Het leek een hachelijke onderneming, de kruistocht van docent Sierksma. In zijn eentje zette hij de aanval in op het % in zijn ogen – gesjoemel met de academische normen bij Bouwkunde.
Hij weigerde als eerste gecommitteerde zijn handtekening te zetten op een afstudeerformulier en richtte zich over de hoofden van een argeloze studente tot de leden van het examenteam % wat hem op een klacht van de moeder kwam te staan.
Bij die actie liet hij het niet. In november stuurde hij een brief de faculteit rond, waarin hij in voor academische begrippen ongekend krasse taal zijn bezwaren tegen de afstudeerprocedure verwoordde. Bouwkunde was ‘een bordeel waarin her en der pooiers van het intellect niet slechts de waarheid maar ook het fatsoen in de uitverkoop gooien’. ,,Echte hoogleraren, een enkele ervan gepromoveerd, voeren er hun poppenkast op en cijferen werkstukken op terreinen waarop ze niet zijn gekwalificeerd.”
De afstudeerprocedure noemde hij ‘incestueus’, de becijfering daardoor te royaal (,,de faculteit lijkt slechts genieën te hebben toegelaten tot haar collegezalen”). De brief leek de opmaat voor een academische zelfmoord, een typische kamikazeactie. Wie er in slaagt zowel studenten en hun ouders als collega’s te schofferen, lijkt geen lang leven beschoren in de universiteit. Het onderzoek dat het college van bestuur op verzoek van Sierksma en decaan Beunderman instelde, leek dat te gaan bevestigen. Op zondigen tegen de academische mores staat normaliter een hoge straf. Het siert de commissie (bestaande uit de hoogleraren Backer, Battjes, Doorman en Drewe) dat ze niet bij het wat onbehouwen optreden van Sierksma is blijven steken. De inhoud van zijn kritiek krijgt bijna volledige steun van de commissie. De afstudeerregels dienen nageleefd te worden % wat in de facultaire cultuur niet vanzelfsprekend is. En de rol van de eerste gecommitteerde als kwaliteitsbewaker mag nog zwaarder worden dan nu het geval is. Het college van bestuur zal de verbeteringen in de afstudeerprocedure op de voet gaan volgen.
Hiermee is Sierksma zo ongeveer tot een academische ‘klokkenluider’ verklaard, een man die in zijn eentje tegen de stroom in het gesjoemel met de normen aan de orde stelde % met gevaar voor de eigen positie. De Delftse Van Buitenen mag nu gewoon zijn werk voortzetten, zonder schorsing of berisping. De enige smet op zijn blazoen is dat het college van bestuur laat weten zijn gedrag tijdens het afstuderen zelf ‘ongepast’ te vinden. Dat moet echter weinig af doen aan de triomf die de bouwkunde-docent nu beleeft.
Het leek een hachelijke onderneming, de kruistocht van docent Sierksma. In zijn eentje zette hij de aanval in op het % in zijn ogen – gesjoemel met de academische normen bij Bouwkunde. Hij weigerde als eerste gecommitteerde zijn handtekening te zetten op een afstudeerformulier en richtte zich over de hoofden van een argeloze studente tot de leden van het examenteam % wat hem op een klacht van de moeder kwam te staan.
Bij die actie liet hij het niet. In november stuurde hij een brief de faculteit rond, waarin hij in voor academische begrippen ongekend krasse taal zijn bezwaren tegen de afstudeerprocedure verwoordde. Bouwkunde was ‘een bordeel waarin her en der pooiers van het intellect niet slechts de waarheid maar ook het fatsoen in de uitverkoop gooien’. ,,Echte hoogleraren, een enkele ervan gepromoveerd, voeren er hun poppenkast op en cijferen werkstukken op terreinen waarop ze niet zijn gekwalificeerd.”
De afstudeerprocedure noemde hij ‘incestueus’, de becijfering daardoor te royaal (,,de faculteit lijkt slechts genieën te hebben toegelaten tot haar collegezalen”). De brief leek de opmaat voor een academische zelfmoord, een typische kamikazeactie. Wie er in slaagt zowel studenten en hun ouders als collega’s te schofferen, lijkt geen lang leven beschoren in de universiteit. Het onderzoek dat het college van bestuur op verzoek van Sierksma en decaan Beunderman instelde, leek dat te gaan bevestigen. Op zondigen tegen de academische mores staat normaliter een hoge straf. Het siert de commissie (bestaande uit de hoogleraren Backer, Battjes, Doorman en Drewe) dat ze niet bij het wat onbehouwen optreden van Sierksma is blijven steken. De inhoud van zijn kritiek krijgt bijna volledige steun van de commissie. De afstudeerregels dienen nageleefd te worden % wat in de facultaire cultuur niet vanzelfsprekend is. En de rol van de eerste gecommitteerde als kwaliteitsbewaker mag nog zwaarder worden dan nu het geval is. Het college van bestuur zal de verbeteringen in de afstudeerprocedure op de voet gaan volgen.
Hiermee is Sierksma zo ongeveer tot een academische ‘klokkenluider’ verklaard, een man die in zijn eentje tegen de stroom in het gesjoemel met de normen aan de orde stelde % met gevaar voor de eigen positie. De Delftse Van Buitenen mag nu gewoon zijn werk voortzetten, zonder schorsing of berisping. De enige smet op zijn blazoen is dat het college van bestuur laat weten zijn gedrag tijdens het afstuderen zelf ‘ongepast’ te vinden. Dat moet echter weinig af doen aan de triomf die de bouwkunde-docent nu beleeft.
Comments are closed.