Campus

Rijckens waterwoonwijk wiebelt niet

Een 10 kreeg hij voor zijn afstudeerwerk over drijvende woonwijken, en dat is uitzonderlijk. Industrieel ontwerper Ties Rijcken gelooft in zijn concept.

,,Het is een goede manier om planologische problemen in Nederland te bestrijden.” Dat mensen misschien liever vaste grond onder hun huis hebben, maakt niet uit. ,,Er is woningnood, dus er gaan echt wel mensen wonen.”

Waarom een drijvende woonwijk?

,,Er komt steeds meer oppervlaktewater in Nederland en daarom moeten we in de toekomst op een andere manier met water omgaan. De overheid wijst steeds meer gebieden aan waar je water kunt bergen, zodat je in te natte tijden water kunt lozen dat je in te droge tijden weer kunt gebruiken. Probleem is dat grond heel duur is en zo’n waterbergingsgebied is niet te betalen. Daarom kun je in zo’n gebied een andere economische activiteit onderbrengen, waarmee je geld kunt verdienen. Zoals bijvoorbeeld woningen of bedrijven op het water.”

Wat is vernieuwend aan je afstudeeronderwerp?

,,Mijn afstudeeronderwerp bestaat eigenlijk uit twee delen: een drijvende fundering voor woonwijken en een drijvende kunststoftank onder woonarken. Daaraan werkte ik al tijdens mijn stage. Na mijn stage onderzocht ik wat voor producten mijn afstudeerbedrijf, het bedrijf waar ik stage liep en inmiddels ook werk, zou kunnen maken. Drijvende tuintjes, drijvende erfafscheiding, drijvende energieopwekking. Mijn voorkeur was oorspronkelijk het ontwerpen van een drijvende groenvoorziening. Ik denk dat mensen die in een drijvende woonwijk wonen, de aanwezigheid van groen heel belangrijk vinden. Maar het is uiteindelijk de drijvende fundering geworden, omdat aannemersbedrijf Dura Vermeer daarin was geïnteresseerd. Achteraf gezien zitten daarin veel andere ontwerpproblemen op drijvend gebied besloten. Ik bedacht een drijvende fundering die je kunt maken van een universele bouwsteen van drie meter breed, zodat het ding over de weg is te vervoeren. Door die bouwstenen aan elkaar te koppelen creëer je een drijvende woonwijk. Daarop kun je houten huizen zetten, bestrating, begroeiing, verlichting: eigenlijk alles wat een woonwijk nodig heeft.”

Geloof je in het idee van een drijvende woonwijk?

,,Ja. Als er concepten zijn die werken, en als het financieel en planologisch goed in elkaar zit, dan gaan we helemaal los. Het is een goede oplossing voor veel problemen in Nederland. Het is leuk om te zien dat het een hot item is. Mensen vinden het een goed idee om waterhuishoudkundige problemen te bestrijden door middel van drijvende woningen, en het is weer eens wat anders. Planologen en architecten vinden het hartstikke leuk. Ik heb het idee dat er al zoveel mensen mee bezig zijn % architecten, onderzoeksbureaus,overheidsorganen, dat het bijna niet kan misgaan. Er zijn bijvoorbeeld al tien kennisnetwerken op het gebied van meervoudig ruimtegebruik en water. Dat kost allemaal geld. Ik hoop dat dit alleen al een reden is om het door te laten gaan. Anders zou al die energie verloren gaan.”

Ik heb persoonlijk liever vaste grond onder mijn voeten, zeker als ik thuis ben.

,,Als je een enquête houdt, dan wil iedereen in een oud huisje met een rustig tuintje in de binnenstad of op een mooi boerderijtje wonen. Maar daar kan niet iedereen wonen. Er is woningnood dus er gaan heus wel mensen wonen, zo simpel ligt het. Of mensen er willen wonen, ligt aan mij en aan mijn team. Ik moet doorkrijgen wat mensen belangrijk vinden. Ze willen zekerheid en veiligheid. Mensen vinden water heel aangenaam. Je kan er iets heel aantrekkelijks van maken. Ik heb een soort bloemachtige vorm bedacht. Aan de binnenkant rijden de auto’s, aan de buitenkant liggen de tuintjes aan het water. Ik denk dat het best aardig wonen is.”

Hoe groot kan die wijk worden?

