Streven naar gelijke ratios is onzinnig’

r.ir. Patrick Dewilde van ITS. ,,Als groepen twee keer slecht gevisiteerd zijn”, zegt prof.dr.ir. Johan Blaauwendraad van civiele techniek, ,,kan het zijn dat je met een groep moet stoppen, omdat het nooit wat wordt. Dan moet je collega’s het gebouw uit leiden. Is het wel een heel belangrijk onderwerp, dan moet je er misschien juist in investeren.”

Tegen de vraag aan faculteiten om 25 procent van de slechtste onderzoeksgroepen op te geven, bestaat aanmerkelijk meer bezwaar. Het is volgens prof.dr.ir. G. Frens van TNW ‘absoluut onuitvoerbaar’.

Het voornemen om de verhouding tussen studenten en docenten voor alle faculteiten gelijk te trekken doet veel wenkbrauwen fronsen.

,,Onzin”, noemt decaan prof.dr. Henk Sol van TBM dat streven. ,,Niet te realiseren”, reageert decaan prof.dr.ir. Jan van Katwijk van ITS. Vrijwel iedereen is het ermee eens: het streven naar gelijke ratio’s is onzinnig en onhaalbaar.

Vssd-voorzitter Ramses Kaijen noemt het ‘de grootst mogelijke onzin’. ,,De staf op Bouwkunde heeft een heel andere functie dan op TNW. Het onderwijs op Bouwkunde is gericht op ontwerpen en niet op onderzoek, zoals bij TNW. Dat is appels met peren vergelijken.”

De meeste zorgen baart de financiering van de nota. Niet alleen is de financiering van het zeer kostbare masterplan in de woorden van Sol ‘een groot vraagteken’, veel docenten en hoogleraren denken dat vergroting van de derde geldstroom in strijd is met fundamenteel onderzoek.

,,In de praktijk is het moeilijk om voor fundamenteel onderzoek geld los te peuteren bij opdrachtgevers”, zegt dr.ir. Ivo Bouwmans, voorzitter van de onderdeelcommissie TBM. ,,Weinig bedrijven hebben zo’n langetermijnvisie. Derdegeldstroomonderzoek volgt juist vaak de waan van de dag.” Dijkstra: ,,Er moet een keuze gemaakt worden. Ik kan me niet voorstellen dat het laten groeien van de derde geldstroom een hoge prioriteit krijgt.”

Alleen de beëindiging van slechte onderzoeksgroepen en de aanstelling van juniorprofs ondervinden brede steun aan de TU.

,,Mensen die slecht presteren mogen best bang worden van deze nota”, vindt prof.dr.ir. Patrick Dewilde van ITS. ,,Als groepen twee keer slecht gevisiteerd zijn”, zegt prof.dr.ir. Johan Blaauwendraad van civiele techniek, ,,kan het zijn dat je met een groep moet stoppen, omdat het nooit wat wordt. Dan moet je collega’s het gebouw uit leiden. Is het wel een heel belangrijk onderwerp, dan moet je er misschien juist in investeren.”

Tegen de vraag aan faculteiten om 25 procent van de slechtste onderzoeksgroepen op te geven, bestaat aanmerkelijk meer bezwaar. Het is volgens prof.dr.ir. G. Frens van TNW ‘absoluut onuitvoerbaar’.

Het voornemen om de verhouding tussen studenten en docenten voor alle faculteiten gelijk te trekken doet veel wenkbrauwen fronsen.

,,Onzin”, noemt decaan prof.dr. Henk Sol van TBM dat streven. ,,Niet te realiseren”, reageert decaan prof.dr.ir. Jan van Katwijk van ITS. Vrijwel iedereen is het ermee eens: het streven naar gelijke ratio’s is onzinnig en onhaalbaar.

Vssd-voorzitter Ramses Kaijen noemt het ‘de grootst mogelijke onzin’. ,,De staf op Bouwkunde heeft een heel andere functie dan op TNW. Het onderwijs op Bouwkunde is gericht op ontwerpen en niet op onderzoek, zoals bij TNW. Dat is appels met peren vergelijken.”

De meeste zorgen baart de financiering van de nota. Niet alleen is de financiering van het zeer kostbare masterplan in de woorden van Sol ‘een groot vraagteken’, veel docenten en hoogleraren denken dat vergroting van de derde geldstroom in strijd is met fundamenteel onderzoek.

,,In de praktijk is het moeilijk om voor fundamenteel onderzoek geld los te peuteren bij opdrachtgevers”, zegt dr.ir. Ivo Bouwmans, voorzitter van de onderdeelcommissie TBM. ,,Weinig bedrijven hebben zo’n langetermijnvisie. Derdegeldstroomonderzoek volgt juist vaak de waan van de dag.” Dijkstra: ,,Er moet een keuze gemaakt worden. Ik kan me niet voorstellen dat het laten groeien van de derde geldstroom een hoge prioriteit krijgt.”