Mijn vader was in zijn vroege carrière enkele jaren hoofdredacteur van een regionale krant. Als voorvechter van het vrije woord nam hij geen blad voor de mond:[1]
‘Evenals de heer zonder enig succes via mijn president-commissaris — zelfs onder dreiging met klachtmaatregelen bij de justitie — publicatie heeft willen voorkomen van , dat onverkort onder mijn verantwoordelijkheid vandaag wordt gepubliceerd, hebben ook andere autoriteiten in andere zaken eveneens getracht zonder succes, op de vermelde wijze mij in deze krant het zwijgen op te leggen. Ik deel deze hoogmogende heren bij deze mede, dat ik hun achterbakse, stiekeme, laffe, onoirbare, ondemocratische en misselijke manier van stoken persoonlijk beu ben en ik geef hun bovendien bij deze de uitdrukkelijke garantie dat zij op deze wijze geen enkel, maar dan ook geen enkel succes zullen bereiken.’
U begrijpt dat ik onlangs moest terugdenken aan deze passage, waarop ik na mijn vaders overlijden geattendeerd werd door een treffend in memoriam in Vrij Nederland. In het openingswoord van het academisch proefschrift dat hij later schreef, stelt hij:
‘Het verstrekken aan informatie aan de burger is een taak, die dermate van belang voor de burger in de
samenleving en voor het goed functioneren van die samenleving zelf, dat de vrijheid van drukpers terecht
tot een grondwettelijk recht verheven is.’
De persvrijheid is sinds 1815 verankerd in de Nederlandse grondwet, en is al even lang het mikpunt van lieden zoals de reactionaire journalist Izaäk Lion:
‘In de handen van den booze is de drukpers de onmeedogende sikkel, waardoor al wat goeds in het volkerenhart opgroeit, wordt weggemaaid, en de hark, die de kiemen van deugd en godsvrucht, van verlichting en zelfkennis onbarmhartiglijk uitroeit.’
Het is een goede zaak dat onze collegevoorzitter een verontschuldiging heeft gepubliceerd voor de recente censuur op een kritisch stuk in Delta over intimidaties jegens medewerkers van het I&IC. Het gewraakte artikel, gemakkelijk te vinden op archiefwebsites, is echter nog steeds niet teruggeplaatst. Dat doet afbreuk aan de excuses. In een open brief aan de collegevoorzitter vraagt de Kring van Hoodfredacteuren van Hoger Onderwijs Media tevens dat het cvb ‘de journalistieke onafhankelijkheid van Delta garandeert’. Deze onafhankelijkheid is echter gegarandeerd in artikel 3.1 van het redactiestatuut van Delta, nota bene door het cvb zelf vastgesteld:
‘Het College van Bestuur vertrouwt de redactie een onafhankelijke positie toe in de overtuiging dat dit de kwaliteit van de journalistieke werkzaamheden bevordert en daardoor in het belang is van de universiteit.’
Tenslotte wil de Kring ‘de garantie dat de hoofdredacteur gevrijwaard blijft van persoonlijke financiële claims’.
Om het vertrouwen te herstellen moet men ervan op aan kunnen dat niemand meer wordt ‘bedreigd, beledigd, vernederd, geïntimideerd of monddood gemaakt’ als ‘afwijkende meningen’ gegeven worden of ‘nieuwe feiten’ naar voren worden gebracht. Precies zo’n toezegging stond in de eerste versie van het Veranderplan. Die is nu helaas verwaterd tot een ‘onbevreesd kunnen zeggen wat we vinden. Ook als we een afwijkende mening hebben’.
Vinden. Mening. Hoe zit het met het naar voren brengen van nieuwe feiten?
[1] De weggelakte passages zijn niet te ontsleutelen.
Comments are closed.