Campus

‘Postbode is blij met mijn vertrek’

,,Ongeveer de helft van mijn leerlingen hier heeft een familie-relatie met de TU. Maar ook al zitten ze dicht bij de bron, toch verkijken ze zich op hun kansen.’

‘ Rien Oosterdag bekijkt de universiteit alweer vanuit zijn positie als rector van de Delftse Scholengemeenschap Hugo Grotius. Maar jarenlang was hij buiten-universitair lid van de universiteitsraad. Volgende week doet hij zijn laatste vergadering.

Op het eerste gezicht een leuke bijbaan. Je ontmoet interessante mensen, doet contacten op en je draagt een bestuurlijk steentje bij. Maar de afgelopen week heeft Rien Oosterdag minstens twee volle werkdagen besteed aan zijn werk als buiten-universitair lid van de u-raad (in de wandeling: bul). ,,Dinsdagmiddag vergadering van het presidium van de raad, woensdag eerst de commissie voor reglementen, personeel en organisatie, en daarna de selectiecommissie voor een nieuw lid van het college van bestuur. Dan zijn er nog de stapels ambtelijke stukken – de postbode in mijn wijk zal blij zijn als ik ermee opgehouden ben.”

Ruim acht jaar heeft hij in de u-raad gezeten en die zien evolueren van een bijeenkomst vol achterdocht en wantrouwen jegens het cvb tot een club die serieus probeert ,,samen te besturen”.

,,Ja, de spanning is er zo een beetje uit, maar het resultaat dat je bereikt is een stuk groter geworden. Toen ik kwam was er nog een cvb met vijf leden, waarvan er twee gekozen waren. De u-raad had toen bevoegdheden verloren door de bestuurscrisis die kort te voren in Delft had gewoed. Cvb-voorzitter Zeevalking was door de minister uitgestuurd om orde op zaken te stellen. De raad stond dus redelijk aan de zijlijn. Zeevalking heeft perfect werk geleverd en ook vertrouwen bij de raad teruggewonnen. Desalniettemin kreeg hij in zijn laatste vergadering een motie van afkeuring aan de broek, maar daar was hij best trots op: dat had hij in zijn lange poltieke loopbaan nog nooit gehad.”
Boetekleed

Oosterdag contrasteert die anecdote met de gang van zaken, eind juni, rondom een motie van ongenoegen die in de raad was ingediend, naar aanleiding van het cursusduurbeleid van het cvb. ,,Nog maar vijf jaar geleden zou zo’n kwestie een rel van hier tot gunder hebben opgeleverd. Nu leidt zoiets tot veel gemopper in de raad, maar dan trekt het college het boetekleed aan, zegt dat het inderdaad best wat anders had gekund, en vervolgens gaat men over tot de orde van de dag.”

,,Als je me vijf jaar geleden had gevraagd de verschillen uit te leggen tussen TH-Akkoord en Demokratisch Beleid (twee personeelspartijen), of tussen de Aag en de Oras (de twee studentenpartijen), dan had ik dat haarscherp gedaan. Maar het politieke vuurwerk bestaat niet meer en de standpunten komen steeds dichter bij elkaar. Het lijkt wel op Paars: ook daar zijn politieke partijen gaan samenwerken die dat vroeger nietkonden.”

Of de universiteitsraad op die manier nog een profiel heeft bij ‘de achterban’, de kiezers, is een vraag die Oosterdag niet kan boeien. ,,Het is niet onze primaire taak om interessant te zijn. We moeten goed functioneren en een goed bestuurslichaam zijn. Op dit moment overheerst het gevoel dat instellingsbelangen moeten prevaleren, zoals je dat zag met de lobby voor de vijfjarige cursusduur. Dan moet je niet verdeeldheid gaan profileren.”
Columnist

Oosterdag verlaat de u-raad omdat het tijd werd voor doorstroming. Twee jaar geleden vond hij al dat zijn moment van afscheid was gekomen, maar toen vertrokken er zoveel andere bullen, dat er voor continuïteit gezorgd moest worden. ,,Nu speelde ook mee dat mijn school in een fusieproces is verwikkeld met een school voor mavo en voorbereidend beroepsonderwijs. We moeten een brede scholengemeenschap worden – dat is nog een van de nadelen van Wallage geweest in de vorige kabinetsperiode. Per 1 augustus 1995 zal ik dan leiding geven aan een school die zo’n 1800 leerlingen zal tellen.”

