Campus

Progressief naakt

Iedereen leest de Playboy natuurlijk voor de goede verhalen. Net zoals alle mannen het blad in de vijftiger en zestiger jaren lazen om de politiek getinte cartoons.

Die cartoons waren hun tijd ver vooruit, laat een tentoonstelling in de Kunsthal zien.

Playboy wordt vandaag de dag vooral gezien als een leuk verzetje met zelfs wat goede verhalen. In de ongeveer vijftien jaar na de oprichting in 1953 had Playboy een veel ‘stouter’ karakter. Het blad speelde onder het motto ‘Give the American a few laughs’, een duidelijk sociale rol. De meeste cartoonisten, onder wie Penthouse-oprichter Hugh Heffner ‘himself’, hadden een progressieve kijk op de door de ‘Brady Bunch’ en Koude Oorlog gekenmerkte maatschappij. Hun cartoons waren lang niet altijd seksueel getint, maar toegespitst op de actualiteit.

De tentoonstelling ‘Playboy Cartoon Classics’ toont 146 originele tekeningen van 13 cartoonisten uit de jaren vijftig en zestig. Opvallend daarin is, dat Playboy ondanks de uiteenlopende tekenstijlen, een geheel eigen cartoongenre neerzette. Anders dan cartoons in de meeste Nederlandse bladen, bestonden de tekeningen in Playboy meestal uit een scène met daaronder een paar zinnetjes die de clou van het verhaal moesten verduidelijken.

Hippies

Een van de eerste cartoonisten bij Playboy was Shel Silverstein. Zijn serie ‘Silverstein bij de hippies’ getuigde van een luchtige, maar kritische blik op de flower power. ,,Groovy hé, om zo samen te wonen – bevrijd van de burgerlijke conventies en verplichtingen van het huwelijk”, schreef hij droogjes onder zijn pentekening van een hippiestel. Smalend gevolgd door: ,,Zeg, het eten is pas over twintig minuten klaar, dus als jij vast de vuilniszak buitenzet en de was ophaalt, en oja, haal gelijk cake bij de bakker – ik heb Francien en Bill uitgenodigd om vanavond film te komen kijken.”

Silverstein plaatste echter ook een kritische noot bij de Koude Oorlog, die destijds in volle hevigheid woedde. De cartoonist reisde veel en werd door zijn satirische cartoons een soort nationale held in het Amerika van de jaren vijftig. Hij bleef niet lang bij Playboy, later werd hij songwriter en auteur van kinderboeken.

Overtuigd socialist Bud Handelsman, die enkele jaren later voor Playboy tekende, liet geen spaan heel van de Amerikaanse defensie. Zijn cartoons van door het leger geworven jongeren gingen vergezeld van teksten als: ,,Ok, you don’t believe in killing. Have you any religious or moral objection to being killed?” En, onder een tekening van een hippie-jongere bij een conservatieve rechter: ,,Watch yourself fellow, I may not know the law, but I know what I like”.

Dominante sekspartner

Met name de rolpatronen werden echter bekritiseerd en -vooral- geprovoceerd. Jules Feiffer, evenals Silverstein een van de eerste tekenaars voor Playboy, tekende de vrouw als dominante sekspartner. Zijn stripjes van een man die vlak voor zijn vrouw naar bed komt nog even de hand aan zichzelf slaat, wekken nu vooral een glimlach op, maar moeten in de jaren vijftig en zestig als schokkend ervaren zijn.

In de tweede helft van de jaren vijftig startte Gahan Wilson zijn tekencarrière bij Playboy. Hij had gestudeerd aan de Art Institute in Chicago en tekende ongelooflijke fantasiefiguren met een duidelijke link naar de actualiteit. Zijn cartoons bestonden vooral uit afbeeldingen van een raket op de maan, buitenaardse wezens en kernraketten. Zijn tekeningen brachten een schok teweeg bij de gewone burgers, ook omdat hij een geheel nieuwe, meer gedetailleerde tekenvorm introduceerde.

Toen een van de weinige zwarte cartoonisten bij Playboy aan de slag ging in de jaren zestig, werd voor het eerst ook, door middel van de ‘boy’ als voetveeg, het onderwerp racisme aangesneden.

Het waren echter Harvey Kurtzmann en Willy Elder die de Playboy naar een in die tijd ongekende oplage van 5,5 miljoen exemplaren brachten, met hun wulpse, rondborstige Little Annie Fanny, die niet alleen de mannen in haar cartoon het hoofd op hol bracht. De oplage is sindsdien in alleen Amerika al gestegen naar 9 miljoen, plus nog eens 5 miljoen in de 16 overige landen waar het blad verschijnt. Overigens niet alleen dankzij Little Annie Fanny. Wanthoe rondborstig ook, niemand kan op tegen covergirls als Tanja Jess en Big Brothers Hieke.

‘Playboy Cartoon Classics – De originelen uit de jaren 50 en 60’. Tot en met 8 april in de Kunsthal in Rotterdam. Dinsdag tot en met zaterdag geopend van 10.00 tot 17.00 uur. Zon- en feestdagen van 11.00 tot 17.00 uur.

