Opinie

Schrikbeeld

Op mijn zestiende verjaardag krijg ik van een aantal schoolvrienden een fles zeer goedkope champagne. Wachtend op de juiste gelegenheid om hem aan te breken zet ik hem op de bovenste plank van de kast.

Daar staat de fles een half jaar stof te vangen.

Op een zekere zaterdagavond ben ik alleen thuis. Mijn ouders zijn er niet en mijn broer is de stad in. Ik heb zelf geen zin om uit te gaan, kijk naar een waardeloze film en voel me naarmate de avond vordert steeds eenzamer.

Lusteloos op de bank zittend schiet me opeens die fles te binnen. Eerst probeer ik de gedachte eraan te verdrijven maar bij gebrek aan betere afleiding kom ik er telkens weer bij terug. Na een half uur geef ik mijn verzet op. Ik pak een wijnglas uit de keukenkast en ga de trap op naar mijn kamer.

Ik ga op de rand van mijn bed zitten. Rechts aan de muur hangt een poster met een raceauto, links een PSV-vaantje. Ik zet de fles op mijn knieën en draai aan het ijzerdraadje van de kurk. Naast mijn rechtervoet staat het lege wijnglas. Mijn handelingen maken bijna geen geluid. Nadat ik het netje van ijzerdraad heb verwijderd duw ik voorzichtig met mijn duimen op de rand van de kurk. Millimeter voor millimeter schuift hij naar boven. Van buiten komt gedempt het rumoer van de stad binnen. Soms passeert een groepje jongeren, op weg naar een café; hun stemmen verraden spanning en uitgelaten vrolijkheid. In mijn kamer heerst rust.

Met een luide knal schiet de kurk tegen het plafond. Nog net op tijd weet ik het glas onder de opening van de fles te houden. Zwijgend voor me uit starend drink ik in een half uur de fles leeg. Eerst nog per glas daarna uit de fles. Wanneer hij leeg is schop ik mijn schoenen uit, ga bovenop mijn dekens liggen en val in een diepe slaap.

Hoewel ik zelden denk aan dit voorval heeft het toch een diepe indruk op me gemaakt. Als ik erop terugkijk en mezelf zo zie zitten op de rand van mijn bed, lurkend aan een fles goedkope champagne, terwijl buiten in het uitgaanscentrum het leven een groot bruisend lolfestijn is, loopt er een rilling over mijn rug. Heel even zie ik dan de jonge versie van een persoon die ik absoluut niet zou willen zijn.

Soms ook zie ik de oudere versie van die persoon. Op de Brabantse Turfmarkt heb je een zaakje dat luistert naar de toepasselijke naam Unicum. Een pornowinkel met een ruim assortiment films maar ook de nodige kinky hulpmiddelen voor de avontuurlijke coïteur. Ik loop er langs (ik ben er ook ooit binnen geweest, sterker nog: ik heb er ooit een cock-ring aangeschaft), juist op het moment dat een van de klanten weer naar buiten komt. Aan zijn kleding te zien is hij een postbode. Hij loopt op zijn PTT-brommertje af met in zijn hand een bruin papieren zak (niet zijn lunchpakketje), steekt die snel in zijn posttas en snort ervandoor.

Al die tijd heeft hij zijn helm opgehad maar het kost me geen moeite om mijn eigen gezicht, twintig jaar ouder, daaronder voor te stellen. In de verte zie ik mezelf op mijn rode brommertje langs de grachten rijden met in mijn posttas het blik bonen en de slavinkdie het avondeten vormen en de film waarop ik later op de avond mismoedig zal masturberen in mijn verduisterde woonkamer.

Ik moet er niet aan denken. Eenzaamheid is goedkope champagne. Ik heb er even aan geproefd maar dat was meer dan genoeg.

Op mijn zestiende verjaardag krijg ik van een aantal schoolvrienden een fles zeer goedkope champagne. Wachtend op de juiste gelegenheid om hem aan te breken zet ik hem op de bovenste plank van de kast. Daar staat de fles een half jaar stof te vangen.

Op een zekere zaterdagavond ben ik alleen thuis. Mijn ouders zijn er niet en mijn broer is de stad in. Ik heb zelf geen zin om uit te gaan, kijk naar een waardeloze film en voel me naarmate de avond vordert steeds eenzamer.

Lusteloos op de bank zittend schiet me opeens die fles te binnen. Eerst probeer ik de gedachte eraan te verdrijven maar bij gebrek aan betere afleiding kom ik er telkens weer bij terug. Na een half uur geef ik mijn verzet op. Ik pak een wijnglas uit de keukenkast en ga de trap op naar mijn kamer.

Ik ga op de rand van mijn bed zitten. Rechts aan de muur hangt een poster met een raceauto, links een PSV-vaantje. Ik zet de fles op mijn knieën en draai aan het ijzerdraadje van de kurk. Naast mijn rechtervoet staat het lege wijnglas. Mijn handelingen maken bijna geen geluid. Nadat ik het netje van ijzerdraad heb verwijderd duw ik voorzichtig met mijn duimen op de rand van de kurk. Millimeter voor millimeter schuift hij naar boven. Van buiten komt gedempt het rumoer van de stad binnen. Soms passeert een groepje jongeren, op weg naar een café; hun stemmen verraden spanning en uitgelaten vrolijkheid. In mijn kamer heerst rust.

Met een luide knal schiet de kurk tegen het plafond. Nog net op tijd weet ik het glas onder de opening van de fles te houden. Zwijgend voor me uit starend drink ik in een half uur de fles leeg. Eerst nog per glas daarna uit de fles. Wanneer hij leeg is schop ik mijn schoenen uit, ga bovenop mijn dekens liggen en val in een diepe slaap.

Hoewel ik zelden denk aan dit voorval heeft het toch een diepe indruk op me gemaakt. Als ik erop terugkijk en mezelf zo zie zitten op de rand van mijn bed, lurkend aan een fles goedkope champagne, terwijl buiten in het uitgaanscentrum het leven een groot bruisend lolfestijn is, loopt er een rilling over mijn rug. Heel even zie ik dan de jonge versie van een persoon die ik absoluut niet zou willen zijn.

Soms ook zie ik de oudere versie van die persoon. Op de Brabantse Turfmarkt heb je een zaakje dat luistert naar de toepasselijke naam Unicum. Een pornowinkel met een ruim assortiment films maar ook de nodige kinky hulpmiddelen voor de avontuurlijke coïteur. Ik loop er langs (ik ben er ook ooit binnen geweest, sterker nog: ik heb er ooit een cock-ring aangeschaft), juist op het moment dat een van de klanten weer naar buiten komt. Aan zijn kleding te zien is hij een postbode. Hij loopt op zijn PTT-brommertje af met in zijn hand een bruin papieren zak (niet zijn lunchpakketje), steekt die snel in zijn posttas en snort ervandoor.

Al die tijd heeft hij zijn helm opgehad maar het kost me geen moeite om mijn eigen gezicht, twintig jaar ouder, daaronder voor te stellen. In de verte zie ik mezelf op mijn rode brommertje langs de grachten rijden met in mijn posttas het blik bonen en de slavinkdie het avondeten vormen en de film waarop ik later op de avond mismoedig zal masturberen in mijn verduisterde woonkamer.

Ik moet er niet aan denken. Eenzaamheid is goedkope champagne. Ik heb er even aan geproefd maar dat was meer dan genoeg.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.