De schoolleider, die in de TU-wijk opviel door zijn joviale kwinkslagen die veelal op luide toon door de gangen rolden, is ooit begonnen als leraar Nederlands en schooldekaan in Doetinchem. Later was hij conrector in Deventer. Zijn liefde voor de Nederlandse taal heeft hem, ondanks deze ontpopping als manager, nooit losgelaten. In u-raadsdebatten zorgden zijn regelmatige taalcorrecties vaak voor ‘de vrolijke noot’. Een paar keer arrangeerde hij ook complete cabaretvoorstellingen door u-raadsleden, bijvoorbeeld toen de raad voor de driehonderdste keer vergaderde en toen cvb-voorzitter Boerman afscheid nam.

,,Ja, ik schreef dan liedjes en sketches. Je moet zo nu en dan de gewichtigheid van mensen wat doorprikken. Dan heb ik de neiging om te zeggen: joh, loop eens een beetje leeg. Datzelfde heb ik geprobeerd toen ik anderhalf jaar lang columnist was in Delta. Onder het pseudoniem Van Barneveld schreef ik over allerlei bestuurlijke zaken. Dat pseudoniem is een redelijk goed bewaard geheim gebleven. Hele theorieën deden de ronde over wie zich daarachter zou kunnen verschuilen. Wil Knippenberg (ur-voorzitter) is er nog op aangekeken. En minister Ritzen heeft uit die column geciteerd toen Boerman wegging. Ik heb nog eens een actie gestart om professor Gerda Smets benoemd te krijgen tot rector magnificus. Gerda for president. Maar na lang wikken en wegen hebben ze toch maar Wakker genomen. Ook een goede keuze.”
Bullen

Het vele werk dat het raadslidmaatschap met zich meebrengt, heeft ertoe geleid dat de bullen zich steeds meer als ‘fractie’ in de raad zijn gaan gedragen. Ze worden echter door de minister benoemd als individuen, op basis van hun maatschappelijke inbreng. Oosterdag, die de laatste jaren deze ‘fractie’ heeft aangevoerd, constateert dat de communis opinio in deze groep buitenstaanders is gegroeid.

,,We hebben het gevoel dat we ons ook wat boven de deelbelangen kunnen plaatsen. Als bullen kijken we naar wat de samenleving van de TU vraagt en niet alleen naar de belangen van faculteiten of zo. Wij kunnen zo nu en dan tegen het cvb roepen: ben je nu helemaal bedonderd. En als er dan eens geschopt moest worden door de raad, dan kregen wij van de anderen ook wel die rol toebedeeld. Daarnaast kunnen we ook bruggen slaan waar personeelspartijen soms de noodzaak voelen om een nummer te maken voor de achterban. Daarom vormen we nog steeds een nuttig element in de u-raad.”

Vanuit zijn functie als schoolleider wil Oosterdag nog kwijt dat de voorlichting van de TU op middelbare scholen geleidelijk aan verbeterd is. ,,Je kunt merken dat daarin nu meer kwaliteit en uniformiteit wordt nagestreefd. Vroeger nodigde ik sommige faculteiten niet eens uit, want daar joeg je de leerlingen alleen maar mee weg. Wat wel zou moeten verbeteren is het kennispeil bij de TU-docenten over wat ons onderwijs allemaal biedt. Als je propaedeuse-docenten zou vragen naar de inhoud van ons examenprogramma, dan zouden ze de helft waarschijnlijk niet goed hebben. Er is veel onbegrip over wat er wel en niet in zit. Dat is overigens een landelijk probleem. Bij het hbo werken ze eraan, maar bij de universiteiten is zo’n initiatief nog niet gestart.”

De gangen van de Hugo-Grotiusschool zijn nog leeg: de leerlingen komen volgende week terug. Bij de rectorskamer hangt een bordje: Tijdens lessen niet in de gang. ,,Ach”, zegt de taalzuiveraar, ,,dat hangt er al zolang.”

