Bij de experimenten met minder lesweken, minder herkansingen en meer roostervrije weken in het hoger onderwijs moeten opleidingen de ondersteunende staf niet uit het oog verliezen. Dit staat in een tussentijdse evaluatie die naar de Tweede Kamer is gestuurd. Ook de TU Delft doet mee met de proeven.
Op de TU Delft doet de faculteit Bouwkunde een pilot met persoonlijke ontwikkelingsweken. (Foto: Faculteit Bouwkunde)
Dutch only
Om de werkdruk in de academische wereld te helpen verminderen kwam De Jonge Akademie met het voorstel om het collegejaar ‘slimmer’ in te richten. Minder lesweken, minder herkansingen, meer roostervrije weken – net als in andere landen.
Het voorstel viel in vruchtbare aarde. Het vorige kabinet reserveerde 15 miljoen euro om met zo’n nieuw collegejaar te experimenteren. Er doen vijftien universiteiten, waaronder de TU Delft, en één hbo-instelling met de experimenten mee. Alle deelnemers zijn gestart in 2022, met uitzondering van de TU Delft, die in 2024 aanhaakte. Nu heeft demissionair minister Moes een tussenevaluatie naar de Tweede Kamer gestuurd.
Rust en ruimte?
De deelnemende opleidingen zijn allemaal aan de slag gegaan met eigen pilots, bijvoorbeeld de ‘meesterproef’ in plaats van de scriptie bij een masteropleiding aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Dankzij een serie van losse leerdoelen (in plaats van een scriptie) was de studielast beter in te plannen en liepen studenten minder vertraging op.
De TU Delft doet mee met twee pilots. Zo zijn op de faculteit Bouwkunde persoonlijke-ontwikkelingsweken ingevoerd op de drukste momenten van het academisch jaar: aan het eind van het eerste kwartaal en aan het eind van het derde kwartaal. Tijdens deze po-weken zijn er geen colleges of tentamens en kunnen studenten deelnemen aan activiteiten. Zo kunnen ze tekenworkshops volgen, hun cv laten checken of les krijgen in presenteren. Doel is om zowel studenten als docenten meer rust en ruimte te bezorgen. De andere pilot onderzoekt op de hele universiteit of er een wekelijkse zelfstudiedag kan worden ingevoerd, om meer rust en ruimte te creëren.
Oog voor ondersteunende staf
Van de 47 pilots (en subpilots) noemden twaalf de ondersteuners niet in hun plannen. “De ondersteunende staf wordt in verhouding ook minder gevraagd naar hun ervaringen met de ingezette interventies”, noteren de onderzoekers. Terwijl ze er wel door geraakt kunnen worden. Denk bijvoorbeeld aan de logistiek rond toetsen.
“Veel pilots zijn met name gericht op rust en ruimte voor studenten en docenten, en niet of minder op rust en ruimte voor de ondersteunende staf”, staat in de tussenevaluatie. Terwijl sommige interventies ook gevolgen kunnen hebben voor de werkdruk van de ondersteunende staf. Heb daar oog voor, is een van de adviezen.
HOP, Bas Belleman/ Delta, Annebelle de Bruijn
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl

Comments are closed.