,,Theoretisch kun je de wijk zo groot maken als je wilt. We zijn er nog niet uit of we een groot stijf platform maken, of dat het bestaat uit delen die een beetje kunnen scharnieren om de krachten te spreiden. Je begint met een hectare, maar dat kan over tien jaar honderd hectare zijn.”

Zit je niet te schudden in je huis als het hard waait?

,,Een woonark wiebelt als het stormt, maar op een groot platform merk je daar niets van. Dat neemt niet weg dat de krachten op die verbindingen tussen de bouwstenen heel groot zijn. Ik heb die krachten berekend, maar ik ben niet gespecialiseerd genoeg om die verantwoordelijkheid te nemen. Die berekeningen besteden we dus uit.”

Is er al een concreet voorbeeld van drijvende funderingen?

,,Dura Vermeer is bezig met een pilotproject voor drijvende kassen van 1,2 hectare in de Haarlemmermeer. Ze willen daar een dijk leggen en het water erin storten. Er zijn mensen die dat jammer vinden, die willen dat er gebruik wordt gemaakt van bestaand water.”

Heb je iets te maken met dat drijvende-stad-project van emeritus professor Frits Schoute?

,,Ik heb hem nog nooit gesproken, en dat is eigenlijk heel jammer. Zijn ideeën gaan nog verder, hij wil een stad op zee. Hij zit wat verder in de toekomst dan ik. Wat ik doe staat dichter bij de realiteit van vandaag. Maar om eerlijk te zijn weet ik niet precies wat hij doet, omdat hij is gelinkt aan onze grote concurrent.”

Dus een samenwerking zit er niet in?

,,Nee, dat is een interessant punt. Het is heel slecht als een nieuwe ontwikkeling niet van de grond komt, omdat in een heel vroeg stadium verschillende belanghebbenden elkaar kapot concurreren. Dan kun je beter eerst samenwerken, en daarna weer gaan concurreren. Maar in de praktijk werkt dat niet zo.”

Waarom willen tuinders eigenlijk drijvende kassen? Is er te weinig ruimte in het Westland?

,,Daar weet ik te weinig van, dat is iets planologisch. Bij IO weet je van heel veel dingen heel weinig. Dat is met mijn afstudeerwerk ook zo.”

Vind je dat een gemis in de opleiding?

,,De studie is heel breed. Je weet niet wat je aan iemand hebt die IO heeft gedaan. Het kan een multimediaspecialist zijn, maar ook iemand die krachten kan doorrekenen in een thermoskan. In het eerste jaar krijg je best pittige wiskunde, maar het toepassen daarvan is heel vaak simpel. Het gemiddelde natuurkundig niveau bij IO is ook heel laag. Ik ben zelf misschien ietsje beter dan gemiddeld op natuurkundig en wiskundig niveau, maar ik ben niet te vergelijken met de gemiddelde TU-student.”

Heb je wiskunde en natuurkunde nodig bij IO?

,,Niet echt en daarom is dat zo gegaan. Je kunt je afvragen waarom je die vakken in de eerste jaren van IO nog krijgt. Misschien omdat je die probleemoplossende manier van denken leert.”

Je bent afgestudeerd met een 10. Gebeurt dat vaak?

,,Nee, het schijnt maar eens in de twee, drie jaar te gebeuren. Mijn professor, JW Drukker, had het in 25 jaar nog maar een keer meegemaakt.”

Waarom een 10?

,,Ten eerste omdat ik dat stageproject helemaal heb uitgewerkt tot een echt product. De meeste mensen studeren af op een concept. De dag voor mijn afstuderen heb ik het eerste exemplaar van de matrijs van de drijver opgehaald bij de fabriek. Dat was helemaal top, en erg spannend natuurlijk. Die matrijs is één bij anderhalve meter hoog, best spectaculair. Daarnaast had ik een goed team om me heen verzameld. Ik heb begeleiders uitgekozen die me wel liggen. Een van de begeleiders doet ontwerptheorie en methodologie. Dat vind ik heel interessant en ik had net een goed cijfer gehaald op een tentamen. Dan zit je al op een positieve flow met zo’n begeleider. En mijn begeleider bij het bedrijf heeft een prijs gewonnen voor ‘de beste bedrijfsbegeleider’ bij IO. Ofwel, ik zat in een positieve spiraal en dat ging zo door. Er ging eigenlijk niets mis. Mijn werk zag er grafisch heel verzorgd uit omdat ik de hulp hadingeroepen van Isis Spuijbroek van Fabrique, die heeft geadviseerd bij de lay-out van mijn afstudeerverslag. Dat heeft ook bijgedragen aan mijn hoge cijfer. Ook heb ik een presentatie in Frankrijk gehouden voor een bedrijf dat geïnteresseerd was in mijn product. Die presentatie heb ik in het Frans gehouden en dat gebeurt ook niet elke dag.”

