De protonenkliniek Holland PTC, die in november 2018 op de Delftse campus van start ging, komt dit jaar slechts uit op de helft van de capaciteit. HPTC verwacht eind 2021 300 patiënten bestraald te hebben, terwijl de totale capaciteit op 600 ligt. Ook de andere twee protonenklinieken, in Groningen en Maastricht, halen hun maximale capaciteit nog niet. Zij verwachten in 2021 uit te komen op respectievelijk 80 procent (480 behandelde patiënten) en 60 procent (240 behandelde patiënten). Dat staat in een gezamenlijke reactie van de drie protonencentra op een kritisch artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.
In dat artikel wordt onder meer de lobby vanuit de universiteiten en de academische ziekenhuizen voor de komst van de klinieken beschreven. Ook komt de weifelende besluitvorming bij het ministerie van Volksgezondheid uitgebreid aan bod, net als de rol van de verzekeraars. Daarnaast telt onderzoeksjournalistiek collectief The Investigative Desk de aanvankelijke twijfels over het nut van protonenbestraling op bij het tegenvallende aantal patiënten nu.
Overigens willen de protonencentra niet horen van tegenvallende cijfers, zo schrijven zij in hun reactie. Volgens hen is rekening gehouden met een aanloopperiode van drie tot vijf jaar, die nu eenmaal zou horen bij nieuwe, complexe technologieën. Daarnaast worden sinds 2018 geleidelijk aan meer soorten tumoren goedgekeurd om in aanmerking te komen voor deze therapie en zou de methode die de geschiktheid van specifieke patiënten bepaalt ingewikkeld zijn. Ook speelt reisafstand een rol bij het verwijzen van patiënten, stellen de centra, waarbij de coronapandemie vertragend werkte. De drie verwachten over drie jaar op hun maximale capaciteit te zullen functioneren.
Comments are closed.