Campus

’s Nachts

Verslaafd, verslaafder, verslaafdst. Het computerspel Quake neemt geen genoegen met een verregende zondagmiddag. Het houdt mensenlevens in een ijzeren greep.

,,Tijdens een party ga je soms de hele nacht door.” Welkom in een subcultuur.

Je sluipt door een vochtige kille bunker, geweer in de aanslag. Tot het uiterste gespannen kijk je om je heen, op zoek naar een tegenstander. Je ziet er een. Je legt aan en schiet. Dodelijk getroffen valt hij op de grond. Maar voordat je door kunt lopen, word je zelf getroffen. Even niet achterom gekeken. Nieuw spelletje dan maar?

Veel geweld, een grote spanningsopbouw, minstens twee teams en een aantal stevige computers. Dat zijn de ingrediënten van een spelletje Quake. De teams heten clans en zijn er op uit om elkaar uit te moorden. Het geheel speelt zich af tegen de achtergrond van grijze bunkers en donkere krochten waar het gevaar schuilt om iedere hoek.

,,Van het spel zijn twee uitvoeringen: Quake I en II. Voor multiplay is Quake I het meest geschikt. Quake II is daarvoor te traag. Deze versie is juist zeer geschikt voor single play en heeft uitstekende graphics.” Aan het woord zijn Rikkert Nachtegaal en Elmar de Koning. De twee informatica-studenten zijn beiden lid van de enige ‘Quake-clan’ die Delft rijk is: Bikkel Quakers Delft (BQD).

De Koning: ,,We zaten ons wat te vervelen vorig jaar, toen we mensen Quake zagen spelen. We hebben het daarna vaak gespeeld in de bieb, hier in de TU-wijk. Via de bieb heb je een perfecte toegang tot internet. Alleen jammer dat de muizen zijn dichtgelijmd. Je kunt ze dus niet even schoonmaken. Ook hebben de computers geen geluidskaarten. Je mist niet zo veel aan het geluid, maar het is toch jammer. We zijn ook vaak uit de bieb weggeschopt. Als mensen de computers echt nodig hebben, gaan we wel uit de weg. Maar als er weinig mensen zitten, kunnen we rustig quaken. Toch worden we dan ook weggestuurd.”

Na een tijdje in de bieb gespeeld te hebben, besloten de informatica-studenten een clan op te richten. De clan bestond oorspronkelijk uit zes mensen, maar twee daarvan doen er niet zoveel meer aan. Nachtegaal: ,,Eén persoon speelt bijna niet meer. Een ander speelt nog maar heel weinig, al doet hij tegenwoordig weer wat vaker mee.”

BQD is wat spelervaring betreft geen topclan. De Koning: ,,Maar slecht zijn we ook niet. We zijn een aardige middenmoter. Eigenlijk is dat logisch. We oefenen niet zo vaak, want spelen kunnen we alleen in de bieb. Als we onze nieuwe computers hebben, zal dat wel veranderen.”
Realistisch

Van het spel bestaan op dit moment twee uitvoeringen: I en II. Quake I dateert uit 1996 en is in de snelle wereld van de computerspelletjes al stokoud. Toch is Quake I nog altijd het meest gespeelde multiplayer-spel. Grafisch gezien is het een stuk minder mooi dan de opvolger, Quake II. Dat heeft echterook voordelen. ,,Omdat II grafisch zo ontzettend realistisch is gemaakt, misschien zelfs iets te realistisch, loopt het heel traag”, vertelt Nachtegaal. ,,Als je dan van wapens wilt wisselen, duurt dat een seconde of drie. In die drie seconden kan er van alles gebeuren. Bij de eerste versie ontbreekt dat realisme en loopt alles veel soepeler.”

Om het spel nog sneller te kunnen spelen, worden alle overbodige functies uitgezet. Nachtegaal: ,,De rook die achter een afgeschoten raket aankomt, kun je bijvoorbeeld uitzetten. Het spel ziet er dan wat lelijk uit, maar gaat wel geweldig.”