Vond je dat niet eng?

,,Nee, ik ben niet bang om op mensen af te stappen. Dat heeft ook bijgedragen aan mijn hoge cijfer. Voor een industrieel ontwerper is dat heel belangrijk. Omdat je een generalist bent, zit je in een web van mensen die zijn betrokken bij je project. Zeker de helft van de ideeën die in mijn afstudeerverslag staan, is niet van mij. Ik ben ervan overtuigd dat hoe meer je communiceert met de buitenwereld, hoe beter je project wordt. Je moet goed luisteren en er iets aan toevoegen. Dan ben je lekker bezig. Mijn begeleiders waardeerden het dat ik ervoor uitkwam dat ik zoveel hulp van anderen had gehad.”

www.nederlandleeftmetwater.nl

www.arkenbouw.nl

WIE IS THIES RIJCKEN?

Ties Rijcken (27) studeerde vorige maand cum laude af met een 10 bij industrieel ontwerpen, afstudeerrichting productontwerpen. Rijcken is geboren in Groningen en ging na de middelbare school geologie studeren in Utrecht. Na één dag stapte hij over naar de studie geofysica, dat hij twee jaar met succes deed. Hij kwam erachter dat hij iets met techniek wilde doen. Hij ging een aantal bijvakken volgen bij civiele techniek in Delft, waaronder ontwerp- en tekenvakken. Aan het eind van het jaar had hij een aantal ontwerpen gemaakt en een hoogleraar raadde hem aan om over te stappen naar industrieel ontwerpen.

Zijn afstudeeronderwerp heet Neerlands H2Oop, voorzieningen voor waterwijken. Hij werkt sinds een paar weken bij het bedrijf waar hij afstudeerde, ABC Arkenbouw in Urk, en pendelt heen en weer tussen Urk en zijn woonplaats Utrecht.

Een 10 kreeg hij voor zijn afstudeerwerk over drijvende woonwijken, en dat is uitzonderlijk. Industrieel ontwerper Ties Rijcken gelooft in zijn concept. ,,Het is een goede manier om planologische problemen in Nederland te bestrijden.” Dat mensen misschien liever vaste grond onder hun huis hebben, maakt niet uit. ,,Er is woningnood, dus er gaan echt wel mensen wonen.”

Waarom een drijvende woonwijk?

,,Er komt steeds meer oppervlaktewater in Nederland en daarom moeten we in de toekomst op een andere manier met water omgaan. De overheid wijst steeds meer gebieden aan waar je water kunt bergen, zodat je in te natte tijden water kunt lozen dat je in te droge tijden weer kunt gebruiken. Probleem is dat grond heel duur is en zo’n waterbergingsgebied is niet te betalen. Daarom kun je in zo’n gebied een andere economische activiteit onderbrengen, waarmee je geld kunt verdienen. Zoals bijvoorbeeld woningen of bedrijven op het water.”

Wat is vernieuwend aan je afstudeeronderwerp?

,,Mijn afstudeeronderwerp bestaat eigenlijk uit twee delen: een drijvende fundering voor woonwijken en een drijvende kunststoftank onder woonarken. Daaraan werkte ik al tijdens mijn stage. Na mijn stage onderzocht ik wat voor producten mijn afstudeerbedrijf, het bedrijf waar ik stage liep en inmiddels ook werk, zou kunnen maken. Drijvende tuintjes, drijvende erfafscheiding, drijvende energieopwekking. Mijn voorkeur was oorspronkelijk het ontwerpen van een drijvende groenvoorziening. Ik denk dat mensen die in een drijvende woonwijk wonen, de aanwezigheid van groen heel belangrijk vinden. Maar het is uiteindelijk de drijvende fundering geworden, omdat aannemersbedrijf Dura Vermeer daarin was geïnteresseerd. Achteraf gezien zitten daarin veel andere ontwerpproblemen op drijvend gebied besloten. Ik bedacht een drijvende fundering die je kunt maken van een universele bouwsteen van drie meter breed, zodat het ding over de weg is te vervoeren. Door die bouwstenen aan elkaar te koppelen creëer je een drijvende woonwijk. Daarop kun je houten huizen zetten, bestrating, begroeiing, verlichting: eigenlijk alles wat een woonwijk nodig heeft.”