,,Ongeveer de helft van mijn leerlingen hier heeft een familie-relatie met de TU. Maar ook al zitten ze dicht bij de bron, toch verkijken ze zich op hun kansen.” Rien Oosterdag bekijkt de universiteit alweer vanuit zijn positie als rector van de Delftse Scholengemeenschap Hugo Grotius. Maar jarenlang was hij buiten-universitair lid van de universiteitsraad. Volgende week doet hij zijn laatste vergadering.

Op het eerste gezicht een leuke bijbaan. Je ontmoet interessante mensen, doet contacten op en je draagt een bestuurlijk steentje bij. Maar de afgelopen week heeft Rien Oosterdag minstens twee volle werkdagen besteed aan zijn werk als buiten-universitair lid van de u-raad (in de wandeling: bul). ,,Dinsdagmiddag vergadering van het presidium van de raad, woensdag eerst de commissie voor reglementen, personeel en organisatie, en daarna de selectiecommissie voor een nieuw lid van het college van bestuur. Dan zijn er nog de stapels ambtelijke stukken – de postbode in mijn wijk zal blij zijn als ik ermee opgehouden ben.”

Ruim acht jaar heeft hij in de u-raad gezeten en die zien evolueren van een bijeenkomst vol achterdocht en wantrouwen jegens het cvb tot een club die serieus probeert ,,samen te besturen”.

,,Ja, de spanning is er zo een beetje uit, maar het resultaat dat je bereikt is een stuk groter geworden. Toen ik kwam was er nog een cvb met vijf leden, waarvan er twee gekozen waren. De u-raad had toen bevoegdheden verloren door de bestuurscrisis die kort te voren in Delft had gewoed. Cvb-voorzitter Zeevalking was door de minister uitgestuurd om orde op zaken te stellen. De raad stond dus redelijk aan de zijlijn. Zeevalking heeft perfect werk geleverd en ook vertrouwen bij de raad teruggewonnen. Desalniettemin kreeg hij in zijn laatste vergadering een motie van afkeuring aan de broek, maar daar was hij best trots op: dat had hij in zijn lange poltieke loopbaan nog nooit gehad.”
Boetekleed

Oosterdag contrasteert die anecdote met de gang van zaken, eind juni, rondom een motie van ongenoegen die in de raad was ingediend, naar aanleiding van het cursusduurbeleid van het cvb. ,,Nog maar vijf jaar geleden zou zo’n kwestie een rel van hier tot gunder hebben opgeleverd. Nu leidt zoiets tot veel gemopper in de raad, maar dan trekt het college het boetekleed aan, zegt dat het inderdaad best wat anders had gekund, en vervolgens gaat men over tot de orde van de dag.”

,,Als je me vijf jaar geleden had gevraagd de verschillen uit te leggen tussen TH-Akkoord en Demokratisch Beleid (twee personeelspartijen), of tussen de Aag en de Oras (de twee studentenpartijen), dan had ik dat haarscherp gedaan. Maar het politieke vuurwerk bestaat niet meer en de standpunten komen steeds dichter bij elkaar. Het lijkt wel op Paars: ook daar zijn politieke partijen gaan samenwerken die dat vroeger nietkonden.”

Of de universiteitsraad op die manier nog een profiel heeft bij ‘de achterban’, de kiezers, is een vraag die Oosterdag niet kan boeien. ,,Het is niet onze primaire taak om interessant te zijn. We moeten goed functioneren en een goed bestuurslichaam zijn. Op dit moment overheerst het gevoel dat instellingsbelangen moeten prevaleren, zoals je dat zag met de lobby voor de vijfjarige cursusduur. Dan moet je niet verdeeldheid gaan profileren.”
Columnist

Oosterdag verlaat de u-raad omdat het tijd werd voor doorstroming. Twee jaar geleden vond hij al dat zijn moment van afscheid was gekomen, maar toen vertrokken er zoveel andere bullen, dat er voor continuïteit gezorgd moest worden. ,,Nu speelde ook mee dat mijn school in een fusieproces is verwikkeld met een school voor mavo en voorbereidend beroepsonderwijs. We moeten een brede scholengemeenschap worden – dat is nog een van de nadelen van Wallage geweest in de vorige kabinetsperiode. Per 1 augustus 1995 zal ik dan leiding geven aan een school die zo’n 1800 leerlingen zal tellen.”

