Onderwijs

Samen aan de wiskunde en mechanica

De eerste stappen op weg naar het instellingspakket zijn gezet. Met ingang van het studiejaar 2001/2002 gaan de meeste TUD-opleidingen van start met gezamenlijke wiskundemodules en LR, IO, WTB en MT voegen daar eveneens mechanicamodules aan toe.

/strong>

Voor wie het even kwijt is: het instellingspakket houdt in dat bij alle TU-opleidingen rond de 30% van het curriculum een overeenkomstige inhoudelijke invulling krijgt. Het betreft vooral de technische ‘basisvakken’, zoals wiskunde, mechanica, natuurwetenschappen en een aantal alfa- en gammamodules. De overstap naar het instellingspakket hangt nauw samen met de komst van de bachelor-masterstructuur. Hierbij wordt de opleiding in de eerste jaren wat breder en komt de echte specialisatie pas in de masterfase. Dat betekent dat een aanpassing van de huidige curricula nodig is. ,,Overigens is de komst van de BaMa-structuur niet de enige reden om van start te gaan met het instellingspakket”, aldus Rector Magnificus prof. Karel Wakker. ,,We waren het al vóór de discussie over de BaMa-structuur van plan. Bij de TU Delft zijn in de loop der tijd de eerste jaren van de opleidingen namelijk nogal specialistisch geworden en daardoor is het voor studenten lastig geworden om over te stappen naar een andere opleiding. Dat wordt nu gemakkelijker.”

Een regelmatig geopperd bezwaar tegen het instellingspakket is dat hierdoor de studenten minder kennis krijgen van hun toekomstige vakterrein. Wakker bestrijdt dit. Hij verwijst naar een lopend onderzoek dat de partners van de Idea League momenteel uitvoeren en waarin een aantal opleidingen van deze universiteiten met elkaar wordt vergeleken. Eén van de opmerkelijke conclusies is dat, ook al is het onderwijs gedurende de eerste drie studiejaren bij deze universiteiten soms geheel verschillend, zij na drie jaar allemaal op een vergelijkbaar niveau uitkomen. Wakker: ,,Ongeacht of de universiteiten nu starten met een fundamentele of een praktijkgerichte propedeuse, na verloop van drie jaar is hun kennis naar elkaar toe gegroeid.”

Brede kennis

De eerste vakken die onderdeel van het instellingspakket gaan uitmaken zijn wiskunde en mechanica. Wakker: ,,Voor bijna alle opleidingen geldt dat de kennis van deze vakken onontbeerlijk is. Daarom is het de vraag of deze vakken per opleiding op een verschillende manier moet worden onderwezen. Nu is er de kans om uit alle bestaande mechanica- of wiskundeopleidingen het beste te kiezen en daar een kwalitatief hoogstaande basismodule mee samen te stellen.”

Verder is het college van bestuur van mening dat alle toekomstige Delftse ingenieurs enige kennis van een aantal alfa- en gammadisciplines moeten hebben. Wakker: ,,Ik vind dat zij in staatmoeten zijn om bijvoorbeeld een financieel jaarverslag te lezen. Een toekomstige ingenieur kan het zich niet meer veroorloven om uitsluitend met techniek bezig te zijn. Brede kennis is onontbeerlijk. Door de faculteit Techniek, Bestuur en Management wordt hard aan de ontwikkeling van de alfa- en gammacomponent gewerkt. Verwacht wordt dat deze volgend jaar % in het studiejaar 2002/2003 – ingevoerd zal worden in het curriculum van een aantal opleidingen.”

Gemene deler

De afgelopen periode is eveneens hard gewerkt aan het ‘gelijkschakelen’ van de vakken wiskunde en mechanica. Wiskunde is traditioneel een vak waarvan de faculteiten al regelmatig modules inkochten. De vorderingen op dit vakgebied zijn dan ook het grootst. Door de faculteit Informatietechnologie en Systemen (ITS) zijn vijf modules ontwikkeld: analyse, lineaire algebra, kansrekening/statistiek, differentiaalvergelijkingen en numerieke wiskunde.

Maar ook bij mechanica zijn grote vorderingen gemaakt. De betreffende mechanicadocenten van de opleidingen hebben, onder leiding van prof.dr.ir. René de Borst, de modules Statica, Sterkteleer en Dynamica A ontwikkeld. Binnenkort komt daar nog Dynamica B bij. De Borst: ,,Twee jaar geleden kreeg ik de opdracht van het cvb om een gezamenlijke mechanicamodule te ontwikkelen. Bij het accepteren hiervan heb ik echter als voorwaarde gesteld: indien het niet mogelijk is een verantwoorde gezamenlijk module te ontwikkelen dan geef ik de opdracht terug.”

