Campus

Politici zijn niet moedig

Wetenschappers moeten stevig lobbyen om de politiek te overtuigen van het belang van investeren in onderwijs en innovatie, vindt prof.dr. Kees Beenakker (Informatietechnologie en Systemen).

Hij geeft zelf als trouw CDA-stemmer het goede voorbeeld.

Taiwan Blues. De laatste keer dat prof.dr. Kees Beenakker (Dimes) een bezoek bracht aan het eiland, nu drie maanden geleden, ging hij met een gedeprimeerd gevoel weer weg. Beenakker komt al twintig jaar in Taiwan: eerst als assembly manager van Philips Nijmegen, sinds 1990 als hoogleraar micro-elektronica van ITS. Tot een paar jaar geleden behoorde Taiwan tot de Aziatische Tijgers. Inmiddels is het land voor Beenakker een sprekend voorbeeld van hoe gebrekkige investeringen in kennis en innovatie de nationale economie kunnen breken. ,,Alle fabrieken verdwijnen naar het Chinese vasteland. Straks is er niks meer, voorspellen mijn Taiwanese vrienden.”

Het is een neergang die de Nederlands politici aan het denken moet zetten, vindt Beenakker. ,,Hier gaat het ook die kant op. Als het om innovatie gaat, bungelen we in West-Europa inmiddels onderaan het lijstje. Als we zo doorgaan, hebben we in 2030 helemaal geen kennisinfrastructuur meer over. Het zal sowieso twintig jaar kosten om weer op te bouwen wat onder Lubbers en Kok is afgebroken. Je ziet research verdwijnen, bedrijven trekken weg naar het buitenland, Nederland verliest zijn concurrentiepositie. Dat is geen somber toekomstvisioen, het gebeurt echt.”Dat ook het inmiddels demissionaire kabinet-Balkenende stevig wil bezuinigen op onderzoek en onderwijs noemt de hoogleraar ‘schandalig’. Hij is overigens wel opgelucht dat de CDA-fractie nu de klap wil verzachten met geld uit het kennisinfrastructuurfonds. ,,Het mes op de keel lijkt te worden weggehaald. Maar dat is niet genoeg. De politiek moet nu de hoogste prioriteit geven aan het versterken van onderwijs en onderzoek.”

Zijn verbazing over de bezuinigingsplannen was des te groter omdat hij premier Jan-Pieter Balkenende en onderwijsminister Maria van der Hoeven kent als mensen met hart voor technologie en innovatie. Zo’n tien jaar geleden zat hij met beide politici in de commissie Technologiebeleid van het wetenschappelijk instituut van het CDA. ,,Als secretaris had Balkenende het talent om chaotisch verlopen vergaderingen zodanig in zijn verslag weer te geven, dat het ordelijk verlopen bijeenkomsten leken. Hij wist feilloos de essentie uit die chaotische discussies te halen.” Van der Hoeven bracht later als Kamerlid ook een bezoek aan Dimes, het micro-elektronica instituut van de TU Delft.

Millenniumbug

Maar in een tijd van economische tegenvallers moet onderwijs het toch weer afleggen tegen meer aansprekende thema’s. ,,De maatschappij is heel gevoelig voor hypes, en omdat politici bang zijn kiezers te verliezen, hollen ze daar achter aan”, constateert Beenakker mismoedig. ,,Hoe kun je anders de vele miljarden verklaren die de politiek heeft geïnvesteerd in een zwaar overdreven probleem als de millenniumbug? Onderwijs en onderzoek hebben de afgelopen decennia nooit prioriteit gekregen. Terwijl kennis de sleutel is tot de oplossing van de grootste problemen. Denk alleen maar aan de ontwikkelingslanden, die ooit op eigen benen moeten leren staan.”

