Opinie

Promovendibegeleiding

PromovendibegeleidingNaar aanleiding van het stuk ‘Registratie promovendi moet beter’ (Delta 04), wil ik reageren op rector Fokkema.

Hij stelt: “Het zorgen voor voldoende ondersteuning voor promovendi vormt […] geen probleem.” Als promovendus aan de TU Delft én als voorzitter van Promood, de belangenbehartiger van promovendi aan de TU Delft, weet ik helaas wel beter.

Dankzij de enquête die Promood in 2005 onder ruim 350 promovendi heeft gehouden, is bekend dat tweederde van de promovendi tussen de nul en vijf uur per maand aan begeleiding krijgt. Nu is het niet zo dat iedereen dat onvoldoende ondersteuning vindt, maar een kwart van de promovendi in de laatste fase van hun onderzoek ervaart dit als een (groot) probleem.

Dat het geld dat door de reorganisatie bezuinigd is, besteed zal worden aan onderzoek, juich ik toe. Dat ik als gevolg van diezelfde reorganisatie tot twee maanden moet wachten voordat ik een rekening kan betalen, neem ik dan maar voor lief.

Verder denk ik dat registratie een zeer goede zaak is, aangezien aan de TU Delft zeker honderd buitenlandse promovendi ‘werken’ die geen cao-contract hebben en geen enkele binding hebben met de TU Delft, behalve misschien een gastvrijheidsverklaring. Ja, de TU Delft ontvangt zo’n tachtigduizend euro als ze hun boekje af hebben, dus in zoverre zijn ze wel aan de TU verbonden. Het lastige is namelijk dat als je als (uitsluitend buitenlandse) spookpromovendus niet alleen geen enkel recht hebt op pensioen en in formele zin dagelijkse begeleiding, maar ook nog eens van duizend dollar, hopelijk zonder gezin, rond moet zien te komen. Terwijl de (meestal Nederlandse) collega die naast je zit ruim het dubbele verdient met hetzelfde werk. En dat er dan over je wordt gesproken op een welhaast koloniale toon van: “Maar het is zo’n goede kans voor die studenten”, valt je toch niet op, want een cursus Nederlands wordt niet door de TU Delft vergoed; je bestaat immers niet.

Dus als nou na registratie blijkt dat er een aantal van dit soort schrijnende gevallen opduikt, zou het dan geen goed idee zijn het geld dat nu is vrijgekomen te besteden aan het repareren van het salaris- en pensioengat van deze problematisch onvoldoende ondersteunde promovendi in plaats van meteen maar bussen vol nieuwe promovendi aan te nemen?

Frederik de Wit, voorzitter Promood.

Promovendibegeleiding

Naar aanleiding van het stuk ‘Registratie promovendi moet beter’ (Delta 04), wil ik reageren op rector Fokkema. Hij stelt: “Het zorgen voor voldoende ondersteuning voor promovendi vormt […] geen probleem.” Als promovendus aan de TU Delft én als voorzitter van Promood, de belangenbehartiger van promovendi aan de TU Delft, weet ik helaas wel beter.

Dankzij de enquête die Promood in 2005 onder ruim 350 promovendi heeft gehouden, is bekend dat tweederde van de promovendi tussen de nul en vijf uur per maand aan begeleiding krijgt. Nu is het niet zo dat iedereen dat onvoldoende ondersteuning vindt, maar een kwart van de promovendi in de laatste fase van hun onderzoek ervaart dit als een (groot) probleem.

Dat het geld dat door de reorganisatie bezuinigd is, besteed zal worden aan onderzoek, juich ik toe. Dat ik als gevolg van diezelfde reorganisatie tot twee maanden moet wachten voordat ik een rekening kan betalen, neem ik dan maar voor lief.

Verder denk ik dat registratie een zeer goede zaak is, aangezien aan de TU Delft zeker honderd buitenlandse promovendi ‘werken’ die geen cao-contract hebben en geen enkele binding hebben met de TU Delft, behalve misschien een gastvrijheidsverklaring. Ja, de TU Delft ontvangt zo’n tachtigduizend euro als ze hun boekje af hebben, dus in zoverre zijn ze wel aan de TU verbonden. Het lastige is namelijk dat als je als (uitsluitend buitenlandse) spookpromovendus niet alleen geen enkel recht hebt op pensioen en in formele zin dagelijkse begeleiding, maar ook nog eens van duizend dollar, hopelijk zonder gezin, rond moet zien te komen. Terwijl de (meestal Nederlandse) collega die naast je zit ruim het dubbele verdient met hetzelfde werk. En dat er dan over je wordt gesproken op een welhaast koloniale toon van: “Maar het is zo’n goede kans voor die studenten”, valt je toch niet op, want een cursus Nederlands wordt niet door de TU Delft vergoed; je bestaat immers niet.

Dus als nou na registratie blijkt dat er een aantal van dit soort schrijnende gevallen opduikt, zou het dan geen goed idee zijn het geld dat nu is vrijgekomen te besteden aan het repareren van het salaris- en pensioengat van deze problematisch onvoldoende ondersteunde promovendi in plaats van meteen maar bussen vol nieuwe promovendi aan te nemen?

Frederik de Wit, voorzitter Promood.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.