natuurlijk kunnen dingen erger worden voordat ze beter worden, en we kunnen onze neus stoten. Je kunt natuurlijk zeggen dat het niet jouw zaak is en je er niet bij betrokken wilt raken, maar degene aan de andere kant, die baat heeft bij jouw verlies, zal er zeker wél bij betrokken raken.
In In de Ban van de Ring zegt de wijze Gandalf dat iedereen die moeilijke tijden doormaakt, zou willen dat dat niet had gehoeven. Echter, ‘dat is niet aan hen om te beslissen. Het enige wat we moeten beslissen is wat we doen met de tijd die ons wordt gegeven’. Wat ga jij met jouw tijd doen?
Comments are closed.