Welke morele verantwoordelijkheid rust er op de schouders van een ingenieur? Dat is de centrale vraag in dit ‘eerste Nederlandstalige ethiekboek voor technische studenten in het hoger onderwijs’.
‘Ethiek & Techniek, Morele overwegingen in de ingenieurspraktijk’ bevat elf hoofdstukken, geschreven door wisselende combinaties van tien auteurs. Drie van hen werken bij de TU Delft.
De inleiding zet meteen de toon door te stellen dat de holocaust alleen mogelijk was door de techniekontwikkeling van de decennia daarvoor. Dat is nogal kort door de bocht. In Rwanda lieten de Hutu’s en de Tutsi’s zien dat het heel goed zonder gaskamers kan. Ook Stalin en Pol Pot redden zich prima. De atoombom is een ander verhaal. Daar ontwikkelden fysici gezamenlijk een massavernietigingswapen.
De soep wordt echter niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend. Bij technologie en ethiek denk ik aan kernwapens, kernenergie, genetische manipulatie, chemische en biologische wapens, of het broeikaseffect. Geen van deze onderwerpen staat in het trefwoordenregister. Wel vermeld zijn vage begrippen als script, gevaar, zekerheid, en onzekerheid. De verwijzingen zijn in veel gevallen onjuist (‘script’ staat niet op pagina 137 maar op pagina 136). Wie iets wil weten over het scheurtje in de kernreactor van Petten in 2001, vindt niks onder ‘kernreactor’ of onder ‘scheurtje’. En ook niet onder ‘Petten’, of ‘NGR’, of ‘Kernfysische Dienst’ De casus staat er wel in (zeer beknopt), maar dan moet je zoeken onder ‘Schaap, Paul’, de klokkenluider in deze zaak.
Misschien onbedoeld, maar bijzonder grappig is het citaat uit de gedragscode van het bedrijf HBG: ‘Facturen dienen volgens de wettelijke regels en de zakelijke gebruiken te worden opgesteld, zodanig dat klanten, opdrachtgevers, […] of de fiscus niet benadeeld worden.” Slaat die toevoeging ‘zakelijke gebruiken’ wellicht op de beruchte ‘pepernoten’?
Het is een heel aardig boek, maar wel een beetje eenzijdig in de voorbeelden. De nadruk ligt op rampen en ongelukken, waaronder de Challenger, de Tacoma Narrows Bridge (1940), de Harold of Free Enterprise, en de ICE Wilhelm-Conrad-Röntgen. Ontploffen, instorten, zinken en ontsporen. Actuele voorbeelden zonder doden zijn nauwelijks te vinden. Geen HSL, Schiphol, Haagse tramtunnel, of Betuwelijn. In 1993 voorspelde prof. Albert Pols (Citg) al dat de Betuwelijn tussen de 10 en 15 miljard gulden zou kosten. Hij kreeg helaas gelijk. Een mooie casus, lijkt me. Of neem de geluidsoverlast van Schiphol. Gewoon een kwestie van meten op relevante locaties, zou je zeggen. Dat zei ook de commissie-Berkhout, maar het advies beviel de minister niet. Dezelfde minister overigens, die verantwoordelijk was voor de Betuwelijn.
En wat te denken van Abdul Khan, die de TU Delft bedankte voor de (onbedoelde) hulp bij het opstarten van het Pakistaanse nucleaire programma? Een prachtig dilemma tussen academische vrijheid en de mogelijke gevolgen daarvan. Het zijn suggesties voor een volgende editie.
Het onderwerp ethiek en techniek leent zich uitstekend voor een ‘achterkant van het gelijk’-achtige aanpak. Dat sluit tevens mooi aan bij het hoofdstuk over argumentatieleer. Bijvoorbeeld: het ontwikkelen van de kwantummechanica was ethisch (zuivere wetenschap), maar het ontwerpen van een neutronenbom was onethisch (militaire toepassing: het doden van mensen). Bepaal als ingenieur je morele plaats tussen die extremen. Het voorbeeld kun je actualiseren naar bijvoorbeeld nanotechnologie of biochemie. Misschien een suggestie voor de volgende editie?
Het leven is soms hard. Heb je de hele tekst zorgvuldig gecontroleerd op spelfouten, staat er toch nog tweemaal ‘giroscoop’ in de beschrijving van de omslag. Slordigheid en techniek kan een fatale combinatie zijn. Ook viel ik over stijlfouten zoals ‘de techniek brengt negatieve gevolgen met zich mee’ (pagina 11). En een Nobelprijs wordt toegekend, niet gewonnen (pagina 37).
Op pagina 24 lees ik dat teflon een staatsgeheim was omdat het werd toegepast in de afsluitringen van de atoombom. ‘Het publiek werd pas in 1946 van de stof op de hoogte gebracht.’ Pas? Dat is een jaar later! Wel een gemiste kans om niet de hardnekkige mythe te ontzenuwen dat teflon een spin-off van de ruimtevaart is. Het lijkt me onethisch om deze in 1938 ontwikkelde stof op te voeren als ruimtevaarttechnologie voor de gewone man.
Ondanks bovenstaande kritiek is ‘Ethiek & Techniek’ een prettig leesbaar en bijzonder nuttig boek. Het zou verplichte leerstof moeten zijn voor a’lle studenten, en niet alleen de bÈta’s. Het aantal bÈtageschoolde politici is verwaarloosbaar klein. En politici beslissen vaak over kwesties waarbij techniek en ethiek zijn verstrengeld. Stuur daarom snel 150 exemplaren naar de Tweede Kamer.
‘Ethiek & Techniek, Morele overwegingen in de ingenieurspraktijk’. Redactie: LambÈr Royakkers, Ibo van de Poel, AngÈle Pieters. Hbuitgevers Baarn, 2004. ISBN 90 5574 445x. € 24,95.