Geloof je in het idee van een drijvende woonwijk?

,,Ja. Als er concepten zijn die werken, en als het financieel en planologisch goed in elkaar zit, dan gaan we helemaal los. Het is een goede oplossing voor veel problemen in Nederland. Het is leuk om te zien dat het een hot item is. Mensen vinden het een goed idee om waterhuishoudkundige problemen te bestrijden door middel van drijvende woningen, en het is weer eens wat anders. Planologen en architecten vinden het hartstikke leuk. Ik heb het idee dat er al zoveel mensen mee bezig zijn % architecten, onderzoeksbureaus,overheidsorganen, dat het bijna niet kan misgaan. Er zijn bijvoorbeeld al tien kennisnetwerken op het gebied van meervoudig ruimtegebruik en water. Dat kost allemaal geld. Ik hoop dat dit alleen al een reden is om het door te laten gaan. Anders zou al die energie verloren gaan.”

Ik heb persoonlijk liever vaste grond onder mijn voeten, zeker als ik thuis ben.

,,Als je een enquête houdt, dan wil iedereen in een oud huisje met een rustig tuintje in de binnenstad of op een mooi boerderijtje wonen. Maar daar kan niet iedereen wonen. Er is woningnood dus er gaan heus wel mensen wonen, zo simpel ligt het. Of mensen er willen wonen, ligt aan mij en aan mijn team. Ik moet doorkrijgen wat mensen belangrijk vinden. Ze willen zekerheid en veiligheid. Mensen vinden water heel aangenaam. Je kan er iets heel aantrekkelijks van maken. Ik heb een soort bloemachtige vorm bedacht. Aan de binnenkant rijden de auto’s, aan de buitenkant liggen de tuintjes aan het water. Ik denk dat het best aardig wonen is.”

Hoe groot kan die wijk worden?

,,Theoretisch kun je de wijk zo groot maken als je wilt. We zijn er nog niet uit of we een groot stijf platform maken, of dat het bestaat uit delen die een beetje kunnen scharnieren om de krachten te spreiden. Je begint met een hectare, maar dat kan over tien jaar honderd hectare zijn.”

Zit je niet te schudden in je huis als het hard waait?

,,Een woonark wiebelt als het stormt, maar op een groot platform merk je daar niets van. Dat neemt niet weg dat de krachten op die verbindingen tussen de bouwstenen heel groot zijn. Ik heb die krachten berekend, maar ik ben niet gespecialiseerd genoeg om die verantwoordelijkheid te nemen. Die berekeningen besteden we dus uit.”

Is er al een concreet voorbeeld van drijvende funderingen?

,,Dura Vermeer is bezig met een pilotproject voor drijvende kassen van 1,2 hectare in de Haarlemmermeer. Ze willen daar een dijk leggen en het water erin storten. Er zijn mensen die dat jammer vinden, die willen dat er gebruik wordt gemaakt van bestaand water.”

Heb je iets te maken met dat drijvende-stad-project van emeritus professor Frits Schoute?

,,Ik heb hem nog nooit gesproken, en dat is eigenlijk heel jammer. Zijn ideeën gaan nog verder, hij wil een stad op zee. Hij zit wat verder in de toekomst dan ik. Wat ik doe staat dichter bij de realiteit van vandaag. Maar om eerlijk te zijn weet ik niet precies wat hij doet, omdat hij is gelinkt aan onze grote concurrent.”

Dus een samenwerking zit er niet in?

,,Nee, dat is een interessant punt. Het is heel slecht als een nieuwe ontwikkeling niet van de grond komt, omdat in een heel vroeg stadium verschillende belanghebbenden elkaar kapot concurreren. Dan kun je beter eerst samenwerken, en daarna weer gaan concurreren. Maar in de praktijk werkt dat niet zo.”

Waarom willen tuinders eigenlijk drijvende kassen? Is er te weinig ruimte in het Westland?

,,Daar weet ik te weinig van, dat is iets planologisch. Bij IO weet je van heel veel dingen heel weinig. Dat is met mijn afstudeerwerk ook zo.”

Vind je dat een gemis in de opleiding?