Maar politici zijn niet moedig, stelt Beenakker vast. ,,Zover ze een langetermijnvisie hebben, durven ze er nauwelijks mee voor de dag te komen, bang dat de kiezer wegloopt. Ik begrijp wel dat ze in een lastige positie zitten, maar op het moment dat je onderwijs en onderzoek zo uitholt dat de economie in gevaar komt, overschrijd je een grens. En dat is wat sluipenderwijs is gebeurd.”

Wie nu denkt dat Beenakker in blinde woede een CDA-verkiezingsaffiche gaat verscheuren, heeft het mis. Hij is er veel te nuchter voor. ,,En ik ben niet het type van de zwevende kiezer.” De hoogleraar blijft koppig trouw aan het CDA.

Bovendien gelooft hij heilig in het gebruikmaken van zijn recht als burger om Kamerleden aan te spreken. ,,Niet elke keer langskomen om te vragen om meer geld, dat wordt snel ongeloofwaardig. Maar wel de Kamerleden van je eigen partij confronteren met de gevolgen van het beleid. Vorige week ben ik nog in de Tweede Kamer geweest, en heb ik een CDA-Kamerlid duidelijk gemaakt dat de xenofobe toon van de LPF het buitenlands toptalent wegjaagt dat Nederland zo hard nodig heeft. Hij kreeg een rood hoofd.”

Wetenschappers zijn slecht in het verdedigen van belangen, vindt Beenakker. ,,Het lukt de politiek altijd om de universiteiten uit elkaar te spelen. Dat komt omdat het toch ook concurrenten zijn, de samenwerking wordt vooral met de mond beleden. Zelfs als het hoger onderwijs groot gevaar loopt, kunnen ze geen gesloten blok vormen. Kijk maar naar de tegendraadse opstelling van Wageningen.”

Fatalisme

En wat de individuele wetenschappers betreft: veel collega’s delen wel zijn zorgen, maar zijn uiterst pessimistisch over de mogelijkheden om zich succesvol te verzetten tegen de zoveelste bezuinigingsgolf. Ten onrechte, meent Beenakker, al kan hij dat fatalisme wel begrijpen. ,,Ik herinner me nog dat in mijn Philips-tijd het Reseach Lab trots aankondigde ook mee te doen aan een staking. Daar werd toen erg hard om gelachen. Bij een staking van het spoor merk je meteen de gevolgen, bij een staking van wetenschappers pas over tien jaar! De wetenschap kan moeilijk een vuist maken, en dat maakt ons tot een speelbal voor de politiek.

Niet staken dus, maar lobbyen. Hoe meer wetenschappers hun volksvertegenwoordiger opzoeken, hoe beter. ,,Kamerleden zijn daar wel degelijk gevoelig voor. Ze zijn de antennes van de maatschappij.” En ja, een hard reclamefilmpje dat een troosteloos beeld biedt van hoe Nederland er in 2020 uit zal zien als we niet snel hard gaan investeren in onderwijs en onderzoek % misschien moet het er maar eens van komen. ,,De weerzin van wetenschappers tegen demagogische filmpjes is te prijzen, maar de boodschap van zo’n filmpje zou niet eens overdreven zijn.”

Het liefst zou Beenakker de voltallige Tweede Kamer eens meenemen op een van zijn reizen door het Verre Oosten. Kunnen ze eens met eigen ogen zien wat concurreren in een globale economie inhoudt. ,,China zet nu zwaar in op innovatiebeleid en micro-elektronica.” Natuurlijk ontbeert China nog de nodige kennis, maar Beenakker vindt dat Nederland en Delft in het bijzonder niet bang moeten zijn om die kennis te leveren. ,,Anders doen onze concurrenten het wel. Waar het om gaat is dat Nederland ook in de toekomst een kennisvoorsprong blijft houden. Daarom is kennis zo belangrijk in een globale economie. Ja, dat roepen we al jaren. Maar de politici blijven geloven dat ze op een geweldige manier met dit onderwerp bezig zijn. Ze kijken niet verder dan Nederland of Den Haag.”

