Een kwart van de Nederlandse masteropleidingen laat geen hbo’ers toe, blijkt uit onderzoek van de Onderwijsinspectie. Dat terwijl universiteiten verplicht zijn om hun toelaatbaarheid op individueel niveau te beoordelen. Op de TU Delft gaat het om 3 van de 34 masters.
Studenten aan de slag in de universiteitsbibliotheek. (Foto: Thijs van Reeuwijk)
Hoewel het wel de bedoeling is, zijn hbo- en wo-bachelor in de praktijk niet evenveel waard, ziet de Onderwijsinspectie. Met een getuigschrift van een hogeschool kom je lang niet iedere universitaire master binnen. Een kwart van de masteropleidingen laat geen hbo’ers toe, ook niet na een schakelprogramma waarin ze hun basiskennis en academische vaardigheden bijspijkeren.
In gesprekken met de inspectie zeggen opleidingsdirecteuren en andere vertegenwoordigers van de universiteiten dat ze hbo’ers als een bedreiging zien voor zowel het rendement als de kwaliteit, blijkt uit het donderdag verschenen onderzoek Hbo’ers gelijkgeschakeld. Het onderzoek is een vervolg op een rapport uit 2018. Toen bleek dat bijna 30 procent van de masters geen hbo’ers toeliet. Nu is dat 23,4 procent.
Op de TU Delft is dat beeld anders. Drie van de 34 masters zijn niet toegankelijk voor hbo’ers. Bij de andere 31 zijn afgestudeerden van een hogeschool wel welkom. Wel vraagt de TU van hen om hun deficiënties weg te werken in een schakelprogramma. Ook op de andere technische universiteiten zijn relatief meer masters toegankelijk voor hbo’ers dan op algemene universiteiten.
Researchmasters
De Universiteit Leiden (38,5 procent) en de Universiteit van Amsterdam (42,5 procent) bieden hbo’ers die een master willen doen de minste kansen. Dat komt vooral door het relatief hoge aantal researchmasters op deze universiteiten. Van deze vaak tweejarige en op academisch onderzoek gefocuste opleidingen accepteert 77 procent (van de 96 stuks) pertinent geen hogeschooldiploma als vooropleiding. Bij de ‘gewone’ masters is dat ongeveer 15 procent (van de 655).
Vooral de masterscriptie zou uiteindelijk een hoge drempel zijn
De inspectie vroeg universiteiten deze keer uitgebreid naar de redenen achter het weren van hbo’ers. Kort en goed draait het om het gebrek aan ‘academische vaardigheden’, antwoorden de instellingen. Vooral de masterscriptie zou uiteindelijk een hoge drempel zijn. Een opleidingsdirecteur zegt tegen de inspectie dat een deel van de hbo’ers ‘een bijzonder kleine kans van slagen heeft omdat ze moeite hebben met het niveau’. Het gevaar bestaat, zegt een ander, dat vanwege hbo’ers ‘de lat naar beneden moet’.
Maar het rond de eeuwwisseling ingevoerde bachelor-masterstelsel veronderstelt juist dat hbo- en wo-bachelordiploma’s gelijkwaardig zijn omdat ze dezelfde graad vertegenwoordigen, schrijft de Inspectie. Daarbij zou een hbo-bachelor – veelal via een deficiëntieprogramma – toegang moeten bieden tot een wo-master. Masteropleidingen mogen wel eisen stellen aan de instroom, maar ze mogen niet ‘gehele groepen op basis van vooropleiding uitsluiten’.
Gebrek aan academische vaardigheden
Als reden voor de afwijzing vooraf noemen de universiteiten het gebrek aan academische vaardigheden, een deficiënt dat volgens hen te groot is om in een schakelprogramma bij te spijkeren. Het lijkt een grijs gebied, want universiteiten mogen aankomende studenten weigeren als ze de kennis en vaardigheden van een aanmelder niet binnen een ‘redelijke termijn’ kunnen opvijzelen.
De Inspectie roept onderwijsminster Eppo Bruins op om de wettelijke opdracht voor universiteiten op dit punt te verduidelijken. Hoe precies weet de inspectie ook niet, als de toegankelijkheid van masters maar verbetert op een voor universiteiten praktisch uitvoerbare manier. De minister laat weten dat hij voor de zomer op het onderzoek reageert.
Ook studentenbond ISO hamert op de ‘wettelijke plicht van instellingen om maatwerk te leveren als studenten willen doorstromen’. Het zou goed zijn als schakeltrajecten financiering krijgen van het rijk, denkt ISO, zodat universiteiten niet zelf voor het bijspijkeronderwijs hoeven betalen.
HOP, Olmo Linthorst/Delta, Kim Bakker

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.