De schoolleider, die in de TU-wijk opviel door zijn joviale kwinkslagen die veelal op luide toon door de gangen rolden, is ooit begonnen als leraar Nederlands en schooldekaan in Doetinchem. Later was hij conrector in Deventer. Zijn liefde voor de Nederlandse taal heeft hem, ondanks deze ontpopping als manager, nooit losgelaten. In u-raadsdebatten zorgden zijn regelmatige taalcorrecties vaak voor ‘de vrolijke noot’. Een paar keer arrangeerde hij ook complete cabaretvoorstellingen door u-raadsleden, bijvoorbeeld toen de raad voor de driehonderdste keer vergaderde en toen cvb-voorzitter Boerman afscheid nam.

,,Ja, ik schreef dan liedjes en sketches. Je moet zo nu en dan de gewichtigheid van mensen wat doorprikken. Dan heb ik de neiging om te zeggen: joh, loop eens een beetje leeg. Datzelfde heb ik geprobeerd toen ik anderhalf jaar lang columnist was in Delta. Onder het pseudoniem Van Barneveld schreef ik over allerlei bestuurlijke zaken. Dat pseudoniem is een redelijk goed bewaard geheim gebleven. Hele theorieën deden de ronde over wie zich daarachter zou kunnen verschuilen. Wil Knippenberg (ur-voorzitter) is er nog op aangekeken. En minister Ritzen heeft uit die column geciteerd toen Boerman wegging. Ik heb nog eens een actie gestart om professor Gerda Smets benoemd te krijgen tot rector magnificus. Gerda for president. Maar na lang wikken en wegen hebben ze toch maar Wakker genomen. Ook een goede keuze.”
Bullen

Het vele werk dat het raadslidmaatschap met zich meebrengt, heeft ertoe geleid dat de bullen zich steeds meer als ‘fractie’ in de raad zijn gaan gedragen. Ze worden echter door de minister benoemd als individuen, op basis van hun maatschappelijke inbreng. Oosterdag, die de laatste jaren deze ‘fractie’ heeft aangevoerd, constateert dat de communis opinio in deze groep buitenstaanders is gegroeid.

,,We hebben het gevoel dat we ons ook wat boven de deelbelangen kunnen plaatsen. Als bullen kijken we naar wat de samenleving van de TU vraagt en niet alleen naar de belangen van faculteiten of zo. Wij kunnen zo nu en dan tegen het cvb roepen: ben je nu helemaal bedonderd. En als er dan eens geschopt moest worden door de raad, dan kregen wij van de anderen ook wel die rol toebedeeld. Daarnaast kunnen we ook bruggen slaan waar personeelspartijen soms de noodzaak voelen om een nummer te maken voor de achterban. Daarom vormen we nog steeds een nuttig element in de u-raad.”

Vanuit zijn functie als schoolleider wil Oosterdag nog kwijt dat de voorlichting van de TU op middelbare scholen geleidelijk aan verbeterd is. ,,Je kunt merken dat daarin nu meer kwaliteit en uniformiteit wordt nagestreefd. Vroeger nodigde ik sommige faculteiten niet eens uit, want daar joeg je de leerlingen alleen maar mee weg. Wat wel zou moeten verbeteren is het kennispeil bij de TU-docenten over wat ons onderwijs allemaal biedt. Als je propaedeuse-docenten zou vragen naar de inhoud van ons examenprogramma, dan zouden ze de helft waarschijnlijk niet goed hebben. Er is veel onbegrip over wat er wel en niet in zit. Dat is overigens een landelijk probleem. Bij het hbo werken ze eraan, maar bij de universiteiten is zo’n initiatief nog niet gestart.”

De gangen van de Hugo-Grotiusschool zijn nog leeg: de leerlingen komen volgende week terug. Bij de rectorskamer hangt een bordje: Tijdens lessen niet in de gang. ,,Ach”, zegt de taalzuiveraar, ,,dat hangt er al zolang.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.