Column: Otto Kaaij

Plekje

Het is er rumoerig, donker, privacy heb je niet en er is geen tweede scherm. Toch zweert Otto Kaaij bij zijn vaste studieplekje op de tweede verdieping van Gebouw 28. Want thuis studeren, dat werkt niet voor hem.

Otto Kaaij zit op een bankje

Naast het gloednieuwe Echo, achter Civiele Techniek, vind je Gebouw 28 van de TU Delft, een gebouw met veel namen. VMB (Van Mourik Broekmanweg), Twee-WI (Tweede EWI), die lelijke grijze kubus met die kleine ramen achter Civiel. Van buiten een lelijk eendje, van binnen best een comfortabel kantoorgebouw. Mijn stekkie.

Als je VMB binnenloopt en naar de tweede verdieping gaat, dan kom je bij een nogal nietszeggend groepje werkplekken. Voordelen: de bureaus zijn groot en in hoogte verstelbaar, er zijn waterkokers en de stoelen zijn comfortabel.

Nadelen: het gebouw is rumoerig. Hoewel het er minder donker is dan in de bibliotheek is ook dit geen walhalla van daglicht. Je hebt geen tweede scherm, of schotten tussen de bureaus die een schijn van privacy creëren; en er zijn van die opklapbare stopcontacten uit de hel waar mijn laptoplader net niet in past zonder de oplader en het stopcontact een beetje te buigen. Al met al zou ik op de campus zo vijf werkplekken kunnen aanwijzen waar ik netto meer gedaan zou krijgen.

Thuis wordt er vaak maar weinig gestudeerd

Er zijn ook mensen die het best vanuit huis kunnen studeren. Met spreuken als ‘dat scheelt reistijd’, ‘daar heb ik mijn eigen bureau’ en ‘lekker tosti’s lunchen’ proberen ze je te overtuigen van de voordelen van thuis studeren. Ik vertrouw die mensen niet. Hoe doen ze dat?

Thuis is mijn bed en de gedachte ‘ik hoef niet te reizen dus ik kan dat halve uur ook wel in bed blijven liggen’. Thuis is de bank en filmpjes als I Built a chicken Out of Junk Wood en Frank Sinatra but it’s Giant Steps en Would I Lie to You S15 E8. Thuis is er geen medestudent die uit haar ooghoek beoordelend toekijkt hoe in mijn rij tabbladen naast elkaar de icoontjes van Brightspace, WhatsApp, YouTube, Google Scholar, Reddit, nog een keer WhatsApp, nog een keer Reddit, 4 keer Google Scholar en weer YouTube staan.

Thuis wordt er vaak maar weinig gestudeerd.

En dus heb ik een vast plekje. Het plekje is niet ideaal, maar het is wel ‘mijn’ plekje, en dus kom ik telkens weer terug. Het werd ‘mijn’ plekje omdat het de plek was waar mijn studiegenootjes zich verzamelden. Ik wist dat als ik daar kwam zitten om te studeren, de kans groot was dat er mensen om mij heen zouden zitten die ik kende, en die ook nog eens met dezelfde vakken bezig waren. Alle nadelen die bij dit plekje hoorden, nam ik op de koop toe.

Maar ik neem lekker de tijd voor mijn studie, dus mijn studiegenootjes zijn ondertussen afgestudeerd of anderzijds vertrokken. Als er al mensen zijn die ik ken, zijn ze met iets anders bezig dan ik.

Toch blijf ik terugkomen. Deels uit nostalgie: terug naar de tijd dat het merendeel van mijn vrienden nog studeerden. Deels uit automatisme: dit is gewoon de plek waar ik heen ga om te studeren, dus ga ik daar heen om te studeren. En deels uit hoop: in dit gebouw zijn mijn studiegenoten afgestudeerd, dus hier kan ik het ook.

Otto Kaaij is masterstudent computer science en muzikant. Als informaticus heeft hij een passie voor algoritmiek, wetenschapscommunicatie en duurzame software, en als muzikant probeert hij altijd zo breed mogelijk bezig te blijven.

Columnist Otto Kaaij

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

o.k.n.kaaij@student.tudelft.nl

Comments are closed.