Ingezonden brief

#NietMijnCvb: geloofwaardigheid

In deze brief neemt hoogleraar wiskunde Jan van Neerven de hashtag #NietMijnCvb van columnist Bob van Vliet over. Hij vraagt zich af of college van bestuur en raad van toezicht zich aan hun eigen woorden zullen houden.

Portret van Jan van Neerven

Na meer dan een jaar wachten was daar dan eindelijk het lang verwachte rapport van de onderwijsinspectie. De belangrijkste constatering: “De zorg voor wat door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd in de omgang met betrokkenen binnen de TU Delft wordt in ernstige mate verwaarloosd. Dit leidt tot de conclusie dat er sprake is van wanbeheer.” Meerdere principes van de Code Goed Bestuur worden door de TU Delft niet nageleefd, aldus het rapport. Voorts heeft de inspectie ‘een aantal incidenten van ervaren intimidatie en/of bedreiging geconstateerd door (een) (voormalig) bestuurder(s) en een voormalig toezichthouder’.

In de wetenschap geldt het adagium ‘De referee heeft altijd gelijk’. Al ben je het niet eens met de referee, toch neem je de nodige afstand en kijk je nog eens kritisch naar je manuscript. Dit proces heet zelfreflectie. Hoe anders ging het aan de top van onze instelling. De aanvankelijke reactie van het college van bestuur (cvb) en de raad van toezicht (rvt), vooral gericht op inperking van reputatieschade en eigen lijfsbehoud, toonde een groot gebrek aan medemenselijkheid en is met ongeloof begroet in de universitaire en landelijke pers. Binnen de eigen gemeenschap heeft die reactie tot een golf van afkeuring geleid. Na woedende reacties van alle democratische instituties binnen onze instelling en een petitie van afkeuring ondertekend door ruim 1100 medewerkers en studenten, bonden cvb en rvt in: het dreigement van een rechtsgang werd ingetrokken.

Deze hele vertoning moet een klap in het gezicht zijn geweest van alle medewerkers en studenten die te maken hebben, of hebben gehad, met intimidatie, machtsmisbruik, en/of andere vormen van grensoverschrijdend gedrag, die soms jarenlang straffeloos doorgang vinden. In de reactie op het conceptrapport wordt deze groep zonder aanzien des persoons als volgt weggezet: “Zijn de melders daadwerkelijk slachtoffer, of waren zij eigenlijk zelf dader van een sociaal onveilige situatie voor anderen, waardoor die andere personen weer slachtoffer van die sociale onveiligheid waren.”

‘Cvb en rvt kampen met een groot geloofwaardigheidsprobleem’

Een schandelijke kwalificatie van mensen die, zoals in het inspectierapport te lezen valt, vaak kampen met psychologische en fysieke gezondheidsklachten ten gevolge van sociale onveiligheid, waaronder burn-out, depressie, ziekte, overgeven op het werk, paniekaanvallen en hartkloppingen. Helaas ben ik bekend met enkele schrijnende gevallen, en helaas kan ik bevestigen dat hier geen woord te veel staat. Melders worden nu opgeroepen naar buiten te treden. Beseffen cvb en rvt eigenlijk wel hoe bang mensen kunnen zijn? Intimidatie vindt meestal plaats in de beslotenheid van één-op-één situaties, vaak binnen machtsrelaties, en er is meestal geen bewijs behalve woord-tegen-woord. Wie toch de moed heeft melding te maken, riskeert beschuldigd te worden van het beschadigen van reputaties. In het beste geval wordt gewoon weggekeken. Zo ook in de gevallen waar ik mee bekend ben.

In opdracht van de inspectie wordt nu gewerkt aan een actieplan sociale veiligheid, een plan dat al jaren geleden geschreven had kunnen worden. Vanaf nu ‘kijken wij vooruit’. Een handige retorische draai om geen rekenschap te hoeven afleggen, en daarmee in feite alles in een doofpot te doen verdwijnen. Wat mij betreft kijken wij eerst richting cvb en rvt. Aan hen is in het inspectierapport een apart hoofdstuk gewijd. Zij kampen nu met een groot geloofwaardigheidsprobleem. Een oplossing hebben zij echter zelf al aangedragen.

In de weggelakte reactie op de conceptversie van het genoemde hoofdstuk lezen we (zie eerdere berichtgeving in Delta): “De consequentie van publicatie van een dergelijk hoofdstuk kan niet anders zijn dan dat de betrokken bestuurders en toezichthouders zich in het openbaar hiertegen verzetten dan wel dat zij aftreden (al of niet gedwongen), omdat ze zich niet kunnen verdedigen”.

Welnu, het hoofdstuk is gepubliceerd en van rechtsgang is inmiddels afgezien. Ik ben benieuwd welke consequenties cvb en rvt aan hun eigen woorden verbinden.

Jan van Neerven is als hoogleraar wiskunde verbonden aan het Delft Institute of Applied Mathematics van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica, waar hij hoofd is van de sectie Analyse. Hij werkt sinds 1996 aan de TU Delft, eerst als KNAW Research Fellow, en sinds 2006 als Antoni van Leeuwenhoek hoogleraar. Hij ontving onder meer een Vidi- en een Vici-subsidie.

Schrijver Opinie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

opinie.delta@tudelft.nl

Comments are closed.