Veel mensen hebben het idee dat het spel agressiviteit opwekt. Op zich niet zo’n vreemd idee, je moet immers veel tegenstanders doden. De beide quakers hebben echter nog nooit de behoefte gehad om na een spelletje Quake een paar mensen te doden. Nachtegaal: ,,Het zijn gewoon poppetjes die je neerschiet, geen levende personen. Volgens mij overwint het verstand wel. Mocht je na een spelletje Quake iemand willen doden, dan heb je zoiets van: laat ik het toch maar niet doen. Daar komt alleen maar rotzooi van. Het is zelfs wel ontspannend om eens lekker een uurtje te quaken.”

Feit is wel dat het spel verslavend kan werken. Vooral als je via je telefoonlijn speelt, kan dat problemen geven. Nachtegaal: ,,Je hoort wel eens dat mensen telefoonrekeningen van vijftienhonderd gulden krijgen. Dan is het echt een verslaving geworden.” Toch zien Nachtegaal en De Koning zichzelf niet als verslaafden. ,,Ik begin echt niet te bibberen als ik twee dagen niet gespeeld heb.”
Sportzaal

Dé grote evenementen voor Quake-spelers zijn de zogenaamde Lan-parties. De afkorting Lan staat voor local area network. Voor zo’n party wordt een sportzaal afgehuurd en volgestouwd met quakers, vaak zo’n twee- tot driehonderd man. ,,Vrouwen spelen amper Quake. Als ze al op zo’n party zijn, zijn het vaak de vriendinnen van quakers”, vertelt De Koning.

Via een speciaal aangelegd computernetwerk kunnen diverse clans het tegen elkaar opnemen. Voorwaarde is wel dat je je eigen computer meeneemt. Nachtegaal: ,,Zo’n Lan-party kan een heel weekeinde duren. Het is de bedoeling dat de organisatie voor slaapplaatsen zorgt. Soms lukt dat echter niet. Dan ga je ’s nachts door, een vriendschappelijk spelletje spelen of zo. Of je gaat gewoon in je slaapzak op de grond liggen.”

Bij internationale Lan-parties zijn vaak prijzen te verdienen. De Koning: ,,Die parties worden georganiseerd door fabrikanten van programma’s en systemen. In Amerika heeft een gozer bijvoorbeeld een Ferrari, een computer en een levenslang abonnement op alle nieuwe spellen gewonnen. In Europa valt dat allemaal nog mee. Het hoogst uitgeloofde bedrag waarvan ik gehoord heb, is ongeveer vijfhonderd gulden. Voor mij maken die prijzen niet zo veel uit. Het gaat ons gewoon om de lol die je op zo’n party hebt.”

Op internationaal gebied speelt Nederland nog niet helemaal mee. De Zweden en vooral de Duitsers zijn goed in Quake. In Engeland begint het op te komen, maar van Amerika hoor je op Quake-gebied erg weinig. De Koning: ,,In mei 1998 werd in Enschede een internationale party gehouden. In Enschede zitten de meeste clans van Nederland. De studenten hebben daar danook een uitgebreid netwerk tot hun beschikking. Er waren op die party ook clans uit landen als Finland, Duitsland en Zweden. Die waren écht enorm goed.”

Na een heel weekend quaken, hebben de meesten het even gehad. Nachtegaal: ,,Na zo’n weekend speel ik even geen Quake meer. Je ogen moeten het ontgelden. Je merkt al heel snel dat je last van je ogen krijgt als je geen goede monitor hebt.”

Vol spanning kijken Nachtegaal en De Koning uit naar de nieuwe versie: Quake III. De Koning: ,,Quake III is een combinatie van I en II. Deze uitvoering is echter alleen geschikt voor multiplay. Het is eigenlijk meer een oefening voor de Lan-parties. Je speelt tegen een team van de computer.”

Nachtegaal en De Koning denken allebei dat het spel de spelers van Quake I en II nader tot elkaar brengt. Nachtegaal: ,,Spelers van I en II zitten vaak op elkaar te zeiken. Quake II heet dan te traag en I te ouderwets. Dat soort gezeur. Misschien dat ze nu wat dichter bij elkaar komen.”