‘Ethiek & Techniek, Morele overwegingen in de ingenieurspraktijk’ bevat elf hoofdstukken, geschreven door wisselende combinaties van tien auteurs. Drie van hen werken bij de TU Delft.
De inleiding zet meteen de toon door te stellen dat de holocaust alleen mogelijk was door de techniekontwikkeling van de decennia daarvoor. Dat is nogal kort door de bocht. In Rwanda lieten de Hutu’s en de Tutsi’s zien dat het heel goed zonder gaskamers kan. Ook Stalin en Pol Pot redden zich prima. De atoombom is een ander verhaal. Daar ontwikkelden fysici gezamenlijk een massavernietigingswapen.
De soep wordt echter niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend. Bij technologie en ethiek denk ik aan kernwapens, kernenergie, genetische manipulatie, chemische en biologische wapens, of het broeikaseffect. Geen van deze onderwerpen staat in het trefwoordenregister. Wel vermeld zijn vage begrippen als script, gevaar, zekerheid, en onzekerheid. De verwijzingen zijn in veel gevallen onjuist (‘script’ staat niet op pagina 137 maar op pagina 136). Wie iets wil weten over het scheurtje in de kernreactor van Petten in 2001, vindt niks onder ‘kernreactor’ of onder ‘scheurtje’. En ook niet onder ‘Petten’, of ‘NGR’, of ‘Kernfysische Dienst’ De casus staat er wel in (zeer beknopt), maar dan moet je zoeken onder ‘Schaap, Paul’, de klokkenluider in deze zaak.
Misschien onbedoeld, maar bijzonder grappig is het citaat uit de gedragscode van het bedrijf HBG: ‘Facturen dienen volgens de wettelijke regels en de zakelijke gebruiken te worden opgesteld, zodanig dat klanten, opdrachtgevers, […] of de fiscus niet benadeeld worden.” Slaat die toevoeging ‘zakelijke gebruiken’ wellicht op de beruchte ‘pepernoten’?
Het is een heel aardig boek, maar wel een beetje eenzijdig in de voorbeelden. De nadruk ligt op rampen en ongelukken, waaronder de Challenger, de Tacoma Narrows Bridge (1940), de Harold of Free Enterprise, en de ICE Wilhelm-Conrad-Röntgen. Ontploffen, instorten, zinken en ontsporen. Actuele voorbeelden zonder doden zijn nauwelijks te vinden. Geen HSL, Schiphol, Haagse tramtunnel, of Betuwelijn. In 1993 voorspelde prof. Albert Pols (Citg) al dat de Betuwelijn tussen de 10 en 15 miljard gulden zou kosten. Hij kreeg helaas gelijk. Een mooie casus, lijkt me. Of neem de geluidsoverlast van Schiphol. Gewoon een kwestie van meten op relevante locaties, zou je zeggen. Dat zei ook de commissie-Berkhout, maar het advies beviel de minister niet. Dezelfde minister overigens, die verantwoordelijk was voor de Betuwelijn.
En wat te denken van Abdul Khan, die de TU Delft bedankte voor de (onbedoelde) hulp bij het opstarten van het Pakistaanse nucleaire programma? Een prachtig dilemma tussen academische vrijheid en de mogelijke gevolgen daarvan. Het zijn suggesties voor een volgende editie.
Het onderwerp ethiek en techniek leent zich uitstekend voor een ‘achterkant van het gelijk’-achtige aanpak. Dat sluit tevens mooi aan bij het hoofdstuk over argumentatieleer. Bijvoorbeeld: het ontwikkelen van de kwantummechanica was ethisch (zuivere wetenschap), maar het ontwerpen van een neutronenbom was onethisch (militaire toepassing: het doden van mensen). Bepaal als ingenieur je morele plaats tussen die extremen. Het voorbeeld kun je actualiseren naar bijvoorbeeld nanotechnologie of biochemie. Misschien een suggestie voor de volgende editie?
Het leven is soms hard. Heb je de hele tekst zorgvuldig gecontroleerd op spelfouten, staat er toch nog tweemaal ‘giroscoop’ in de beschrijving van de omslag. Slordigheid en techniek kan een fatale combinatie zijn. Ook viel ik over stijlfouten zoals ‘de techniek brengt negatieve gevolgen met zich mee’ (pagina 11). En een Nobelprijs wordt toegekend, niet gewonnen (pagina 37).
Op pagina 24 lees ik dat teflon een staatsgeheim was omdat het werd toegepast in de afsluitringen van de atoombom. ‘Het publiek werd pas in 1946 van de stof op de hoogte gebracht.’ Pas? Dat is een jaar later! Wel een gemiste kans om niet de hardnekkige mythe te ontzenuwen dat teflon een spin-off van de ruimtevaart is. Het lijkt me onethisch om deze in 1938 ontwikkelde stof op te voeren als ruimtevaarttechnologie voor de gewone man.
Ondanks bovenstaande kritiek is ‘Ethiek & Techniek’ een prettig leesbaar en bijzonder nuttig boek. Het zou verplichte leerstof moeten zijn voor a’lle studenten, en niet alleen de bÈta’s. Het aantal bÈtageschoolde politici is verwaarloosbaar klein. En politici beslissen vaak over kwesties waarbij techniek en ethiek zijn verstrengeld. Stuur daarom snel 150 exemplaren naar de Tweede Kamer.
‘Ethiek & Techniek, Morele overwegingen in de ingenieurspraktijk’. Redactie: LambÈr Royakkers, Ibo van de Poel, AngÈle Pieters. Hbuitgevers Baarn, 2004. ISBN 90 5574 445x. € 24,95.
Comments are closed.