Zover is het niet gekomen. Het lukt De Borst om een gemeenschappelijke module te ontwikkelen. Zijn uitgangspunt was dat er in alle opleidingen, binnen het vak mechanica, gezocht moest worden naar een gemene deler. Daarnaast vond hij dat er wel ruimte moest blijven voor de opleidingen om de module in te kleuren met eigen voorbeelden. ,,Op zich kun je verdedigen dat mechanica ‘sec’ voor de opleidingen gelijk is, maar de toepassingen verschillen sterk. Bij Luchtvaart en Ruimtevaart wordt het toegepast bij het bouwen van vliegtuigen en bij Civiele Techniek voor het construeren van bruggen. Daar moet je je voorbeelden en sommen op af kunnen stemmen.”

De Borst vond het ook van het grootste belang om de mechanicadocenten nauw bij de ontwikkeling van de modules te betrekken. Zonder hun betrokkenheid is een dergelijke wijziging in de onderwijsopzet onhaalbaar. De Borst: ,,Ik kan wel iets gaan verzinnen, maar als zij mijn module afkeuren of onwerkbaar vinden, dan loopt het spaak in de praktijk. Zij moeten tenslotte het college geven.” Gemiddeld kwamen ze een keer in de zes weken bij elkaar. De Borst zorgde ervoor dat vergaderingen nooit langer duurden dan twee uur. ,,Voor een goede sfeer en een efficiënt besluitvormingsproces moet je voorkomen dat mensen murw worden.”

Deze aanpak had resultaat, want De Borst merkte dat het enthousiasme langzaam maar zeker groeide bij de docenten. ,,Na of tijdens de bijeenkomsten ontstond tussen de docenten ook een uitwisseling van kennis op andere gebieden. Ze vroegen bijvoorbeeldaan elkaar ‘Hoe leg jij nu dit mechanicaprobleem uit? Of: Welke leerstof behandel jij?”’

In de zomer van 2000 was er overeenstemming over de inhoudelijke kant van de modules Statica en Sterkteleer, in dit voorjaar over de inhoud van Dynamica A. Op dit moment is de leerstof van de eerste drie modules gebruikskaar. Aan Dynamica B wordt nog gewerkt.”

Goede start

In september 2001 zal de meerderheid van de opleidingen een voorzichtig begin maken met de invoer van het instellingspakket. De meeste zullen starten met het opnemen van een of meerdere van de vijf wiskundemodules (analyse, lineaire algebra, kansrekening/statistiek, differentiaalvergelijkingen en numerieke wiskunde) in hun curricula. Industrieel Ontwerpen voegt daar de modules Statica en Sterkteleer aan toe. Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, Maritieme Techniek en Werktuig-bouwkunde nemen naast deze twee mechanica modules ook nog Dynamica A op.

Het wel of niet invoeren van de modules hangt gedeeltelijke af van het type studie. Industrieel Ontwerpen en Scheikundige Technologie nemen bijvoorbeeld niet lineaire algebra op omdat dat minder relevant voor hen is. De wiskunde modules bieden ook nog de mogelijkheid om een keuze te maken uit varianten van 4, 6 of 8 studiepunten. Een opleiding kan zelf kiezen in hoeverre ze een bepaald onderwerp wil uitdiepen.

Bouwkunde en Civiele Techniek stellen de introductie van het instellingspakket nog uit tot 2002, omdat ze bezig zijn met een ingrijpende algemene curriculumwijziging. Technische Natuurwetenschappen heeft recent een gezamenlijk eerste jaar voor haar drie opleidingen ontwikkeld en wacht daarom eveneens een jaar. Wakker vindt deze gefaseerde invoering van het instellingspakket geen onoverkomelijk probleem. ,,Uiteindelijk zou de indeling van de curricula als volgt moeten zijn: 30% instellingspakket, 30% clusterpakket (dat is een gezamenlijk pakket voor een aantal opleidingen) en de rest van de vakken kunnen specifiek gerelateerd zijn aan de opleiding. Dat is natuurlijk een heel ingrijpende wijziging voor de opleidingen. Zo’n veranderingstraject heeft tijd nodig en dat doe je niet van de een op de andere dag. Gezien al die hindernissen is het cvb van mening dat er in het studiejaar 2001/2002 een goede start wordt gemaakt met het instellingspakket. Maar die start is niet genoeg. Wij willen dat binnen afzienbare tijd een breed instellingspakket en een aantal clusterpakketten zullen zijn ingevoerd. Daarom zal het cvb binnenkort met een richtlijn voor de samenstelling van die pakketten en een tijdpad voor de invoering daarvan komen”.

