Als columnist moet je af en toe scherpe keuzes maken. Schrijf ik over het schokkende artikel in Delta over de sociale onveiligheid binnen de TU? Over de brief waarin de vakbond CNV de minister vraagt om in te grijpen en het college van bestuur te ontslaan? Over het rapport van de Arbeidsinspectie over werkdruk en de dreiging van de minister tot handhaving als er over een jaar nog steeds geen serieuze verbetering zichtbaar is? Over de precaire financiële situatie en de aangekondigde bezuinigingen? Of over iets heel anders, bijvoorbeeld het Gender Equality statement van de TU Delft?
Dacht ik er net uit te zijn, kwam de ronkende Kamerbrief van onze onderwijsminister, die voortvarend ‘scherpe’ maatregelen aankondigt om de internationale studentenstroom te beheersen: “Ik zet die lijn [van het vorige kabinet] voort en scherp deze (…) verder aan”. Deze minister stapte ooit over van het CDA naar de ChristenUnie ‘omdat de partij destijds ging samenwerken met de PVV en dat botste met zijn ideeën en moraal’. Hij lijkt een draai te hebben gemaakt.
De elf pagina’s tellende brief gaat enkel over ‘verengelsing terugdringen’, ‘het beperken van de internationale instroom van studenten’, het verplichten van onderwijsinstellingen ‘zich in te zetten voor bevordering van de Nederlandse taalvaardigheid van álle studenten’, en ‘sturing’ en ‘handhaving’ op deze punten door een pakket maatregelen dat de autonomie van de universiteiten vergaand zal aantasten. “Dit kabinet hakt met de botte bijl op universiteiten en hogescholen in”, aldus de universiteitenvereniging UNL, die zich bovendien afvraagt of dit allemaal wel juridisch haalbaar is.
Slechts één enkele zin is gewijd aan het belang van kennismigratie voor de samenleving
Slechts één enkele zin is gewijd aan het belang van kennismigratie voor de samenleving. De vorige onderwijsminister, die met het wetsvoorstel WIB (Wet internationalisering in balans) de inleidende beschietingen verrichtte, was helder op dit punt: “De onderwijsinstellingen zien internationalisering als één van de redenen waarom Nederland internationaal toonaangevend is op onderwijs- en onderzoeksgebied. Het aantrekken en binden van internationaal talent heeft ook toegevoegde waarde voor de Nederlandse kenniseconomie en samenleving als geheel.” Inhoudelijk kon je het al dan niet eens zijn met het wetsvoorstel, in ieder geval dwongen zijn zorgvuldige afwegingen en argumentatie respect af.
De huidige minister heeft het vooral over het feit dat ‘het merendeel van de studenten na hun studie weer vertrekt’, studenten die ‘voor een groot deel gefinancierd worden door de Nederlandse belastingbetaler’. Gemakshalve verzuimt hij te vermelden dat de blijfkans van een international met een bachelor of master in techniek of ICT rond de 50 procent ligt, en onder afgestudeerden van buiten Europa zelfs rond de 60 procent. Deze sectoren zitten te springen om mensen. En veel van de afgestudeerden die teruggaan, zullen in hun eigen land een nuttige bijdrage leveren aan het oplossen van de grote uitdagingen waarvoor wij ons allen, wereldburgers, geplaatst zien: klimaat, duurzaamheid, gezondheid, bestrijding van armoede. Goed besteed belastinggeld.
Vanavond ga ik naar de Nederlandse opera. De meeste zangers komen uit het buitenland. Zij worden begeleid door een orkest dat voor een aanzienlijk deel uit buitenlanders bestaat. Ongetwijfeld repeteren zij in het Engels. Gaat dit kabinet hier ook scherpe keuzes maken? En bovenal, zou dat de kwaliteit van de muziek ten goede komen?
Comments are closed.