Wetenschappers moeten stevig lobbyen om de politiek te overtuigen van het belang van investeren in onderwijs en innovatie, vindt prof.dr. Kees Beenakker (Informatietechnologie en Systemen). Hij geeft zelf als trouw CDA-stemmer het goede voorbeeld.

Taiwan Blues. De laatste keer dat prof.dr. Kees Beenakker (Dimes) een bezoek bracht aan het eiland, nu drie maanden geleden, ging hij met een gedeprimeerd gevoel weer weg. Beenakker komt al twintig jaar in Taiwan: eerst als assembly manager van Philips Nijmegen, sinds 1990 als hoogleraar micro-elektronica van ITS. Tot een paar jaar geleden behoorde Taiwan tot de Aziatische Tijgers. Inmiddels is het land voor Beenakker een sprekend voorbeeld van hoe gebrekkige investeringen in kennis en innovatie de nationale economie kunnen breken. ,,Alle fabrieken verdwijnen naar het Chinese vasteland. Straks is er niks meer, voorspellen mijn Taiwanese vrienden.”

Het is een neergang die de Nederlands politici aan het denken moet zetten, vindt Beenakker. ,,Hier gaat het ook die kant op. Als het om innovatie gaat, bungelen we in West-Europa inmiddels onderaan het lijstje. Als we zo doorgaan, hebben we in 2030 helemaal geen kennisinfrastructuur meer over. Het zal sowieso twintig jaar kosten om weer op te bouwen wat onder Lubbers en Kok is afgebroken. Je ziet research verdwijnen, bedrijven trekken weg naar het buitenland, Nederland verliest zijn concurrentiepositie. Dat is geen somber toekomstvisioen, het gebeurt echt.”Dat ook het inmiddels demissionaire kabinet-Balkenende stevig wil bezuinigen op onderzoek en onderwijs noemt de hoogleraar ‘schandalig’. Hij is overigens wel opgelucht dat de CDA-fractie nu de klap wil verzachten met geld uit het kennisinfrastructuurfonds. ,,Het mes op de keel lijkt te worden weggehaald. Maar dat is niet genoeg. De politiek moet nu de hoogste prioriteit geven aan het versterken van onderwijs en onderzoek.”

Zijn verbazing over de bezuinigingsplannen was des te groter omdat hij premier Jan-Pieter Balkenende en onderwijsminister Maria van der Hoeven kent als mensen met hart voor technologie en innovatie. Zo’n tien jaar geleden zat hij met beide politici in de commissie Technologiebeleid van het wetenschappelijk instituut van het CDA. ,,Als secretaris had Balkenende het talent om chaotisch verlopen vergaderingen zodanig in zijn verslag weer te geven, dat het ordelijk verlopen bijeenkomsten leken. Hij wist feilloos de essentie uit die chaotische discussies te halen.” Van der Hoeven bracht later als Kamerlid ook een bezoek aan Dimes, het micro-elektronica instituut van de TU Delft.

Millenniumbug

Maar in een tijd van economische tegenvallers moet onderwijs het toch weer afleggen tegen meer aansprekende thema’s. ,,De maatschappij is heel gevoelig voor hypes, en omdat politici bang zijn kiezers te verliezen, hollen ze daar achter aan”, constateert Beenakker mismoedig. ,,Hoe kun je anders de vele miljarden verklaren die de politiek heeft geïnvesteerd in een zwaar overdreven probleem als de millenniumbug? Onderwijs en onderzoek hebben de afgelopen decennia nooit prioriteit gekregen. Terwijl kennis de sleutel is tot de oplossing van de grootste problemen. Denk alleen maar aan de ontwikkelingslanden, die ooit op eigen benen moeten leren staan.”