Verslaafd, verslaafder, verslaafdst. Het computerspel Quake neemt geen genoegen met een verregende zondagmiddag. Het houdt mensenlevens in een ijzeren greep. ,,Tijdens een party ga je soms de hele nacht door.” Welkom in een subcultuur.

Je sluipt door een vochtige kille bunker, geweer in de aanslag. Tot het uiterste gespannen kijk je om je heen, op zoek naar een tegenstander. Je ziet er een. Je legt aan en schiet. Dodelijk getroffen valt hij op de grond. Maar voordat je door kunt lopen, word je zelf getroffen. Even niet achterom gekeken. Nieuw spelletje dan maar?

Veel geweld, een grote spanningsopbouw, minstens twee teams en een aantal stevige computers. Dat zijn de ingrediënten van een spelletje Quake. De teams heten clans en zijn er op uit om elkaar uit te moorden. Het geheel speelt zich af tegen de achtergrond van grijze bunkers en donkere krochten waar het gevaar schuilt om iedere hoek.

,,Van het spel zijn twee uitvoeringen: Quake I en II. Voor multiplay is Quake I het meest geschikt. Quake II is daarvoor te traag. Deze versie is juist zeer geschikt voor single play en heeft uitstekende graphics.” Aan het woord zijn Rikkert Nachtegaal en Elmar de Koning. De twee informatica-studenten zijn beiden lid van de enige ‘Quake-clan’ die Delft rijk is: Bikkel Quakers Delft (BQD).

De Koning: ,,We zaten ons wat te vervelen vorig jaar, toen we mensen Quake zagen spelen. We hebben het daarna vaak gespeeld in de bieb, hier in de TU-wijk. Via de bieb heb je een perfecte toegang tot internet. Alleen jammer dat de muizen zijn dichtgelijmd. Je kunt ze dus niet even schoonmaken. Ook hebben de computers geen geluidskaarten. Je mist niet zo veel aan het geluid, maar het is toch jammer. We zijn ook vaak uit de bieb weggeschopt. Als mensen de computers echt nodig hebben, gaan we wel uit de weg. Maar als er weinig mensen zitten, kunnen we rustig quaken. Toch worden we dan ook weggestuurd.”

Na een tijdje in de bieb gespeeld te hebben, besloten de informatica-studenten een clan op te richten. De clan bestond oorspronkelijk uit zes mensen, maar twee daarvan doen er niet zoveel meer aan. Nachtegaal: ,,Eén persoon speelt bijna niet meer. Een ander speelt nog maar heel weinig, al doet hij tegenwoordig weer wat vaker mee.”

BQD is wat spelervaring betreft geen topclan. De Koning: ,,Maar slecht zijn we ook niet. We zijn een aardige middenmoter. Eigenlijk is dat logisch. We oefenen niet zo vaak, want spelen kunnen we alleen in de bieb. Als we onze nieuwe computers hebben, zal dat wel veranderen.”
Realistisch

Van het spel bestaan op dit moment twee uitvoeringen: I en II. Quake I dateert uit 1996 en is in de snelle wereld van de computerspelletjes al stokoud. Toch is Quake I nog altijd het meest gespeelde multiplayer-spel. Grafisch gezien is het een stuk minder mooi dan de opvolger, Quake II. Dat heeft echterook voordelen. ,,Omdat II grafisch zo ontzettend realistisch is gemaakt, misschien zelfs iets te realistisch, loopt het heel traag”, vertelt Nachtegaal. ,,Als je dan van wapens wilt wisselen, duurt dat een seconde of drie. In die drie seconden kan er van alles gebeuren. Bij de eerste versie ontbreekt dat realisme en loopt alles veel soepeler.”

Om het spel nog sneller te kunnen spelen, worden alle overbodige functies uitgezet. Nachtegaal: ,,De rook die achter een afgeschoten raket aankomt, kun je bijvoorbeeld uitzetten. Het spel ziet er dan wat lelijk uit, maar gaat wel geweldig.”