De eerste stappen op weg naar het instellingspakket zijn gezet. Met ingang van het studiejaar 2001/2002 gaan de meeste TUD-opleidingen van start met gezamenlijke wiskundemodules en LR, IO, WTB en MT voegen daar eveneens mechanicamodules aan toe.

Voor wie het even kwijt is: het instellingspakket houdt in dat bij alle TU-opleidingen rond de 30% van het curriculum een overeenkomstige inhoudelijke invulling krijgt. Het betreft vooral de technische ‘basisvakken’, zoals wiskunde, mechanica, natuurwetenschappen en een aantal alfa- en gammamodules. De overstap naar het instellingspakket hangt nauw samen met de komst van de bachelor-masterstructuur. Hierbij wordt de opleiding in de eerste jaren wat breder en komt de echte specialisatie pas in de masterfase. Dat betekent dat een aanpassing van de huidige curricula nodig is. ,,Overigens is de komst van de BaMa-structuur niet de enige reden om van start te gaan met het instellingspakket”, aldus Rector Magnificus prof. Karel Wakker. ,,We waren het al vóór de discussie over de BaMa-structuur van plan. Bij de TU Delft zijn in de loop der tijd de eerste jaren van de opleidingen namelijk nogal specialistisch geworden en daardoor is het voor studenten lastig geworden om over te stappen naar een andere opleiding. Dat wordt nu gemakkelijker.”

Een regelmatig geopperd bezwaar tegen het instellingspakket is dat hierdoor de studenten minder kennis krijgen van hun toekomstige vakterrein. Wakker bestrijdt dit. Hij verwijst naar een lopend onderzoek dat de partners van de Idea League momenteel uitvoeren en waarin een aantal opleidingen van deze universiteiten met elkaar wordt vergeleken. Eén van de opmerkelijke conclusies is dat, ook al is het onderwijs gedurende de eerste drie studiejaren bij deze universiteiten soms geheel verschillend, zij na drie jaar allemaal op een vergelijkbaar niveau uitkomen. Wakker: ,,Ongeacht of de universiteiten nu starten met een fundamentele of een praktijkgerichte propedeuse, na verloop van drie jaar is hun kennis naar elkaar toe gegroeid.”

Brede kennis

De eerste vakken die onderdeel van het instellingspakket gaan uitmaken zijn wiskunde en mechanica. Wakker: ,,Voor bijna alle opleidingen geldt dat de kennis van deze vakken onontbeerlijk is. Daarom is het de vraag of deze vakken per opleiding op een verschillende manier moet worden onderwezen. Nu is er de kans om uit alle bestaande mechanica- of wiskundeopleidingen het beste te kiezen en daar een kwalitatief hoogstaande basismodule mee samen te stellen.”

Verder is het college van bestuur van mening dat alle toekomstige Delftse ingenieurs enige kennis van een aantal alfa- en gammadisciplines moeten hebben. Wakker: ,,Ik vind dat zij in staatmoeten zijn om bijvoorbeeld een financieel jaarverslag te lezen. Een toekomstige ingenieur kan het zich niet meer veroorloven om uitsluitend met techniek bezig te zijn. Brede kennis is onontbeerlijk. Door de faculteit Techniek, Bestuur en Management wordt hard aan de ontwikkeling van de alfa- en gammacomponent gewerkt. Verwacht wordt dat deze volgend jaar % in het studiejaar 2002/2003 – ingevoerd zal worden in het curriculum van een aantal opleidingen.”

Gemene deler

De afgelopen periode is eveneens hard gewerkt aan het ‘gelijkschakelen’ van de vakken wiskunde en mechanica. Wiskunde is traditioneel een vak waarvan de faculteiten al regelmatig modules inkochten. De vorderingen op dit vakgebied zijn dan ook het grootst. Door de faculteit Informatietechnologie en Systemen (ITS) zijn vijf modules ontwikkeld: analyse, lineaire algebra, kansrekening/statistiek, differentiaalvergelijkingen en numerieke wiskunde.

Maar ook bij mechanica zijn grote vorderingen gemaakt. De betreffende mechanicadocenten van de opleidingen hebben, onder leiding van prof.dr.ir. René de Borst, de modules Statica, Sterkteleer en Dynamica A ontwikkeld. Binnenkort komt daar nog Dynamica B bij. De Borst: ,,Twee jaar geleden kreeg ik de opdracht van het cvb om een gezamenlijke mechanicamodule te ontwikkelen. Bij het accepteren hiervan heb ik echter als voorwaarde gesteld: indien het niet mogelijk is een verantwoorde gezamenlijk module te ontwikkelen dan geef ik de opdracht terug.”

