Campus

Sluisdeuren gaan op een kier

De Deltawerken brachten veiligheid voor Zeeland, maar dat ging ten koste van de natuur. Tegenwoordig is natuurbehoud net zo belangrijk als bescherming tegen overstromingen.

In een halve eeuw zijn de inzichten radicaal gewijzigd.

Zeewater binnen laten in plaats van buiten de deur houden. Dat zullen de spuisluizen van het Haringvliet over een paar jaar doen. Het is de eerste stap naar het herstel van de oorspronkelijke natuur achter deze sluizen van de Deltawerken. De natuur is namelijk niet langer het ondergeschoven kindje bij Rijkswaterstaat. Dat bleek op het symposium ‘Deltawerken of werken aan de delta?’ van het Dispuut Watermanagement op 16 november.

Wat ooit zee was, werd een zoet binnenmeer toen dertig jaar geleden in het Haringvliet een spuisluis gebouwd werd die alleen bij eb open ging om rivierwater te lozen. Vanaf 2005 zullen de schuiven echter het grootste deel van de tijd op een kier staan en komt de zee van weleer weer terug.

,,Het gaat in eerste instantie om een doorstroomopening van een paar honderd vierkante meter, heel weinig vergeleken met wat het ooit was, maar het biedt direct mogelijkheden voor de trek van vissen”, zegt drs. J.W.M. Kuijpers van de directie Zuid-Holland van Rijkswaterstaat. Ook komt de getijdenwerking weer terug, al blijft die beperkt tot enkele centimeters.

Omdat er zo een overgangszone tussen zoet en zout water ontstaat, moeten de waterinlaatplaatsen voor drinkwater en de landbouw verder van de zee worden geplaatst. De sluizen gaan daarom niet alleen dicht bij een stormvloed, maar ook als de zoutconcentraties te hoog worden.

De bedoeling is per 2015 de schuiven verder te openen, tot eenderde deel. Kuijpers: ,,Direct openen van de schuiven is peperduur vanwege de schadeloosstellingen die we dan zouden moeten betalen aan boeren, waterschap en drinkwaterbedrijven.”

Bureaus

Bij Rijkswaterstaat is natuurlijkheid, samen met veiligheid en toegankelijkheid, de laatste jaren belangrijker geworden. ,,Ingenieurs van Rijkswaterstaat bedachten vroeger vanachter hun bureaus dat een zeearm dicht moest en dat werd dan gewoon gedaan, zonder mogelijkheid tot inspraak vooraf. Rijkswaterstaat was een staat in een staat”, zegt Kuijpers.

,,Destijds moesten alle zeearmen dicht, terwijl nu blijkt dat openlaten wel degelijk had gekund, kijk maar naar de Westerschelde waar geen dam staat”, aldus prof.dr. H.L.F. Saeijs. De stormvloedkering in de Oosterschelde, die alleen bij gevaarlijk hoge waterstanden sluit, was de eerste dam die behalve met de veiligheid ook rekening hield met het milieu. Bij de opening kreeg hij dan ook de bijnaam ‘dam der verzoening’.

Terugkijkend op een halve eeuw Deltawerken, ingezet na de overstromingsramp in Zeeland in 1953, concludeert Saeijs op het symposium dat het vooral een plan was van veel beton en staal. Als die dammen het geweld van de zee maar buiten hielden, dan was het goed. Tegenwoordig zouden de Deltawerken heel anders worden aangepakt. Lering trekkend uit het verleden pleit Saeijs er voor zo min mogelijk in te grijpen, om later niet tegen eerder gedane ingrepen op te lopen.

Maar met het terugbrengen van getij en zout water is de natuur in het Haringvliet nog niet hersteld. Op de bodem ligt nog vervuild slib, een erfenis van een in het verleden gemaakte fout. ,,In 1970, toen de vervuiling van de rivieren op z’n top, of eigenlijk dieptepunt was, ging het Haringvliet dicht”, aldus Kuijpers. Het slib bezonk en ligt daar nu nog. Voordat de natuur weer helemaal natuurlijk is moet er nog heel wat werk verricht worden.