,,De studie is heel breed. Je weet niet wat je aan iemand hebt die IO heeft gedaan. Het kan een multimediaspecialist zijn, maar ook iemand die krachten kan doorrekenen in een thermoskan. In het eerste jaar krijg je best pittige wiskunde, maar het toepassen daarvan is heel vaak simpel. Het gemiddelde natuurkundig niveau bij IO is ook heel laag. Ik ben zelf misschien ietsje beter dan gemiddeld op natuurkundig en wiskundig niveau, maar ik ben niet te vergelijken met de gemiddelde TU-student.”

Heb je wiskunde en natuurkunde nodig bij IO?

,,Niet echt en daarom is dat zo gegaan. Je kunt je afvragen waarom je die vakken in de eerste jaren van IO nog krijgt. Misschien omdat je die probleemoplossende manier van denken leert.”

Je bent afgestudeerd met een 10. Gebeurt dat vaak?

,,Nee, het schijnt maar eens in de twee, drie jaar te gebeuren. Mijn professor, JW Drukker, had het in 25 jaar nog maar een keer meegemaakt.”

Waarom een 10?

,,Ten eerste omdat ik dat stageproject helemaal heb uitgewerkt tot een echt product. De meeste mensen studeren af op een concept. De dag voor mijn afstuderen heb ik het eerste exemplaar van de matrijs van de drijver opgehaald bij de fabriek. Dat was helemaal top, en erg spannend natuurlijk. Die matrijs is één bij anderhalve meter hoog, best spectaculair. Daarnaast had ik een goed team om me heen verzameld. Ik heb begeleiders uitgekozen die me wel liggen. Een van de begeleiders doet ontwerptheorie en methodologie. Dat vind ik heel interessant en ik had net een goed cijfer gehaald op een tentamen. Dan zit je al op een positieve flow met zo’n begeleider. En mijn begeleider bij het bedrijf heeft een prijs gewonnen voor ‘de beste bedrijfsbegeleider’ bij IO. Ofwel, ik zat in een positieve spiraal en dat ging zo door. Er ging eigenlijk niets mis. Mijn werk zag er grafisch heel verzorgd uit omdat ik de hulp hadingeroepen van Isis Spuijbroek van Fabrique, die heeft geadviseerd bij de lay-out van mijn afstudeerverslag. Dat heeft ook bijgedragen aan mijn hoge cijfer. Ook heb ik een presentatie in Frankrijk gehouden voor een bedrijf dat geïnteresseerd was in mijn product. Die presentatie heb ik in het Frans gehouden en dat gebeurt ook niet elke dag.”

Vond je dat niet eng?

,,Nee, ik ben niet bang om op mensen af te stappen. Dat heeft ook bijgedragen aan mijn hoge cijfer. Voor een industrieel ontwerper is dat heel belangrijk. Omdat je een generalist bent, zit je in een web van mensen die zijn betrokken bij je project. Zeker de helft van de ideeën die in mijn afstudeerverslag staan, is niet van mij. Ik ben ervan overtuigd dat hoe meer je communiceert met de buitenwereld, hoe beter je project wordt. Je moet goed luisteren en er iets aan toevoegen. Dan ben je lekker bezig. Mijn begeleiders waardeerden het dat ik ervoor uitkwam dat ik zoveel hulp van anderen had gehad.”

www.nederlandleeftmetwater.nl

www.arkenbouw.nl

WIE IS THIES RIJCKEN?

Ties Rijcken (27) studeerde vorige maand cum laude af met een 10 bij industrieel ontwerpen, afstudeerrichting productontwerpen. Rijcken is geboren in Groningen en ging na de middelbare school geologie studeren in Utrecht. Na één dag stapte hij over naar de studie geofysica, dat hij twee jaar met succes deed. Hij kwam erachter dat hij iets met techniek wilde doen. Hij ging een aantal bijvakken volgen bij civiele techniek in Delft, waaronder ontwerp- en tekenvakken. Aan het eind van het jaar had hij een aantal ontwerpen gemaakt en een hoogleraar raadde hem aan om over te stappen naar industrieel ontwerpen.

Zijn afstudeeronderwerp heet Neerlands H2Oop, voorzieningen voor waterwijken. Hij werkt sinds een paar weken bij het bedrijf waar hij afstudeerde, ABC Arkenbouw in Urk, en pendelt heen en weer tussen Urk en zijn woonplaats Utrecht.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.