Veel mensen hebben het idee dat het spel agressiviteit opwekt. Op zich niet zo’n vreemd idee, je moet immers veel tegenstanders doden. De beide quakers hebben echter nog nooit de behoefte gehad om na een spelletje Quake een paar mensen te doden. Nachtegaal: ,,Het zijn gewoon poppetjes die je neerschiet, geen levende personen. Volgens mij overwint het verstand wel. Mocht je na een spelletje Quake iemand willen doden, dan heb je zoiets van: laat ik het toch maar niet doen. Daar komt alleen maar rotzooi van. Het is zelfs wel ontspannend om eens lekker een uurtje te quaken.”

Feit is wel dat het spel verslavend kan werken. Vooral als je via je telefoonlijn speelt, kan dat problemen geven. Nachtegaal: ,,Je hoort wel eens dat mensen telefoonrekeningen van vijftienhonderd gulden krijgen. Dan is het echt een verslaving geworden.” Toch zien Nachtegaal en De Koning zichzelf niet als verslaafden. ,,Ik begin echt niet te bibberen als ik twee dagen niet gespeeld heb.”
Sportzaal

Dé grote evenementen voor Quake-spelers zijn de zogenaamde Lan-parties. De afkorting Lan staat voor local area network. Voor zo’n party wordt een sportzaal afgehuurd en volgestouwd met quakers, vaak zo’n twee- tot driehonderd man. ,,Vrouwen spelen amper Quake. Als ze al op zo’n party zijn, zijn het vaak de vriendinnen van quakers”, vertelt De Koning.

Via een speciaal aangelegd computernetwerk kunnen diverse clans het tegen elkaar opnemen. Voorwaarde is wel dat je je eigen computer meeneemt. Nachtegaal: ,,Zo’n Lan-party kan een heel weekeinde duren. Het is de bedoeling dat de organisatie voor slaapplaatsen zorgt. Soms lukt dat echter niet. Dan ga je ’s nachts door, een vriendschappelijk spelletje spelen of zo. Of je gaat gewoon in je slaapzak op de grond liggen.”

Bij internationale Lan-parties zijn vaak prijzen te verdienen. De Koning: ,,Die parties worden georganiseerd door fabrikanten van programma’s en systemen. In Amerika heeft een gozer bijvoorbeeld een Ferrari, een computer en een levenslang abonnement op alle nieuwe spellen gewonnen. In Europa valt dat allemaal nog mee. Het hoogst uitgeloofde bedrag waarvan ik gehoord heb, is ongeveer vijfhonderd gulden. Voor mij maken die prijzen niet zo veel uit. Het gaat ons gewoon om de lol die je op zo’n party hebt.”

Op internationaal gebied speelt Nederland nog niet helemaal mee. De Zweden en vooral de Duitsers zijn goed in Quake. In Engeland begint het op te komen, maar van Amerika hoor je op Quake-gebied erg weinig. De Koning: ,,In mei 1998 werd in Enschede een internationale party gehouden. In Enschede zitten de meeste clans van Nederland. De studenten hebben daar danook een uitgebreid netwerk tot hun beschikking. Er waren op die party ook clans uit landen als Finland, Duitsland en Zweden. Die waren écht enorm goed.”

Na een heel weekend quaken, hebben de meesten het even gehad. Nachtegaal: ,,Na zo’n weekend speel ik even geen Quake meer. Je ogen moeten het ontgelden. Je merkt al heel snel dat je last van je ogen krijgt als je geen goede monitor hebt.”

Vol spanning kijken Nachtegaal en De Koning uit naar de nieuwe versie: Quake III. De Koning: ,,Quake III is een combinatie van I en II. Deze uitvoering is echter alleen geschikt voor multiplay. Het is eigenlijk meer een oefening voor de Lan-parties. Je speelt tegen een team van de computer.”

Nachtegaal en De Koning denken allebei dat het spel de spelers van Quake I en II nader tot elkaar brengt. Nachtegaal: ,,Spelers van I en II zitten vaak op elkaar te zeiken. Quake II heet dan te traag en I te ouderwets. Dat soort gezeur. Misschien dat ze nu wat dichter bij elkaar komen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.