Zover is het niet gekomen. Het lukt De Borst om een gemeenschappelijke module te ontwikkelen. Zijn uitgangspunt was dat er in alle opleidingen, binnen het vak mechanica, gezocht moest worden naar een gemene deler. Daarnaast vond hij dat er wel ruimte moest blijven voor de opleidingen om de module in te kleuren met eigen voorbeelden. ,,Op zich kun je verdedigen dat mechanica ‘sec’ voor de opleidingen gelijk is, maar de toepassingen verschillen sterk. Bij Luchtvaart en Ruimtevaart wordt het toegepast bij het bouwen van vliegtuigen en bij Civiele Techniek voor het construeren van bruggen. Daar moet je je voorbeelden en sommen op af kunnen stemmen.”

De Borst vond het ook van het grootste belang om de mechanicadocenten nauw bij de ontwikkeling van de modules te betrekken. Zonder hun betrokkenheid is een dergelijke wijziging in de onderwijsopzet onhaalbaar. De Borst: ,,Ik kan wel iets gaan verzinnen, maar als zij mijn module afkeuren of onwerkbaar vinden, dan loopt het spaak in de praktijk. Zij moeten tenslotte het college geven.” Gemiddeld kwamen ze een keer in de zes weken bij elkaar. De Borst zorgde ervoor dat vergaderingen nooit langer duurden dan twee uur. ,,Voor een goede sfeer en een efficiënt besluitvormingsproces moet je voorkomen dat mensen murw worden.”

Deze aanpak had resultaat, want De Borst merkte dat het enthousiasme langzaam maar zeker groeide bij de docenten. ,,Na of tijdens de bijeenkomsten ontstond tussen de docenten ook een uitwisseling van kennis op andere gebieden. Ze vroegen bijvoorbeeldaan elkaar ‘Hoe leg jij nu dit mechanicaprobleem uit? Of: Welke leerstof behandel jij?”’

In de zomer van 2000 was er overeenstemming over de inhoudelijke kant van de modules Statica en Sterkteleer, in dit voorjaar over de inhoud van Dynamica A. Op dit moment is de leerstof van de eerste drie modules gebruikskaar. Aan Dynamica B wordt nog gewerkt.”

Goede start

In september 2001 zal de meerderheid van de opleidingen een voorzichtig begin maken met de invoer van het instellingspakket. De meeste zullen starten met het opnemen van een of meerdere van de vijf wiskundemodules (analyse, lineaire algebra, kansrekening/statistiek, differentiaalvergelijkingen en numerieke wiskunde) in hun curricula. Industrieel Ontwerpen voegt daar de modules Statica en Sterkteleer aan toe. Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, Maritieme Techniek en Werktuig-bouwkunde nemen naast deze twee mechanica modules ook nog Dynamica A op.

Het wel of niet invoeren van de modules hangt gedeeltelijke af van het type studie. Industrieel Ontwerpen en Scheikundige Technologie nemen bijvoorbeeld niet lineaire algebra op omdat dat minder relevant voor hen is. De wiskunde modules bieden ook nog de mogelijkheid om een keuze te maken uit varianten van 4, 6 of 8 studiepunten. Een opleiding kan zelf kiezen in hoeverre ze een bepaald onderwerp wil uitdiepen.

Bouwkunde en Civiele Techniek stellen de introductie van het instellingspakket nog uit tot 2002, omdat ze bezig zijn met een ingrijpende algemene curriculumwijziging. Technische Natuurwetenschappen heeft recent een gezamenlijk eerste jaar voor haar drie opleidingen ontwikkeld en wacht daarom eveneens een jaar. Wakker vindt deze gefaseerde invoering van het instellingspakket geen onoverkomelijk probleem. ,,Uiteindelijk zou de indeling van de curricula als volgt moeten zijn: 30% instellingspakket, 30% clusterpakket (dat is een gezamenlijk pakket voor een aantal opleidingen) en de rest van de vakken kunnen specifiek gerelateerd zijn aan de opleiding. Dat is natuurlijk een heel ingrijpende wijziging voor de opleidingen. Zo’n veranderingstraject heeft tijd nodig en dat doe je niet van de een op de andere dag. Gezien al die hindernissen is het cvb van mening dat er in het studiejaar 2001/2002 een goede start wordt gemaakt met het instellingspakket. Maar die start is niet genoeg. Wij willen dat binnen afzienbare tijd een breed instellingspakket en een aantal clusterpakketten zullen zijn ingevoerd. Daarom zal het cvb binnenkort met een richtlijn voor de samenstelling van die pakketten en een tijdpad voor de invoering daarvan komen”.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.