Voor het vierde jaar op rij gaat er een Spinozapremie, de ‘Nederlandse Nobelprijs’, naar een Delftenaar. NWO noemt QuTech-onderzoeksdirecteur Lieven Vandersypen ‘visionair’.
In de carrière van de van oorsprong Vlaamse prof.dr.ir. Lieven Vandersypen (1972) volgen de hoogtepunten elkaar op. Dit valt op te maken uit het persbericht van wetenschapsfinancier NWO, die de Spinozapremies jaarlijks uitreikt: als promovendus bij informatie-technologiereus IBM en de Stanford University zet Vandersypen al een wereldprimeur op zijn naam door aan te tonen dat het rekenen met qubits niet alleen theoretisch, maar ook in de praktijk mogelijk is.
De interesse in deze bouwstenen voor de quantumcomputer is enorm en de race om de eerste te ontwikkelen hevig. De hoop is dat quantumcomputers allerlei grote maatschappelijke vraagstukken kunnen helpen oplossen met hun veronderstelde enorme rekenkracht, een kracht die de huidige supercomputers moet doen verbleken. NWO schrijft ervan overtuigd te zijn dat Vandersypen de ‘grote wetenschappelijke en technologische doorbraken zal kunnen realiseren die nodig zijn om de beloften van de quantumcomputer waar te kunnen maken’.
Eerste ter wereld
Zijn carrière geeft alle aanleiding tot die overtuiging. Na zijn promotie belandt Vandersypen al snel in Delft, om als postdoc aan de slag te gaan bij een andere Delftse Spinozapremie-laureaat, Leo Kouwenhoven. Vandersypen stapt over van kernspins in moleculen naar de spins van elektronen in quantumdots, minuscule objecten van een halfgeleidermateriaal waarin de wetten van de quantummechanica de dienst uitmaken. Volgens het NWO-persbericht lijken deze quantumdots op transistors, wat ze geschikt maakt om grote aantallen qubits in een chip te integreren. De onderzoeker weet als eerste ter wereld dit soort individuele elektronenspins te manipuleren, zowel met magnetische als met elektrische velden. Later is hij de eerste om quantum algoritmes op twee van die elektronenspins te draaien en om quantuminteractie te laten zien tussen een elektronspin en een microgolf lichtdeeltje.
‘Dit is een enorme erkenning’
Vandersypen is dan ook al snel in beeld bij NWO. Hij krijgt vanaf 2003 de ene na de andere prestigieuze beurs, erefunctie en prijs, is een magneet voor ander wetenschappelijk talent en staat in 2014 aan de wieg van onderzoeksinstituut QuTech. Deze samenwerking tussen de TU Delft en TNO trekt vele tientallen miljoenen euro’s aan investeringen aan, vanuit bedrijven en overheden. Die samenwerkingen maken Vandersypen tot een ‘visionair’, vindt NWO.
Laureaten binnen TNW
Sinds september vorig jaar is Vandersypen wetenschappelijk directeur van QuTech. Hij nam die functie over van prof.dr.ir. Ronald Hanson, die in 2019 de Spinozapremie kreeg. Tussendoor, in 2020, ging er ook al een Spinozapremie naar een Delfts onderzoeker: hoogleraar moleculaire biofysica prof.dr. Nynke Dekker. In 2018 was de eer al te beurt gevallen aan hoogleraar bionanoscience prof.dr. Marileen Dogterom. Ook zij was niet de eerste Spinozapremie-laureaat binnen de faculteit Technische Natuurwetenschappen, waar ook Vandersypen, Hanson en Dekker bij horen. Respectievelijk Cees Dekker (2001), Leo Kouwenhoven (2007), Mike Jetten (2012) en Mark van Loosdrecht (2014) gingen hen voor.
De Spinozapremie bedraagt 2,5 miljoen euro. In een eerste reactie in een QuTech-persbericht laat Vandersypen weten ‘superblij en vereerd’ te zijn met deze prijs, ‘die ook een enorme erkenning is voor het werk van mijn hele groep gedurende al die jaren’. De uitreiking van de prijs zal plaatsvinden op 13 oktober 2021.
- Lees op de website van NWO meer over de andere vijf Spinoza-laureaten van 2021.
Comments are closed.