De Deltawerken brachten veiligheid voor Zeeland, maar dat ging ten koste van de natuur. Tegenwoordig is natuurbehoud net zo belangrijk als bescherming tegen overstromingen. In een halve eeuw zijn de inzichten radicaal gewijzigd.

Zeewater binnen laten in plaats van buiten de deur houden. Dat zullen de spuisluizen van het Haringvliet over een paar jaar doen. Het is de eerste stap naar het herstel van de oorspronkelijke natuur achter deze sluizen van de Deltawerken. De natuur is namelijk niet langer het ondergeschoven kindje bij Rijkswaterstaat. Dat bleek op het symposium ‘Deltawerken of werken aan de delta?’ van het Dispuut Watermanagement op 16 november.

Wat ooit zee was, werd een zoet binnenmeer toen dertig jaar geleden in het Haringvliet een spuisluis gebouwd werd die alleen bij eb open ging om rivierwater te lozen. Vanaf 2005 zullen de schuiven echter het grootste deel van de tijd op een kier staan en komt de zee van weleer weer terug.

,,Het gaat in eerste instantie om een doorstroomopening van een paar honderd vierkante meter, heel weinig vergeleken met wat het ooit was, maar het biedt direct mogelijkheden voor de trek van vissen”, zegt drs. J.W.M. Kuijpers van de directie Zuid-Holland van Rijkswaterstaat. Ook komt de getijdenwerking weer terug, al blijft die beperkt tot enkele centimeters.

Omdat er zo een overgangszone tussen zoet en zout water ontstaat, moeten de waterinlaatplaatsen voor drinkwater en de landbouw verder van de zee worden geplaatst. De sluizen gaan daarom niet alleen dicht bij een stormvloed, maar ook als de zoutconcentraties te hoog worden.

De bedoeling is per 2015 de schuiven verder te openen, tot eenderde deel. Kuijpers: ,,Direct openen van de schuiven is peperduur vanwege de schadeloosstellingen die we dan zouden moeten betalen aan boeren, waterschap en drinkwaterbedrijven.”

Bureaus

Bij Rijkswaterstaat is natuurlijkheid, samen met veiligheid en toegankelijkheid, de laatste jaren belangrijker geworden. ,,Ingenieurs van Rijkswaterstaat bedachten vroeger vanachter hun bureaus dat een zeearm dicht moest en dat werd dan gewoon gedaan, zonder mogelijkheid tot inspraak vooraf. Rijkswaterstaat was een staat in een staat”, zegt Kuijpers.

,,Destijds moesten alle zeearmen dicht, terwijl nu blijkt dat openlaten wel degelijk had gekund, kijk maar naar de Westerschelde waar geen dam staat”, aldus prof.dr. H.L.F. Saeijs. De stormvloedkering in de Oosterschelde, die alleen bij gevaarlijk hoge waterstanden sluit, was de eerste dam die behalve met de veiligheid ook rekening hield met het milieu. Bij de opening kreeg hij dan ook de bijnaam ‘dam der verzoening’.

Terugkijkend op een halve eeuw Deltawerken, ingezet na de overstromingsramp in Zeeland in 1953, concludeert Saeijs op het symposium dat het vooral een plan was van veel beton en staal. Als die dammen het geweld van de zee maar buiten hielden, dan was het goed. Tegenwoordig zouden de Deltawerken heel anders worden aangepakt. Lering trekkend uit het verleden pleit Saeijs er voor zo min mogelijk in te grijpen, om later niet tegen eerder gedane ingrepen op te lopen.

Maar met het terugbrengen van getij en zout water is de natuur in het Haringvliet nog niet hersteld. Op de bodem ligt nog vervuild slib, een erfenis van een in het verleden gemaakte fout. ,,In 1970, toen de vervuiling van de rivieren op z’n top, of eigenlijk dieptepunt was, ging het Haringvliet dicht”, aldus Kuijpers. Het slib bezonk en ligt daar nu nog. Voordat de natuur weer helemaal natuurlijk is moet er nog heel wat werk verricht worden.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.