Iedereen leest de Playboy natuurlijk voor de goede verhalen. Net zoals alle mannen het blad in de vijftiger en zestiger jaren lazen om de politiek getinte cartoons. Die cartoons waren hun tijd ver vooruit, laat een tentoonstelling in de Kunsthal zien.

Playboy wordt vandaag de dag vooral gezien als een leuk verzetje met zelfs wat goede verhalen. In de ongeveer vijftien jaar na de oprichting in 1953 had Playboy een veel ‘stouter’ karakter. Het blad speelde onder het motto ‘Give the American a few laughs’, een duidelijk sociale rol. De meeste cartoonisten, onder wie Penthouse-oprichter Hugh Heffner ‘himself’, hadden een progressieve kijk op de door de ‘Brady Bunch’ en Koude Oorlog gekenmerkte maatschappij. Hun cartoons waren lang niet altijd seksueel getint, maar toegespitst op de actualiteit.

De tentoonstelling ‘Playboy Cartoon Classics’ toont 146 originele tekeningen van 13 cartoonisten uit de jaren vijftig en zestig. Opvallend daarin is, dat Playboy ondanks de uiteenlopende tekenstijlen, een geheel eigen cartoongenre neerzette. Anders dan cartoons in de meeste Nederlandse bladen, bestonden de tekeningen in Playboy meestal uit een scène met daaronder een paar zinnetjes die de clou van het verhaal moesten verduidelijken.

Hippies

Een van de eerste cartoonisten bij Playboy was Shel Silverstein. Zijn serie ‘Silverstein bij de hippies’ getuigde van een luchtige, maar kritische blik op de flower power. ,,Groovy hé, om zo samen te wonen – bevrijd van de burgerlijke conventies en verplichtingen van het huwelijk”, schreef hij droogjes onder zijn pentekening van een hippiestel. Smalend gevolgd door: ,,Zeg, het eten is pas over twintig minuten klaar, dus als jij vast de vuilniszak buitenzet en de was ophaalt, en oja, haal gelijk cake bij de bakker – ik heb Francien en Bill uitgenodigd om vanavond film te komen kijken.”

Silverstein plaatste echter ook een kritische noot bij de Koude Oorlog, die destijds in volle hevigheid woedde. De cartoonist reisde veel en werd door zijn satirische cartoons een soort nationale held in het Amerika van de jaren vijftig. Hij bleef niet lang bij Playboy, later werd hij songwriter en auteur van kinderboeken.

Overtuigd socialist Bud Handelsman, die enkele jaren later voor Playboy tekende, liet geen spaan heel van de Amerikaanse defensie. Zijn cartoons van door het leger geworven jongeren gingen vergezeld van teksten als: ,,Ok, you don’t believe in killing. Have you any religious or moral objection to being killed?” En, onder een tekening van een hippie-jongere bij een conservatieve rechter: ,,Watch yourself fellow, I may not know the law, but I know what I like”.

Dominante sekspartner

Met name de rolpatronen werden echter bekritiseerd en -vooral- geprovoceerd. Jules Feiffer, evenals Silverstein een van de eerste tekenaars voor Playboy, tekende de vrouw als dominante sekspartner. Zijn stripjes van een man die vlak voor zijn vrouw naar bed komt nog even de hand aan zichzelf slaat, wekken nu vooral een glimlach op, maar moeten in de jaren vijftig en zestig als schokkend ervaren zijn.

In de tweede helft van de jaren vijftig startte Gahan Wilson zijn tekencarrière bij Playboy. Hij had gestudeerd aan de Art Institute in Chicago en tekende ongelooflijke fantasiefiguren met een duidelijke link naar de actualiteit. Zijn cartoons bestonden vooral uit afbeeldingen van een raket op de maan, buitenaardse wezens en kernraketten. Zijn tekeningen brachten een schok teweeg bij de gewone burgers, ook omdat hij een geheel nieuwe, meer gedetailleerde tekenvorm introduceerde.

Toen een van de weinige zwarte cartoonisten bij Playboy aan de slag ging in de jaren zestig, werd voor het eerst ook, door middel van de ‘boy’ als voetveeg, het onderwerp racisme aangesneden.

Het waren echter Harvey Kurtzmann en Willy Elder die de Playboy naar een in die tijd ongekende oplage van 5,5 miljoen exemplaren brachten, met hun wulpse, rondborstige Little Annie Fanny, die niet alleen de mannen in haar cartoon het hoofd op hol bracht. De oplage is sindsdien in alleen Amerika al gestegen naar 9 miljoen, plus nog eens 5 miljoen in de 16 overige landen waar het blad verschijnt. Overigens niet alleen dankzij Little Annie Fanny. Wanthoe rondborstig ook, niemand kan op tegen covergirls als Tanja Jess en Big Brothers Hieke.

‘Playboy Cartoon Classics – De originelen uit de jaren 50 en 60’. Tot en met 8 april in de Kunsthal in Rotterdam. Dinsdag tot en met zaterdag geopend van 10.00 tot 17.00 uur. Zon- en feestdagen van 11.00 tot 17.00 uur.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.