Maar politici zijn niet moedig, stelt Beenakker vast. ,,Zover ze een langetermijnvisie hebben, durven ze er nauwelijks mee voor de dag te komen, bang dat de kiezer wegloopt. Ik begrijp wel dat ze in een lastige positie zitten, maar op het moment dat je onderwijs en onderzoek zo uitholt dat de economie in gevaar komt, overschrijd je een grens. En dat is wat sluipenderwijs is gebeurd.”

Wie nu denkt dat Beenakker in blinde woede een CDA-verkiezingsaffiche gaat verscheuren, heeft het mis. Hij is er veel te nuchter voor. ,,En ik ben niet het type van de zwevende kiezer.” De hoogleraar blijft koppig trouw aan het CDA.

Bovendien gelooft hij heilig in het gebruikmaken van zijn recht als burger om Kamerleden aan te spreken. ,,Niet elke keer langskomen om te vragen om meer geld, dat wordt snel ongeloofwaardig. Maar wel de Kamerleden van je eigen partij confronteren met de gevolgen van het beleid. Vorige week ben ik nog in de Tweede Kamer geweest, en heb ik een CDA-Kamerlid duidelijk gemaakt dat de xenofobe toon van de LPF het buitenlands toptalent wegjaagt dat Nederland zo hard nodig heeft. Hij kreeg een rood hoofd.”

Wetenschappers zijn slecht in het verdedigen van belangen, vindt Beenakker. ,,Het lukt de politiek altijd om de universiteiten uit elkaar te spelen. Dat komt omdat het toch ook concurrenten zijn, de samenwerking wordt vooral met de mond beleden. Zelfs als het hoger onderwijs groot gevaar loopt, kunnen ze geen gesloten blok vormen. Kijk maar naar de tegendraadse opstelling van Wageningen.”

Fatalisme

En wat de individuele wetenschappers betreft: veel collega’s delen wel zijn zorgen, maar zijn uiterst pessimistisch over de mogelijkheden om zich succesvol te verzetten tegen de zoveelste bezuinigingsgolf. Ten onrechte, meent Beenakker, al kan hij dat fatalisme wel begrijpen. ,,Ik herinner me nog dat in mijn Philips-tijd het Reseach Lab trots aankondigde ook mee te doen aan een staking. Daar werd toen erg hard om gelachen. Bij een staking van het spoor merk je meteen de gevolgen, bij een staking van wetenschappers pas over tien jaar! De wetenschap kan moeilijk een vuist maken, en dat maakt ons tot een speelbal voor de politiek.

Niet staken dus, maar lobbyen. Hoe meer wetenschappers hun volksvertegenwoordiger opzoeken, hoe beter. ,,Kamerleden zijn daar wel degelijk gevoelig voor. Ze zijn de antennes van de maatschappij.” En ja, een hard reclamefilmpje dat een troosteloos beeld biedt van hoe Nederland er in 2020 uit zal zien als we niet snel hard gaan investeren in onderwijs en onderzoek % misschien moet het er maar eens van komen. ,,De weerzin van wetenschappers tegen demagogische filmpjes is te prijzen, maar de boodschap van zo’n filmpje zou niet eens overdreven zijn.”

Het liefst zou Beenakker de voltallige Tweede Kamer eens meenemen op een van zijn reizen door het Verre Oosten. Kunnen ze eens met eigen ogen zien wat concurreren in een globale economie inhoudt. ,,China zet nu zwaar in op innovatiebeleid en micro-elektronica.” Natuurlijk ontbeert China nog de nodige kennis, maar Beenakker vindt dat Nederland en Delft in het bijzonder niet bang moeten zijn om die kennis te leveren. ,,Anders doen onze concurrenten het wel. Waar het om gaat is dat Nederland ook in de toekomst een kennisvoorsprong blijft houden. Daarom is kennis zo belangrijk in een globale economie. Ja, dat roepen we al jaren. Maar de politici blijven geloven dat ze op een geweldige manier met dit onderwerp bezig zijn. Ze kijken niet verder dan Nederland of Den Haag.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.