Column: Otto Kaaij

Als een boer met kiespijn

Otto Kaaij is bijna klaar met zijn studie en wil in de toekomst bijdragen aan een betere wereld en tegelijkertijd geld verdienen. Maar op welke manier? Hij moedigt zijn medestudenten aan om te experimenteren met dit soort vraagstukken.

(Foto: Sam Rentmeester)

De zomervakantie is voorbij. Voor mij is daarmee niet alleen het studiejaar, maar ook het einde begonnen. Over een half jaar studeer ik – hoop ik – af en komt er een eind aan zesenhalf jaar studeren en daarvan afgeleid raken door allerlei projecten en bijbaantjes.

Daarom moet ik steeds serieuzer na gaan denken over wat ik daarna wil gaan doen. Bijdragen aan een betere wereld en tegelijkertijd geld verdienen; werken aan problemen die ik de moeite waard vind, maar ook veel doorgroeimogelijkheden openhouden. Het moet mogelijk zijn, maar hoe? Dit voelt nu al als het grootste keuzemoment sinds mijn studiekeuze, zes jaar geleden.

Over die studiekeuze heb ik destijds veel met vrienden gesproken. En ook nu merk ik dat de keuze voor je eerste baan enorm leeft onder mijn lotgenoten, die net als ik aan het afstuderen zijn of het wat vlotter hebben gedaan en al klaar zijn. En dat veel mensen nu, net als ik, bezig zijn met wat ze met hun achtergrond en opleiding aan de wereld bij willen dragen.

Dat leidt bij velen van ons tot veel twijfels.

Als ik nadenk over problemen die mij aanspreken, dan komen er zaken als klimaatverandering, kansenongelijkheid en het overeind houden van de cultuursector in mij op. Als ik nadenk over problemen die het best aansluiten bij mijn informaticaopleiding, dan denk ik eerder aan een functie als softwareconsultant of data-analist bij een groot bedrijf.

Welke problemen vind ik de moeite waard?

Ik wil niet overdrijven: dat zijn natuurlijk niet mijn enige opties. Klimaatorganisaties hebben servers nodig, en voor een goede aanpak van kansenongelijkheid moet een enorme bak data geanalyseerd worden. Maar het zijn grote vragen, waar ik en mijn lotgenoten tot nu toe niet genoeg over nagedacht hebben: welke problemen vind ik de moeite waard? En vooral: aan welke problemen kan ik met mijn technische kennis een goede bijdrage leveren? En op welke manier dan?

Tussen die twee grote keuzemomenten – je studie- en je eerste-baankeuze – hebben veel kleine beslissingen gezeten. Je kiest voor zowat elke schrijfopdracht een eigen onderwerp. Je volgt keuzevakken en een minor. Voor veel projecten, waaronder het eindproject van je bachelor en master, kies je zelf wat je gaat bouwen, analyseren, onderzoeken of ontwerpen.

Ik moedig iedereen aan om die keuzes te gebruiken om te experimenteren met dit soort vraagstukken. Van de eerstejaars industrieel ontwerper die net na zijn studiekeuze echt geen zin heeft om weer over keuzes na te denken tot de vijfdejaars elektrotechnieknerd die alleen nog maar over oververhitte transistors na wil denken. Wat vind je belangrijk? Op welke manier vind je het leuk om je expertise in te zetten?

Tijdens je studie kun je daar, zonder grote gevolgen, mee experimenteren. Kies een onderwerp, waar je misschien wel de rest van je leven mee bezig wil zijn, en doe daar eens een projectvak over. Ontwikkel een app tegen voedselverspilling. Schrijf een technisch verslag over de persvrijheid. Misschien vind je het wel niets. Gelukkig duurt dat dan maar een kwartaal, en dan weet je dat ook weer.

Otto Kaaij is masterstudent computer science en muzikant. Als informaticus heeft hij een passie voor algoritmiek, wetenschapscommunicatie en duurzame software, en als muzikant probeert hij altijd zo breed mogelijk bezig te blijven.

Columnist Otto Kaaij

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

o.k.n.kaaij@student.tudelft.nl

Comments are closed.